Ik klop op zijn deur en wacht hijgend. Hij doet de deur open met een slaperig gezicht en met een bloot bovenlijf en alleen een onderbroek aan. Ik voel mijn wangen snel rood worden en kijk de andere kant op. 'Uh, dit is denk ik niet het beste moment. Ik kom later wel terug.' Maar voordat ik mij kan omdraaien trekt hij mij al naar binnen en doet de deur achter mij dicht. Hij kijkt mij voor een paar seconde aan, terwijl ik daar ongemakkelijk staat. 'Blijf hier', zegt hij. Hij loopt weg om een minuut later terug te komen met een broek aan. 'Oke, wat wou je mij vertellen?' Met horten en stoten komt mijn verhaal uit mijn mond. Aan het eind zit hij lachend op het bed. 'Nou, ik ben blij dat ik jou niet ben.' Ik stort mij neer op het bed naast hem. 'Wat moet ik nu doen? Ik ben zo de pineut.' Hij lacht, 'Ik denk niet dat je je er te erg zorgen over hoeft te maken.' Ik wil wat terug zeggen als mij iets opvalt. 'Wat is dat op je rug?' Hij kijkt verbaasd op. Ik wijs naar een tekening. Hij lacht, 'Oh, dat oude ding. Dat is een tattoo.' Ik kijk hem niet begrijpend aan. 'Vertel mij niet dat je nog nooit een tattoo hebt gezien.' Ik haal mijn schouders op. 'Ik kom niet echt buiten de academie weet je nog.' Hij kijkt mij even aan draait zich dan om, zodat ik het kan zien. Op zijn rug lopen meerdere lange littekens. Ik raak ze voorzichtig aan. Hoe zou hij er aan komen? Wat zou er precies zijn gebeurd? Ik schud mijn hoofd, ik moet mij niet altijd met andermans zaken bemoeien. Ik kijk naar de tattoo op zijn rechterschouder. Het heeft de vorm van een wolf die huilt naar de maan. Gefascineerd kijk ik er naar. Ik heb nog nooit zoiets gezien, het zit in zijn huid. Hoe zou het erin zijn gekomen? Wat had daar voor gezorgd? In plaats van dat te vragen, zeg ik niks en staar ik er gewoon naar. Ik heb nog nooit zo iets moois gezien. De kleuren die op de huid in elkaar vloeien.
Hij draait zich na een tijdje om. 'Dus hoe gaat het nou met je?' Ik kijk hem vragend aan, terwijl ik mijn schrik niet probeer te laten zien. Wat weet hij? Hij heeft hij door dat ik stemmen hoor? Dat ik steeds gevaarlijker ben om bij te zijn? Dat ik elk moment wat in brand kan steken?
'Je weet wat ik bedoel.' zegt hij. Shit, hij weet het. 'Ik...' Stamel ik. Hij rolt met zijn ogen. 'Je bent afwezig in klas, je vermijdt mij en je bent jezelf niet meer! Daar moet een reden voor zijn. Is er iets thuis aan de hand? Is het die vriend van je oom?' Ik schud nee. 'Het is niks. Ik ben de laatste tijd gewoon een beetje afwezig. Ik heb het gewoon veel stress van school, het is gewoon erg veel allemaal. Ik probeer alles in te halen en het is gewoon erg veel.' De leugens vloeien te makkelijk uit mijn mond. Ik voel mij altijd een beetje schuldig als ze er uit komen, maar het is zo makkelijk geworden dat het bijna mijn tweede natuur is. Niemand heeft het door als ik lieg. Hij staart mij even aan voordat hij zegt, 'Dat je maar weet, dat als je ooit iemand nodig hebt ik er voor je ben.' Ik glimlach, de eenzaamheid verstoppen, want ik zal nooit voor dit naar hem gaan.Ik wil nog iets zeggen, maar een gaap glipt er tussen door. Hij glimlacht, 'Ik denk dat er iemand moe is.' Ik wil nog iets zeggen, maar de volgende gaap komt al weer op dus ik haal mijn schouders maar op. 'Weet je wat', zegt hij. 'Als jij nu gewoon naar huis gaat, dan zie ik je morgen in de klas.' Hij duwt mij langzaam richting de deur. Ik stribbel niet tegen. Ik loop op mijn gemak naar huis. Het moment dat mijn hoofd het kussen aanraakt val ik in slaap.
Ik schrik wakker. De zon is al boven de horizon uit. Snel kleed ik mij aan en sprint ik naar de dinerkamer. De bewakers hebben last om mij bij te houden. Ik kom hijgend aan, zelfs zonder te kijken of er iemand anders is ren ik snel naar de tafel. Ik plof neer op mijn stoel. 'Ik weet dat ik te laat ben.' zeg ik hijgend. Mijn haar zit nog half in de war van de snelle borstel die ik er doorheen had gehaald. Pas als ik door heb dat er niemand praat kijk ik echt goed om mij heen. 'Ook een goede morgen', zegt mijn oom. 'We hebben deze week een gast in ons midden. Die ons net een grappig verhaal vertelde over een van onze medewerkers.' Ik moet de moeite doen om een recht gezicht te houden. 'Oh echt waar?' Ik draai mij naar hem toe. 'En waar ging dat verhaal wel niet over?' De blik op zijn gezicht is onbetaalbaar. 'Tja, uhm.' begint hij te sputteren. ' Graaf Eduard, was het toch?' Hij pakt zichzelf snel weer op. 'Ja en wat is jouw naam als ik mag vragen?' 'Ja dat mag je vragen. Mijn naam is Kama.' Hij staart mij even aan alsof die naam hem wat zegt, maar dat is gelijk ook weer voorbij. Ik kijk hem even aan, voordat ik mij weer omdraai naar mijn oom. 'En hoe was de bal?' 'Erg gezellig. Ook al kreeg ik van de keuken te horen dat je onder de modder thuis kwam. Wat was er gebeurd?' Ik haal mijn schouders op. 'Niks ergs.' 'Oke, leg dan even uit hoe je buiten kwam zonder je bewakers.' Oeps, mond voorbij gepraat. 'Uh...' Ik probeer een smoes te bedenken, maar ik kom op niks. 'Uit het raam?' zeg ik dus maar. Hij schud zijn hoofd. 'Soms weet ik echt niet wat ik met je aan moet.' Ik lach en begin snel te eten, voordat ik er iets stoms uitgooi.
Na het eten loop ik snel weg. Ik moet opschieten, als ik nog op tijd in klas wil zijn, maar voordat ik met de bewakers weg kan lopen komt Eduard eraan. 'Heren, ik begeleid haar wel naar haar klas. Ik moet daar toch zijn.' De bewakers kijken elkaar even aan en knikken dan. Shit. Dat heb ik weer. Ik begin dus maar met lopen. Hij begint naast mij te lopen. 'Dus, geen bediende.' 'Nee.' zeg ik. De stemmen in mijn hoofd worden erger. Ik heb constante hoofdpijn en kan niet goed focussen, maar ik ben goed geworden om het te verbergen. 'Maar waarom woon je dan in dit huis? Je bent niet een dochter van hem. Ik zie geen reden dat jij hier zou mogen wonen.' Dat irriteert mij een beetje. 'En ik zie geen reden dat ik dat met jou moet bespreken.' 'Misschien is het een goede reden dat ik je uit dat huis kan zetten.' zegt hij, terwijl hij nonchalant doorloopt. 'En misschien zou ik je dat wel eens willen zien doen, graaf Eduard.' zeg ik spottend. Ik had even verwacht dat hij aardig zou doen, maar daarvoor is hij een te grote eikel. Hij wilt nog iets terug zetten, maar ik zet de stap erin totdat we bij de school zijn. Ik loop de deur door en laat hem daar zonder iets te zeggen achter.
Sorry, voor de lange tijd geen plaatsing! Ik ga vanaf nu weer proberen om regelmatig te plaatsen.
Tot de volgende keer!
JE LEEST
De Parel Prinses
FantasyKama woont op een Magische academie, waar adel hun kinderen naartoe brengen om magie te leren. Maar zij is geen adel, ze was als wees bij de academie neergelegd. Kama heeft altijd al het gevoel gehad dat ze er niet bij hoorde, dat ze anders was. Maa...