Hoofdstuk 12 ''Het ziekenhuis''

206 20 4
                                    


Weken verstreken en ik had mijn dagelijkse ritme nog steeds niet opgepakt.

Dagelijks was ik enkel in mijn kamer te vinden, Mijn ouders begonnen langzamerhand mijn gedrag zat te raken. Ze snapte niet waarom ik opeens zo gedroeg.

Al had mijn moeder wel een vermoeden dat het om een jongen zou moeten gaan.

Maar dat vertelde ik haar niet, Ik wil dat niemand wat weet over Younes. Hij is verleden tijd zoals hij zelf heeft gezegd. Ondanks dat nam ik hem elke dag weer mee in mijn gedachtes.

Mijn verdriet veranderde in boosheid en ik was niet meer langer de oude Amira.

Ik voelde me gebruikt, En dom. Hoe heb ik dit ooit kunnen laten gebeuren? Waarom had ik hem een kans gegeven. Hij is erger dan dat ik dacht.

''Amira? Kan ik even binnen komen?'' Vroeg mijn moeder die bij de deuropening stond.

''Ja hoor''

Mijn moeder sloot de deur achter haar dicht en kwam naast me op bed zitten.

''Wat is er toch met je aan de hand lieverd?'' Vroeg ze bezorgd.

''Ik ben ziek, Over een paar dagen ben ik weer de oude.''

''Als je ziek bent gaan we langs de dokter.'' Stelde mijn moeder voor

''Nee, Dat hoeft niet. Ik wil enkel gewoon rust.''

''Die hebben we je de afgelopen weken gegeven, Je vader en ik willen nu weten wat er aan de hand is. Als je echt ziek bent dan gaan we naar de dokter.''

Mijn moeder keek me doordringend aan en ik ontweek haar blik. Ze slaakte een diepe zucht en stond op van mijn bed.

''Kleed je alvast om, Ik ga een afspraak maken bij de dokter''

Zonder nog op mijn reactie te wachten verliet mijn moeder me kamer. Ik deed wat ze van me vroeg en kleedde me om.

Ik ging liever met haar naar de dokter dan dat ik haar moet vertellen wat er speelde.

Mijn ouders waren fel tegen een relatie. En vooral mijn vader. Het zou mijn situatie enkel erger maken. Vooral omdat ik ze beloofd had dat ik me enkel zou focussen op mijn studie.

Mijn vriendin Hind belde me dagelijks op om te vragen hoe het ging. Ook kwam ze vaak langs met huiswerk opdrachten die we moesten maken.

Ondanks dat ik graag mijn diploma wou behalen deed ik niks. Mijn concentratie was verdwenen samen met mijn motivatie om naar school te gaan.

Wat 1 persoon wel allemaal niet kan aanrichten in zo'n korte periode.
Aangekomen in het ziekenhuis liep ik samen met mijn moeder richting de wachtkamer.

Ongeduldig wachtte ik totdat ik geroepen werd. Het liefst wou ik gewoon weer in mijn bed liggen en alles op mijn manier verwerken.

Het is niet de beste manier, Maar dat was de enige plek waar ik op dit moment wou zijn. Alleen en in mijn vertrouwde kamer.

Mijn moeder bladerde wat door de tijdschriften en ik bestuurde elk persoon die de wachtkamer naar binnen kwam.

Voor even leek het alsof de tijd stil stond. Ik zag je naar binnen komen en je merkte me niet op, Je nam verderop plaats en keek gevoelloos naar de grond.

Een andere jongeman kwam naast je staan en legde zijn hand op je schouders. Hij fluisterde wat tegen je en je glimlachte droog.

Wat doe jij hier? Ben je net als mij kapot van de breuk? Ben je ook gedwongen om naar de dokter te gaan?

Ik vroeg me van alles af en bleef je enkel aanstaren. Het liefst liep ik naar je toe om te vragen wat nou de waarheid was van onze breuk.

Maar ik durfde niet, Bang om iets te horen wat ik liever niet wil horen.

Ik hoorde mijn moeder me naam roepen en geschrokken keek ik haar aan.

''Waar zit jij toch met je gedachtes?''

Ik negeerde haar vraag en liep als een klein kind achter haar aan. Voor de laatste keer draaide ik me naar je om en je zag me staan.

Je was net als ik verbaast om elkaar weer hier terug te zien. Ook zag ik in je ogen dat je je betrapt voelde.

Mijn moeder raakte in gesprek met de mevrouw in de balie, En wij bleven elkaar maar aankijken.

In de verte zag ik een jongedame op jou en je vriend aflopen. Ze begroete de jongen met een hand en jou met een intense omhelzing.

Gekwetst keek ik weg. Ik had dus wel gelijk, Je hebt een ander. Vandaar dat je niet met mij verder wilt. Je houdt van haar en niet van mij.

Met moeite hield ik mijn tranen in. Ik kon echt elk moment uitbarsten.

Mijn moeder trok me aan mijn hand en we liepen achter de dokter aan naar zijn kamer.

We namen plaats en mijn moeder nam het woord. Ze vertelde wat ze aan mij opmerkte en wou graag dat ik geholpen werd.

Terwijl mijn moeder doorsprak keek ik enkel voor me uit. Ik moest even de tijd nemen om alles te verwerken van net.

Dat was 1 van de dingen waar ik een hekel aan had van mezelf.

Ik was te zacht en goedgelovig. Al deed je wat verkeerds ik zocht het goede in je. Ook dit keer deed ik het bij Younes.

Misschien was het wel een familie lid? Of een goede vriendin van hem.

Ik probeerde mezelf van alles wijs te maken, Zolang ik de waarheid maar niet onder ogen hoef te zien.

''Amira? Hoor je wel wat de dokter zegt?''

''Uhm, Sorry. Kunt u het misschien herhalen?''

De dokter keek me strak aan en vroeg wat heel anders. ''Wil je liever onder 4 ogen spreken?''

Mijn moeder keek me aan en stelde voor om dan buiten te wachten. Ik knikte met mijn hoofd en ze verliet de kamer.

De dokter vroeg over mijn dagelijkse bezigheid en hoe het komt dat ik opeens zo achteruit was gegaan.

Ook hem kon ik niet vertellen wat er echt was. Ik vertelde hem dat ik last had van paniekaanvallen en dat ik bang was om mijn diploma niet te behalen.

Hij geloofde wat ik zei, En vertelde dat volwassenen van mijn leeftijd hier vaak me te maken hadden.

Hij schreef me een recept uit en wenste me veel sterkte. Ik bedankte hem en nam afscheid.

Mijn moeder die in de gang stond glimlachte naar me en vroeg gelukkig verder niks over wat de dokter zei.

Ik haalde mijn medicijnen op en zocht met mijn ogen onopvallend naar jou.

Maar je was er niet meer. Teleurgesteld verliet ik het ziekenhuis met mijn moeder.

Terwijl we samen richting de auto liepen zag ik je verderop staan. Ik herkende je uit duizenden.

Je stond naast je auto en wenkte onopvallend met je hand naar me. Verbaast keek ik om me heen, Maar het was duidelijk dat je het tegen mij had.

Waarom wou je me spreken? Je had weken de tijd om contact met mij op te zoeken, Maar pas nu wanneer ik je soort van betrapt hem wil je mij spreken?

Mijn moeder stapte de auto in en ik twijfelde. Je maakte met je hand een gebaar dat je achter de straat op me zou wachten.

''Stap je nog in?'' Vroeg mijn moeder ongeduldig.

Ik zag hoe je de straat uitliep en moest dringend een keuze maken. Gaan en je verhaal aanhoren of je achterlaten zoals je met mij hebt gedaan.

Oneindige Liefde Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu