De stemmen

237 18 2
                                    

Ik ben de pineut. Ik ben de pineut. Dat blijft maar door mijn hoofd rondspoken als ik achter Maddox aanloop. Hij loopt fors door, waardoor ik bijna moet rennen om hem bij te houden. Als we eenmaal zijn kantoor binnen zijn, doet hij de deur achter mij op slot en gaat achter zijn bureau zitten. 
'Wat gebeurde daar net, Kama?' Zegt hij ijzig.
Ik durf hem niet aan te kijken en hou mij stil.
Hij staat woest op en slaat met zijn hand op de tafel. 'Wat gebeurde daar net, Kama?!' zegt hij schreeuwend. 
'Weet ik niet', zeg ik zachtjes. 
'Ik vertel je het dan. Je verloor controle!' zegt hij nog steeds schreeuwend. 'Je verloor controle over je krachten.' Hij ploft weer in zijn stoel. In zijn ogen wrijvend terwijl hij zegt. 'Hoe... Hoe heb je zoveel kwaad in je?' Ik kijk hem vragend aan. Hij zucht en wijst naar de stoel tegenover hem. 'Ga zitten.' 
Voorzichtig ga ik tegenover hem zitten. De bureau tussen ons in. 'Vertel mij nu precies wat er gebeurde. Laat niks achter.' Ik vertel hem alles van de zwartheid voor mijn ogen en de stemmen die nare dingen in mijn oren fluisterde. 'Maar', zeg ik. 'Wat ik niet begrijp is hoezo ik boos werd. De opmerkingen die u maakte waren niet eens de ergste die ik heb gehoord. Ik word normaal nooit boos.' 

Hij staart mij voor een paar seconde aan. 'Je oom komt hier zo naartoe.'
Geschrokt kijk ik hem aan. 'Dat meen je niet? Je hebt hem gewaarschuwd?! Waarom?'
'Je weet waarom, Kama. Je had mensen erg zwaar kunnen verwonden.'
'Maar, dat gebeurde niet.' Zeg ik terug.  

'Nee, maar dat betekent niet dat het niet nog een keer kan gebeuren, Kama.' Zegt hij, zijn best doen zijn stem niet te verheffen. 
Ik zeg niks terug. Ik weet dat hij de waarheid spreekt. Ik kan de stemmen namelijk nog steeds horen. Ze fluisteren in mijn oor. Ze zeggen dingen. Gevaarlijke dingen. Geheimen over mensen, Hun druk punten. En hoe je ze het best kan doden.

Ik word uit mijn gedachte gedrukt als mijn oom binnen komt gerend. 
Hij kijkt mij aan met een blik die ik nooit bij hem heb gezien. Angst. 
Maddox en hij lopen naar een andere kamer waar een heftige discussie ontstaat. Ik probeer niet mee te luisteren, maar ik hoor toch een stukje. 'Je had haar nooit in huis moeten nemen. Ik waarschuwde je dat dit ging gebeuren. Dit is jouw fout. Je moet van haar af zien te komen.' Ik luister gelijk niet meer mee. Ik wil niet verder horen. Ik wil niet horen, wat hij allemaal heeft te zeggen. 

Met tranen in mijn ogen sta ik op en loop ik zachtjes de deur uit. Als de deur dicht is, ren ik weg van het gebouw. Ik had nooit mee moeten doen met het vechten, dit was een fout. De tranen stromen van mijn gezicht af. Ik ren zonder dat ik door heb waar ik naartoe ren. Ik wil gewoon weg, weg van deze plek. Uiteindelijk kom ik bij een meertje aan. Ik wil verder rennen, maar ik zie bewakers opzoek naar mij. Nee, niet deze keer. Ik klim snel de boom in en houd mij doodstil. De bewakers lopen onder mij door. Pas als ik ze niet meer zie, durf ik adem te halen. Ik blijf huilen totdat ik geen tranen meer heb. 

De zon staat laag aan de horizon, als ik gekraak hoor. Ik houd mij doodstil als ik Balder door de bomen zie komen. Hij kijkt mij strak aan, terwijl hij zegt. 'Kom naar beneden, Kama.'
Ik staar hem even strak aan. 'Nee.' 
'Wat bedoel je nee?' Zijn gezicht staat er blank.
'Nee, ik ga niet naar beneden.' Ik sla mijn armen over elkaar. 
'Dan kom ik je halen.' 
Ik kijk hem spottend aan. 'Dat ga je niet doen.' 
Hij loopt naar de boom toe en klimt erin. Hij grijpt mij bij mijn middel vast en gooit mij over zijn nek. 
'Laat mij los, Balder!' Ik probeer mij aan de boom vast te houden, maar hij neemt mij met gemak mee naar beneden. 
'Kama, stel je niet zo aan. Je bent geen klein kind meer.' 
Ik blijf hem slaan en schoppen tot hij mij op de grond neerzet. Ik kijk hem boos aan. 
Hij draait zich om en loopt weg. Na een paar meter stopt hij en draait hij zich om. 'Kom je?' 
Ik blijf stil staan. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om terug te gaan. 
Hij draait met zijn ogen en loopt naar mij toe en pakt mijn arm. 'Mee.'
'Laat mij los, Balder!' Schreeuw ik tegen hem. Hij negeert mij terwijl hij mij mee trekt. 'Balder! Stop je doet mij pijn.' 
'Dan moet je maar meelopen',  zegt hij. 
Na een tijdje geef ik het op en loop ik rustig met hem mee. 

De Parel PrinsesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu