De droom

224 17 7
                                    


De rest van de week is een waas. Ik loop bloedvergiftiging op door de wond en heb daardoor hele hoge koorts. Ik herinner mij alleen nog dat er iemand naast mijn bed zat. Na één week begint de koorts eindelijk te dalen.

'Hoe voel je je,' vraagt Maron, die naast mijn bed op een stoel zit. 'Alsof ik door 3 paarden over ben gerend', zeg ik zuchtend. Hij lacht. 'Tja, het is ook niet niks, om je door de enige wolf van dit gebied te laten aanvallen.'
Ik haal mijn schouders op, 'De pech achtervolgd mij.'
'Ja, zo'n mooie meid kan hij ook niet met rust laten.' Ik lach, wat ervoor zorgt dat ik in elkaar krimp, door de wond bij mijn ribben. 'Hou jij het flirten maar, bij je talloze vriendinnen.' 

Hij kijkt bezorgd naar mij, voordat hij zegt: 'Tja, theoretisch gezien ben je niet mijn zus.' Ik trek een vies gezicht. 'Gadver, waag het niet om dat ooit nog te zeggen.'
Ik probeer omhoog te komen om beter te zitten en voel gelijk een pijnschoot door mijn lichaam heen. Maron pakt mij snel vast om mij voorzichtig omhoog te helpen. 

'Rustig aan, jij. Het is niet niks, waar je doorheen bent gegaan.' Hij zorgt ervoor dat ik goed rechtop in mijn bed zit, voordat hij zelf weer gaat zitten. 'Je moet nu gewoon rusten, er is niks meer dan je kan doen.' Ik kijk hem teleurgesteld aan. 'Kom op, zeg. Vertel mij nu niet dat je gaat pruillippen. Je bent daar veelte oud voor.' Ik kijk hem heel zielig aan. 'Kama, kom op, stel je niet aan.' Ik blijf het nog steeds aanstaren. Hij gooit zijn armen in de lucht. 'Wat moet ik met jou. Ik kan elke vrouw aan en dan kom jij de hoek omlopen van, hey, ik ben je zwakte punt.' Ik glimlach en begin te gapen. Hij staat op en zegt. 'Ik heb je al veelte lang wakker gehouden, je moet weer gaan slapen.' Ik knik, terwijl hij mij weer helpt om te gaan liggen.

Ik schrik wakker als ik een getrippel in mijn kamer hoor. Langzaam hijs ik mijzelf omhoog en kijk om mij heen. Ik zie niks raars, maar er is iets anders. Het ruikt anders in de kamer. Het ruikt naar dennenappels en rozemarijn. Fronsend kijk ik om mij heen, maar ik zie echt niks anders. Wat is die geur dan? Na een tijdje alert om mij heen te hebben gekeken, geef ik het op en wil ik weer gaan liggen, als ik weer getrippel hoor. 

Alert kijk ik op. Oké, dat verbeelde ik mij echt niet. Langzaam komt de wolf van het bos door de deur heen. Zijn lichaam zit vol bloed en hij hijgt manisch. Ik gil keihard, hopend dat er iemand komt, maar het lijkt net alsof er niemand is. Hij loopt langzaam naar mij toe, terwijl het bloed van zijn vacht afglijd. Het lijkt bijna alsof hij kwaadaardig lacht, maar dat kan niet, dus dat beeld schud ik uit mijn hoofd. Ik heb nog nooit zulke blauwe ogen gezien en het lijkt net alsof ik mij er niet van kan afwenden. Ik blijf hem aanstaren, totdat er iets in mij knapt. Ben je nou helemaal gek geworden? Er loopt een bloeddorstige wolf naar je toe en jij staart alleen maar? Zoek een wapen? Angstig kijk ik om mij heen. Wat kan ik gebruiken, om hem van mij weg te halen? Denk Kama, denk. 

Opeens blijft hij staan, terwijl het bloed van zijn vacht blijft druppen. Drup, drup, drup. Het lijkt net alsof iets mij naar de wolf toe lokt. Ik schud mijn hoofd en kijk nog één keer de kamer rond, hopend op een wonder, als ik iets zie. De pookstok voor de open haard, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht, maar om daar te komen moet ik wel een stuk rennen. Ik moet het erop wagen, door de pijn bijt ik wel even heen. No way, dat ik hier dood ga. Ik kijk hem aan en spring dan uit mijn bed en zet het op rennen, naar de stok. De pijn is ondragelijk, maar ik zet mijn tanden op elkaar en bijt door. 

De wolf rent achter mij aan, maar is net te laat. Ik heb de stok al vast en wijs met de punt naar hem. Zwaaiend met de punt naar hem, loop ik naar hem toe. Hierdoor moet hij wel een stap naar achter doen. 'Brave hond', zeg ik, de stok nog steeds in zijn richting houdend.
O god, ik zou zweren dat hij aan het lachen is. Hoe hij mij aankijkt, met een en al spot. Alsof hij meer had verwacht. Langzaam dwaal ik weer af in de ogen van de wolf. Blijf gefocust Kama, dit is niet het moment om af te dwalen.
De wolf probeert een stap in mijn richting te zetten, maar ik ben hem te snel af en prik hem hard met de stok. Ik duw zo hard, dat er bloed uit hem komt lopen. Hij kijkt mij geïrriteerd aan. Shit, dat had ik niet moeten doen. Langzaam doe ik een stap achteruit, terwijl hij steeds dichterbij kom. Ik probeer hem weg te houden, maar het maakt hem niet meer uit. 

Uiteindelijk sta ik tegen de muur geplakt, met geen enkele uitweg. Stamelend zeg ik, 'S-s-stoute hond, t-terug jij. Ik waarschuw je, k-kom niet dichterbij.' Spottend kijkt hij mij aan en zet langzaam één van zijn poten dichterbij mij.
Jesus, deze wolf kent sarcasme.
'Zeg niet dat ik je niet heb gewaarschuwd.' Ik stuur een lichtflits op hem af, die hij snel ontwijkt. Verbaasd staart hij mij aan. 'Terug hond', zeg ik nu met meer zelfvertrouwen, terwijl ik een stap zijn kant opzet. Een vuurbal licht op in mijn hand. 'Ik zou dit niet willen gebruiken.' Twijfelend zet hij een pas terug. Waardoor ik meer ruimte krijg en ik snel uit de hoek kom. De vuurbal dooft langzaam uit, terwijl ik de energie uit mij voel vloeien. Als de wolf ziet dat ik mijn magie niet meer gebruik, glimlacht hij.

Hij rent op mij af en ik gil het uit. Net op het moment dat hij mij gaat bijten, voel ik iemand mij door elkaar schudden en kijk ik verbaasd om mij heen. Helemaal bezweet lig ik in mijn bed. Aaron staat naast mij, 'Wat is er aan de hand? Ik liep langs en ik hoorde je gillen en waar zijn de dokters?' Opgelucht haal ik adem. Het was maar een droom. 'Ik had een nachtmerrie, meer niet. Hij kijkt mij bezorgd aan. 'Ik ga een dokter halen, je wonden zijn weer opengegaan.' 

Hij loopt weg om een dokter te halen, als ik iets vreemds opmerk. Ik ruik dennenappels en rozemarijn. Nee, dat is niet mogelijk. Ik verbeeld het mij maar. Het was maar een droom, niks om je zorgen voor te maken. 

Ik ontspan bijna als iets op de grond mijn aandacht trekt. Ik kijk naar beneden en ik moet er alles aan doen om niet te gillen. Precies naast mijn bed, zitten een paar rechte klauwsporen, diep in het hout gekerfd.

Hoi iedereen,

40 lezers! Bedankt iedereen!! Ik had niet verwacht dat, zo veel mensen het zouden lezen. 

Ik vroeg mij af of jullie nog andere verhalen van mij wouden lezen, of denken jullie dat ik het bij dit verhaal moet houden? Ik hoor het graag!

Tot het volgende hoofdstuk.

De Parel PrinsesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu