De nieuwe jongen

234 17 6
                                    


De volgende dag vertel ik de dokters dat ik mij goed voel en dat ik echt wel weer kan lopen. Niet dat het de waarheid is, maar ik wil zo snel mogelijk uit deze kamer komen. Ik had dezelfde droom weer vannacht en weer een nieuw paar klauwsporen waren in het hout  geschrapen. 
De dokters zeiden dat ik wel weer dingen mocht doen en daardoor zit ik nu hier op stoel naar een leraar te luisteren.
Omdat Joan zei dat ik teveel had gemist. Bedankt oom. 

De deur wordt open geduwd en een jongen komt binnen lopen. Ik heb hem nog nooit gezien. Ik zou hem wel hebben herinneren. Die houding, dat betekent gevaarlijk, uit de buurt blijven.
De leraar kijkt geïrriteerd naar de deur. Wie waagt het om zijn les te verstoren? De jongen loopt nonchalant naar de leraar toe en zegt: 'Is dit klas 23B?'
'Ja', zegt de leraar geïrriteerd. 'En wie ben jij dan wel niet. Dat je zomaar mijn les verstoord.'  
 'Ik ben Eoin. Uw nieuwe leerling.' Terwijl Eoin dat zegt, komt er een vrouw door de deur gerend. 'Sorry, meneer. Ik moest even wat doen en toen was hij zomaar weg.' Ze komt even op adem. 'Dit is uw nieuwe leerling Eoin. Hij komt uit het buitenland, daardoor komt hij nu pas bij ons op school.' 
'Kies een plekje', zegt de leraar terwijl hij zich weer omdraait om verder te gaan met de les. 

Bijna elk meisje probeert hem naar zich toe te lokken, niet dat de meeste meisjes een vrije plek naast hun hebben. De enige vrije plekken zijn die naast mij en naast een meisje genaamd Felicia. Vroeger mijn bff, nu een bitch. 
De jongen kijkt om zich heen en loopt langzaam naar de plek naast mij. 
Loop door, loop door. Denk ik in mijn gedachte. Ga vooral niet naast mij zitten, maar natuurlijk kan hij mijn gedachten niet lezen en komt hij naast mij zitten. Ik zucht, great nu dit erbij.
Ik negeer hem volledig en schrijf op wat de leraar verteld, wat niet echt veel is. 

Altijd als ik mij verveel ga ik tekenen, maakt niet uit wat gewoon tekens. Ze slaan nergens op, maar mijn hele boek zit ermee onder. 'He', zegt Eoin. Hij stoot mij aan. 'Wat?' Vraag ik zuchtend terwijl ik hem geïrriteerd aanstaar. 'Nou zo te zien, zijn niet alleen de leraren hier in een slechte bui.' Ik rol met mijn ogen. 'Ik heb een pen en een papiertje nodig.' 'En wat heb ik daar mee te maken.' zeg ik terug.
Hij zucht. 'Mag ik misschien een pen en een papiertje.' Ik scheur een stuk papier uit mijn boek en geef het aan hem. 'Hier.' 
'En een pen?' Vraagt hij. Ik rommel in mijn tas opzoek naar nog een pen. Jammer genoeg zie ik er geen. Ik kijk even of de leraar niet kijkt en tover een pen in mijn hand. 'Hier', zeg ik terwijl ik doe alsof ik de pen uit mijn tas haal. 'Dankje', zegt hij. Ik draai mij weer terug naar mijn boek. 

Dankje is een woord wat ik niet erg vaak hoor. Al helemaal niet van een leerling. Ik vraag mij af hoelang het duurt voordat hij niet meer tegen mij praat. 

De les gaat langzaam voorbij. Eoin probeert nog een paar keer met mij te praten, maar ik negeer hem volledig. 

Ik loop de klas uit, terwijl ik op mijn rooster kijk. Eindelijk een vak waar ik geen rekening hoef te houden met anderen, vechten staat er op mijn rooster. Het is wel een nieuw vak, het staat er pas op sinds ik ben aangevallen. Oom wil dat ik mijzelf kan beschermen. En voor eens ben ik blij met het oefenen wat ik zelf al heb gedaan. In gedachte verzonken loop ik door totdat ik iemand wat hoor roepen. 'Hey, wit haar meid, blijf even staan.' Ik blijf staan en draai mij om, om Eoin naar mij toe te zien rennen. 'Ik heb geen idee waar we naartoe moeten en ik dacht dat je mij wel kon helpen.' Ik zucht. O wat kost het om iemand van je weg te houden. Maar in plaats van nee komt er uit mijn mond. 'Ja hoor, volg mij maar.' 

Hij glimlacht. 'Wat zei je nou ook alweer wat je naam was?' 
Ik glimlach even zoet terug. 'Dat heb ik niet gezegd.' 
Hij lacht. 'Een meid met pit. I like it.' Hij knipoogt. 'Mijn naam is Eoin.' Hij wacht terwijl ik niks zeg. 'Uh, ik weet nu wel zeker dat het jouw buurt is om je naam te zeggen.' 
Ik kijk hem aan terwijl we lopen. 'Mijn naam is Kama en dat is het enige wat je hoeft te weten.' 
Hij lacht. 'Wat een pit voor een meid.' 
Ik blijf abrupt stil staan. 'Wat zei je?' Zeg ik ijzig. 
'En ook nog snel op haar tenen getrapt ook.' zegt hij terug. Ik adem diep in en uit en loop door. Hij blijft doorkletsen over waar hij vandaan komt en hoe het daar was. Ik luister met een half oor totdat we er zijn. 
We staan voor een groot colosseum gebouwd van een speciaal soort steen. Deze steen zorgt ervoor dat als je je magie gebruikt het niet buiten het colosseum komt en schade aanricht. 

De Parel PrinsesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu