Sjokkend loop ik naar mijn kamer. Wat moet hij nou weer? Ik open mijn deur en op mijn bed zit hij te wachten. Hij leest iets wat verdacht op een van mijn spreukenboeken lijkt. Ik kuch, zodat hij opkijkt. 'Dat is privé.' zeg ik kort. Hij legt het naast hem neer. 'Sorry, maar dit ziet er erg interessant uit. Ik heb dit nog nooit eerder gezien.' Snel loop ik naar hem toe en pak ik het boek naast hem op. Dit boek is niet zoals de boeken als in de bibliotheek. Hier schrijf ik zelf mijn spreuken in en ook mijn experimenten en methodes hoe je met bepaalde magische dieren om moet gaan. Delen komen uit andere boeken, maar een groot deel is zelf bedacht. Ik leg de boek terug in mijn kast. 'Zoals ik net al zei, dat is privé.'
Hij haalt zijn schouders op. Die beweging laat mijn bloed al koken. Hij komt mijn kamer binnen, zit aan mijn spullen en ik moet dat ook nog goed vinden?! 'Wat moet je?' zeg ik kortaf. Hij kijkt mij een seconde aan alsof hij even moet nadenken hoezo hij hier ook alweer was en glimlacht dan. 'Ik denk dat wij op de verkeerde voet zijn begonnen. Ik wou voorstellen om opnieuw te beginnen.' Ik maak een geluid tussen een lach en een kuch. Ik moet mijn best doen om niet te lachen. 'Zou je denken?' zeg ik minachtend. 'Of wacht je misschien nog steeds op je drankje.' Hij haalt zijn schouders op. 'Fouten gebeuren.' 'Ja, en er zit er een precies één op mijn bed', zeg ik onder mijn adem. 'Sorry?' zegt hij, 'Ik verstond niet wat je daar zei.'Ik loop naar mijn nachtkastje waar duidelijk te zien is dat hij door mijn spullen is gegaan. Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Ik denk dat het beter is dat je mijn kamer verlaat.' Hij verzit zichzelf. 'Ik wil echt mijn best doen om op nieuwe voet te beginnen.' 'Oh, maar wij zijn al op nieuwe voet begonnen.' Ik doe een stap dichter naar hem toe waardoor hij omhoog moet kijken. 'Het begon toen je mijn BH zag.' Ik sla een van de lades van mijn nachtkastje dicht waar mijn bh in ligt. Ik wijs naar de deur. 'Daar is de deur. Zie jezelf uit.' Hij ziet er naar uit alsof hij nog wat wilt zeggen, maar hij haalt zijn schouders op en staat op. 'Dat je het weet je maakt een fout.' Ik glimlach naar hem. 'Dat zeg je toch niet nadat je een vrouw haar BH hebt gezien?' Hij kijkt mij minachtend aan terwijl hij de kamer uitloopt. Ik sla de deur achter hem dicht en zucht. Ik blijf daar even staan en doe daarna de deur op slot. Ik moet toch eens met mijn bewakers praten. Als ik ze toch heb moeten ze niet man en alleman mijn kamer binnen laten. Ik kleed mij snel om en klim in bed. Het is heerlijk om mijn eigen gedachten te horen zonder al die stemmen om mij heen.
Na een uur hebben te zitten woelen gooi ik de dekens van mij af. De afgelopen weken gaan door mijn hoofd heen. Het voelt alsof ik naar een andere persoon kijk. Er is zoveel gebeurd. Ik wil mijzelf niet nog een keer zo machteloos voelen als de afgelopen weken.
Ik loop naar mijn kast en pak mijn spreukenboek. Ik ga weer op mijn bed zitten en blader door het boek heen. Dit is een van de 5 boeken die ik heb vol geschreven met spreuken, feiten, stukjes van planten en wat ze zijn, tekeningen, ingrediënten voor toverdrankjes en nog meer. Het is eigenlijk mijn schetsboeken over wat ik door de jaren heb geleerd. Bijvoorbeeld het doorspoelen van tijd. Dat begon omdat ik mij zo verveelde en ik zat te fantaseren over hoe ik de leraar sneller kon laten praten, zodat ik eerder uit de les kon. Dus ik zat een beetje te klooien en veegde dramatisch met mijn hand naar links alsof ik het wou doorspoelen. En opeens begonnen alles sneller om mij heen te gaan. De leraar praatte sneller, de leerlingen bewogen sneller, voor zover dat kon en opeens was iedereen bezig met het inpakken. Ik had de hele dag nodig om erachter te komen hoe ik het stopte. Daarna na veel oefenen en fouten kon ik de lessen zo doorspoelen zodat ik er alles hoefde te zitten en daarna weer op kon staan. Helaas bleken er ook negatieve dingen aan het aanpassen van tijd te zitten. Ik begon mijzelf fysiek anders te voelen, alsof mijn hersenen wel mee konden met het versnellen van tijd, maar mijn lichaam het niet aan kon. Mijn lichaam begon steeds meer pijn te doen en mijn spieren begonnen steeds meer te verslappen. Dit ging door totdat mijn oom een tovenaar op bezoek had die als gave tijd had. Toen alles om hem heen begon te versnellen was het snel afgelopen met dit en heeft die tovenaar mij even neergezet om uit te leggen wat tijd versnelling met je kan doen. Wat blijkt is dat omdat je de tijd versnelt je ook alle moleculen versnelt. Alles tot het kleinste level. En dus niet alleen in mijn klaslokaal, maar overal. En omdat jouw lichaam niet hetzelfde tempo gaat als de rest van de wereld, gaat je bloedsomloop van verlaagd naar verhoogd en de hele tijd deze vicieuze cirkel. Na dit te hebben gehoren ben ik toch minder gaan doen. Ik zeg niet dat ik ermee ben gestopt. Soms komt het wel heel handig uit, maar ik heb een paar maanden bij die tovenaar gewoond om als zijn boeken te lezen en er meer van te leren. Dat waren een aantal maanden waar ik erg veel van heb geleerd.Ik blader door mijn boek, totdat ik bij een spreuk eindig die ik nooit heb afgemaakt. Ik pak mijn potlood uit een van de lades van mijn nachtkastje die ik nog niet dicht had gedaan en begin met schrijven. Het is een oude. De spreuk zelf heb ik wel geperfectioneerd, maar nooit opgeschreven. Het is een mengsel van meerdere spreuken bij elkaar. Wat het eigenlijk doet is het oplichten van je aderen in je hand, zodat je een soort van lantaarn hebt. Het is niet de handigste spreuk die ik heb bedacht en ziet er beetje raar uit, als je bedenkt dat je het licht van je aderen blauw is in plaats van rood, maar het werkt wel goed met het feit dat je zelf kan bepalen hoeveel licht je wilt hebben, zonder dat je een vlammetje in je hand hebt. Een vlam is toch onvoorspelbaar. Het gaat grotendeel van de tijd goed, maar een vlam heeft ook een gedachten van zichzelf. Het moment dat je de vlam vrij zet eet het alles op wat het maar aan kan raken. Daarom heb ik hem ooit bedacht. Niet dat ik hem gebruik, maar het is wel eens handig geweest als ik bijvoorbeeld weer in het donker de toren naar mijn kamer toe moest klimmen. Dan hielp het wel als ik kon zien waar ik mijn handen moest vastpakken.
JE LEEST
De Parel Prinses
FantasyKama woont op een Magische academie, waar adel hun kinderen naartoe brengen om magie te leren. Maar zij is geen adel, ze was als wees bij de academie neergelegd. Kama heeft altijd al het gevoel gehad dat ze er niet bij hoorde, dat ze anders was. Maa...