Messenger /37

26 4 30
                                    

Wat moesten we nu doen?
Naar hem toe gaan of weg vluchten?
Of zou hij op vakantie zijn?
Zo niet zijn er misschien andere redenen naast Zen dat hij hier zou zijn?
Zo blijkt had ik al deze vragen luidop gemompeld.
'Ik weet het niet, maar hij heeft zijn gewoonlijke uniform niet aan. Hij is de persoonlijke boodschapper van het koninklijk huis. Alle belangrijke documenten worden aan hem toe gewezen. Ik denk dat hij hier om een andere reden hier is want ik zou het vreemd vinden dat mijn vader hem stuurt dan twintig wachters.'
Ik inspectteerde de man goed. Hij stond tegen een wachter van de lokale stad te praten.
'Sorry Lucy, ook al ben ik uit het paleis geschopt. Dacht ik dat ik vrij was maar zo blijkt blijft mijn titel me achtervolgen. Ik zal moeten aan Star vragen of ze me in een dier veranderd zodat ik niet meer herkenbaar ben..'
'Geen probleem wij zullen het met z'n allen oplossen. Maar nu gaan we beter hier weggaan.'
Ik wilde me omdraaien zodat we konden terug keren. Dit eerste lukte nog maar het tweede ging niet door. Ik was tegen een persoon gebotst. Het was een grotere, krachtige man. Ik had me zo blijkt zo fel omgedraaid dat ik op de grond was gevallen. De wat oudere gespierde persoon stak zijn hand naar me toe.
'Sorry, bent u ongedeerd?' Zei hij met een lage stem. Toen ik doorhad wat er gebeurt was keek ik hem aan en knikte. Wanneer ik hem beter zag, zag ik dat hij een helm en een harnas droeg, dat wel warm moest zijn in deze late zomer. Ik dacht aan de boodschapper. 'Dank u zeer om mij te helpen, mijn excuses.'
Zei ik toen hij me recht had getrokken met zijn gespierde armen. Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Zen zijn cape over  zich wilde trekken maar de wachter staakte deze missie.
'Jonge man. Heb jij nu blauw haar?!?' riep de wachter net iets te luid. Hij was zijn statigheid als wachter vergeten en leek nu als een klein jongentje van vier. Wat wel best grappig leek voor z'n spierbundel. Jammer genoeg was wat erachter kwam minder grappig. De boodschapper had dit gehoord. Hij stopte met praten en keek links de hoek om. Daar zag hij direct Zen staan. Zen stond als een steen, onbeweeglijk. Hopend dat hij onzichtbaar kon worden. Ik stond naast Zen even stijf. De wachter was nog steeds aan het praten als een nieuwsgierig kind. Wat hij zei hoorde ik niet meer. Ik was alleen nog maar aan het denken wat er nu zal gebeuren. Wordt Zen teruggebracht naar het paleis?

Lucy's purple-colored life (Dutch - Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu