De oom

315 22 7
                                    

    Uitgeput plof ik op mijn bed. De lessen zijn eindelijk voorbij. Het meeste wat werd verteld begreep ik, dus dat was makkelijk. Eigenlijk is het altijd al makkelijk geweest, omdat ik niet veel te doen heb in mijn vrije tijd, lees ik veel boeken. Ik vind het heerlijk, er zijn zo veel verschillende onderwerpen. Ga je deze keer naar het verleden of leer je deze keer weer wat over de magie die zoveel mensen verafschuwen. Want één ding is zeker. Als het er ooit op aankomt wil ik mijzelf kunnen verdedigen. Ook het vechten heb ik mijzelf voor het grootste deel aangeleerd. Meestal keek ik naar mijn neven die buiten aan het vechten waren en deed ze dan in mijn kamer na. Niet dat mijn oom dat weet, hij zou het gelijk verbieden. Meisjes moeten borduren en vooral niet te lastig zijn. Nou dan ken je mij nog niet. 

 Ik schrik op uit mijn gedachtens als er op mijn deur word geklopt.
'Binnen', roep ik. De deur gaat open en een van de bediendes komt binnen. Ik weet van elke bediende, schoonmaker en personeel de namen. Ik wil niet zoals de rest zijn, die het niet uitmaken wat er met ze gebeurd.
'Wat is er Anabeth?' 'Meneer Joan is vandaag weer thuis gekomen en verwacht u bij het diner.'
Ik verstijf voor een seconde en zeg daarna nochalant. 'Zeg maar dat ik er zo aankom, ik kleed mij eerst even om.' Ze buigt lichtjes haar hoofd en doet de deur weer dicht. Shit, shit, shit. Dat kon er ook nog bij. Mijn oom is nog niet zo erg maar dat betekent dat zijn adviseur ook weer terug is. En die verafschuw ik. Hij straalt iets uit wat ik niet vertrouw en hoe hij soms naar mij kijkt als hij denkt dat ik het niet zie. Ik vind hem eng, maar mijn oom ziet het niet.  

Eigenlijk is hij mijn oom niet, maar de leider van de academie. Hij het op zich genomen om mij op te voeden.
Andere woorden, af en toe vraagt hij hoe het met mij gaat en voor de rest laat hij mij over aan de bediendes. Hij is niet zo erg hoor, hij zorgt goed voor mij en ik heb altijd eten en een dak boven mijn hoofd, maar het is niet het gezin wat ik zou willen.

Ik zucht. Nou ja, daar gaan we dan. Ik trek één van de jurken aan die hij voor mij heeft gekocht voor de diners. Hij zei dat hij er gek van werd dat ik telkens, in wat hij vond, jongenskleding aankwam. Wat kan ik er aan doen dat meisjes kleding zo onhandig is. Je kan er niet mee op zoektocht en je kan er ook niet in vechten.
Ik haal de borstel nog even door mijn haar en dan loop ik de deur uit. Ik doe de deur wel op slot. Je weet maar nooit wie anders je kamer binnen komt. Ook al zou dat eigenlijk niet zou hoeven als je bedenkt dat er twee bewakers voor mijn deur staan. Nou eigenlijk één. Eentje gaat met mij mee. Gewoon voor de zekerheid, zeggen ze. Alsof ik dat geloof. 

Ik loop door de gang naar de trap toe. Aan de muren hangen allemaal schilderijen van magiërs die op de academie les geven of hebben lesgegeven. We lopen de trap af, ook daar hangen overal schilderijen, het is eigenlijk bijna een museum. Maar elke persoon is even belangrijk, want ze zijn van adel. 
Soms heb je het gevoel dat de personen in de schilderijen je volgen, maar als je dan kijkt zie je niks, ook al weet ik honderd procent zeker dat er iets is met die schilderijen. Het zou mijn niet verbazen als het ook echt zo was. Bovenal is het een magische academie, wat ze allemaal wel niet kunnen, dan zou dat niet lastig voor ze moeten zijn.

Beneden aan de trap kan je drie kanten op. De linkerkant leidt naar de balzaal, waar ik echt nooit naartoe ga als ik de keuze heb, niet dat het geen mooie kamer is, maar ik hou niet van dansen. En al helemaal niet met die kakkige mensen die denken dat ze beter zijn dan de rest.

De rechterkant leidt naar de oostvleugel, waar zoveel kamers zijn dat in al de jaren dat ik hier woon nog steeds niet alle kamers heb onderzocht.
En tot slot de middelste dat ik nu neem. De middelste leidt naar het gedeelte wat verboden terrein is voor de leerlingen van de academie, behalve voor mij natuurlijk.
De gang leidt naar het vertrek van mijn oom. Natuurlijk is het niet een kamer maar een heel groot deel van het gebouw waar de vergaderingen, diners, overleggen en de diploma's uitreikingen van de academie plaatsvinden. Er zijn vast wel meer dingen die daar plaats vinden maar daar mag ik niets van weten. Ik ga niet zeggen dat dat ook zo is, maar ik heb geen zin in meer bewakers, dus ik zeg niks. 

Soms raak ik nog steeds verdwaald in de academie. Er zijn zoveel kamers, gangen en geheime kamers dat je nooit bent uitgekeken. Als je denkt dat je alles hebt gezien, komt er wel weer wat nieuws langs. En daardoor hou ik het al zoveel jaren hier binnen vol, anders was ik allang gek geworden.

Na een kwartiertje lopen komen we eindelijk bij de eetzaal aan. Als je honger hebt, is dat gevoel alweer voorbij als je eenmaal bij de keuken bent.
Uiteindelijk komen we bij bij de eetzaal aan. In de zaal zelf al kunnen iets meer dan honderd mensen en aan de tafel ongeveer 50 à 60 mensen. Ik heb nog nooit gezien dat die tafel vol zit, maar misschien komt dan nog een keer. Aan het plafond hangt de mooiste kroonluchter die ik ooit heb gezien. Hij is gemaakt van puur goud en er zitten echte kaarsen op. De kaarsen blijven altijd branden en raken dan ook nooit op. Dat is ook het voorbeeld van magie. Vanaf de kroonluchter gaan er gouden draden naar alle hoeken van de kamer, dit veroorzaakt een sprookjesachtig effect.

Ik blijf bij de deur staan totdat mijn oom mij opmerkt. Wat wel even duurt, pas nadat een van mijn neven mijn oom aanstoot kijkt hij op van zijn krant. 'Hoe vaak moet ik nog zeggen, je hoeft niet te wachten tot ik je opmerkt. Kom gewoon gelijk binnen.' Ik haal mijn schouders op. Het is gewoon een gewoonte geworden als er iemand ander bij mijn oom en mijn neven is dat ik bij de deur blijf wachten. En dat gebeurd dus best wel vaak, want mijn ooms adviseur eet erg vaak mee, wat ik dan ook echt een nachtmerrie vind.
Ik loop naar binnen en wil de eerste de beste stoel pakken, waardoor er een enorme ruimte tussen mij en de rest zit. Mijn oom zucht, 'Kama, die nou even sociaal en kom bij ons zitten.' Nadat hij dat heeft gezegd kijkt hij mijn bewaker aan. 'Je kunt gaan.' De bewaker buigt lichtjes en loopt daarna weg. Ik loop naar de stoel naast mijn oudste neef en ga zitten. De adviseur kijkt glimlachend mijn kant op. Ik krijg de rillingen en kijk snel weg. Ooit zat ik alleen met hem in een kamer. Wat hij toen probeerde was geen pretje. Ik ben zo snel als ik kon uit de kamer gerend. De dag daarna deed hij alsof er niks was gebeurd, maar sindsdien blijf ik niet alleen met hem in een kamer.
Het eten verschijnt uit het niks op de borden. Ik ben er nu al aan gewend, maar het is altijd grappig om iemand er van zien schrikken. Het is heel makkelijk je denkt gewoon aan wat je wilt eten en het ligt op je bord. Ik naar mijn neef zijn bord en zie daar patat liggen. 'Serieus weer patat? Er bestaat ook iets anders in de wereld dan patat hoor.' 'Ja, maar er is niks zo lekker als patat.' Ik moet lachen, 'Hoe krijg je het voor elkaar om bijna elke dag patat te eten en er toch zo uit te zien?' Nu is het zijn beurt om te lachen, 'Ooit van de sportschool gehoord?' 'Ja, maar nog nooit bezocht.' 'Probeer het eens, het is niet zo slecht als het eruit ziet.' 'Ik denk erover na.' Daarmee maak ik duidelijk dat ik niet verder over dat onderwerp wil gaan. Hij haalt zijn schouders op en gaat verder met eten. Het is niet dat ik niet naar de sportschool wil, maar ik weet zeker dat mijn oom het niet zou toelaten. Daarvoor doe ik gelijksoorten dingen door de hele kasteel heen, zonder dat iemand mij doorheeft. 

Hoi hoi!
Super leuk dat je er nog steeds bent!
Laat berichten achter van wat je van het verhaal vindt! En stem natuurlijk ook ;). 

Ik ben best wel onzeker over mijn verhalen en het duurde even voordat ik het erop durfde te zetten, dus hopelijk vinden jullie het leuk!



De Parel PrinsesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu