II Het nadeel van een tweeling zijn

117 26 45
                                    

II Het nadeel van een tweeling zijn

'Jerrai!' schreeuwde Marrin en liet zich in twee seconden naar beneden komen. Toen ze met twee benen op de grond stond maakte zich met de pijn in haar arm zo snel mogelijk los en rende naar haar broer toe.

'Jerrai!' riep ze buiten adem en zag hem met een pijnlijk gezicht op zijn arm drukken.

'Marrin!' zei hij en zag meteen dat haar arm bloedde, maar wel in het spiegelbeeld van hem. 'Sorry.'

'Het geeft niet,' zei Marrin en bekeek zijn wond terwijl Jerrai die van haar bekeek. 'Wat is er gebeurd?' vroeg ze terwijl ze een deel van haar gerafelde shirt afscheurde en daarmee zijn wond omklemde. Jerrai deed hetzelfde met zijn deels kapotte shirt bij haar.

'Iemand heeft een stuk van De Pion afgebroken en dat stuk viel op mij,' zei hij pijnlijk. 'Sorry, ik had beter moeten opletten. Dit was niet nodig...'

'Maak je maar geen zorgen, het is niet echt alsof we er iets over te zeggen hebben,' zei Marrin en merkte dat het bloeden zo goed als gestelpt was. Het was ook niet een al te grote wond, er waren geen vetbolletjes of botten te zien -zover ze dat zag natuurlijk-. 'Maar we moeten het wel schoonmaken voordat we beide met een infectie zitten...' Jerrai knikte en zuchtte.

'Ik haat dit,' zei hij. 'Wie heeft er ooit verzonnen dat tweelingen elkaars pijn moeten delen?'

'De natuur misschien,' zei Marrin droog en Jerrai lachte.

'Oké, bij deze haat ik dus de natuur, 't gaat goed met me.'

'Denk je dat we hierdoor De Pion niet meer schoon hoeven te maken?' vroeg Marrin toen ze beide een geïmproviseerd verband om elkaars arm hadden gelegd.

'Ik hoop het niet, anders hebben we echt geen geld meer,' zei haar broer daarop en bekeek het verband.

'Niet dat we veel betaald worden of zo,' zuchtte Marrin en bekeek haar verband ook, het zag er wel goed genoeg uit.

'Dus... Gewoon verder gaan of ontsmetten?' vroeg Jerrai.

'Ik vrees de tweede,' zei Marrin. 'Al heb ik echt geen zin in het gezeik van die man.'

'In de hoop dat hij het misschien voor een keer begrijpt...'

• • •

En hij begreep het niet, hij begreep het alles behalve. Want hij geloofde niet in vloeken, al was het niet per se een vloek, omdat ze nooit echt vervloekt waren, maar dat deed er op dat moment niet toen. Wat er wel toe deed was dat de weeshuisman kei boos was en dat hij ze het weinige water dat ze hadden bijna niet wilde laten gebruiken voor hun wonden. Maar na een veel te lang durende discussie lukte het de tweeling toch hem over te halen en stonden ze niet veel later stilletjes het bloed van hun armen af te wassen. Het beetje water wat ze niet door bloed vervluid hadden, gebruikten ze om hun geïmproviseerde verbanden schoon te maken.

'Dat is een iets mindere kans op een infectie,' zei Jerrai terwijl hij klopte op Marrins net herverbonden arm.

'Wat een feest,' zei Marrin en deed haar broer na. 'Terug naar de hoofdact dan maar?'

'Hebben we een keus?' vroeg Jerrai terneergeslagen en wilde het liefst weg uit deze stad. Enige nadeel, dit was de enige stad in de wijde omgeving. Misschien was er ergens op deze wereld een andere stad, maar dat waren verhalen en als die waar waren dan zou die stad veel te ver weg zijn...

'Nee, we hebben geen keus,' zei Marrin even terneergeslagen. 'Het is de enige manier waardoor we nog iets kunnen kopen.' Jerrai zuchtte en ze gingen weer opweg naar De Pion. Terwijl ze door de vieze straatjes liepen hoorden ze de stad langzaam maar zeker wakker worden. Marrin stopte. Jerrai draaide zich om.

Het spel van de KoninginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu