Echt

1.1K 23 2
                                    

Niet veel later hoort Mara gerinkel in de bosjes. De anderen merken niets en lopen maar door, maar Mara is daar te nieuwsgierig voor. Ze moet weten wat dat was.  Misschien worden ze wel achtervolgt door iemand. Ze stapt de bosjes in en vind daar een jongen. Ze pakt haar zwaard en houdt deze voor zich uit. "Wie ben jij!" Roept Mara. De jongen lacht met een grijns op zijn gezicht. "Denk maar niet dat ik bang ben dit te gebruiken!" Roept Mara. Toch, blijft de jongen enkel maar kijken met dezelfde grijns op zijn gezicht. Mara rent op hem af, duwt hem tegen een boom en houdt haar zwaard bij zijn keel. "Wie ben jij!?" Roept ze dan uit. "Ben jij hier om ons te bespioneren voor Pan of zo iets?" Vraagt ze dan. De jongen moet lachen. "Wat?" Vraagt Mara. "Ik ben Peter. Peter Pan."

--------------------------------

"Pap, zeg alsjeblieft dat je een extra zwaard mee hebt?" Vraagt Mara. "Natuurlijk. Ik ben niet dom." Antwoord Hook. "Waar zijn ze?" Wilt Mara dan weten. "Uh.." Emma zucht diep. "Dat meen je niet." Zegt ze. "Ze liggen nog op m'n schip." Antwoord Hook. "Ik ga ze wel halen. Jullie blijven bij elkaar dan ben ik zo snel mogelijk terug." Stelt Hook voor. "Dat is geen goed idee." Vindt Emma. "We hebben die zwaarden nodig! We kunnen niet onszelf verdedigen met een stukje hout!" Roept Mara zenuwachtig. "Mara, wat is er aan de hand?" Vraagt Hook dan. Dan slaat Mara dicht. "Niets. Ik wil gewoon dat iedereen veilig is en blijft." Zegt de dan een stuk zachter. Hook knikt en pakt zijn dochter in een knuffel. "Ik ga, dan kom ik terug. Geen zorgen. Blijf jij bij Emma samen met Henry en Max." Legt Hook uit. Mara knikt.

"Doe voorzichtig." Zeggen Mara en Emma tegelijk. Als Hook uiteindelijk uit zicht is, stelt Emma voor om verder te lopen. "Is dat wel zo'n goed idee?" Vraagt Mara. "Ik bedoel, zonder wapens en zo." Zegt ze er nog gauw bij. Emma knikt. "Het komt wel goed." Antwoord ze. "Daarbij moeten we mijn broertje zo snel mogelijk vinden." Vindt Max en hij begint al te lopen. Emma gaat achter hem aan. Mara en Henry kijken elkaar even aan, dan besluiten ook hun maar te gaan lopen.

"We raken achter op. Kom op." Zegt Henry en hij begint al te rennen, zonder te kijken of Mara überhaupt achter hem aan komt. Mara zucht diep. Op het moment dat ze wilt gaan rennen, hoort ze plots een stem. "Psst." Mara draait zich om. In de verte ziet de Pan staan. Ze kijkt van Pan naar haar familie. Ze wilt verder lopen, maar word tegen gehouden door Pan die plots voor haar staat. "Dat is lang geleden." Zegt Pan. "Ach, rot op!" Roept Mara, die Pan voorbij wilt lopen. Helaas, mislukte poging. Hij houdt haar tegen. "Rot op? Dat is wat ik krijg te horen na een jaar? Dat terwijl we zoveel meegemaakt hebben. Auw." Je hoort de sarcasme uit zijn mond dansen.

"Wat wil je van me?" Vraagt Mara dan. "En waar is Tom!?" Roept Mara uit. "Tom, is dat echt de reden dat je hier bent?" Vraagt Pan. "Als het aan mij gelegen had, was ik hier NOOIT meer terug gekomen!" Roept Mara kwaad. "En waar is Tom!?" Pan schudt zijn hoofd. "Dat gaat niet zo makkelijk." Begint hij. "Hier, ik heb iets voor je." Hij pakt uit zijn zak een stuk papier en geeft het aan Mara. Mara opent het papier om er vervolgens niets op te kunnen zien. "Echt waar? Weer dit? Kun je niets nieuws verzinnen?" Vraagt Mara verveeld. "Je moet dit keer iets anders doen." Legt Pan uit. "Waarom maak jij overal altijd spelletjes van?" Vraagt Mara verveeld. "Graag of traag." Zegt Pan, terwijl hij het papier uit Mara's handen trekt.

"Wat moet ik doen?" Vraagt Mara zuchtend. Ze wilt niet mee doen in zijn spelletjes, maar ze weet dat hij wel de waarheid spreekt. Vorige keer werkte die kaart ook. Pan krijgt een grijns op zijn gezicht. "Je hoeft enkel toe te geven van wie je echt houdt." Zegt hij en hij geeft haar het papier terug. "Van wie ik echt hou? Waar slaat dat op!" Roept Mara. "Succes." Dan is hij weg. "Peter? Peter!" Roept Mara. "Dit is onzin!" Roept ze kwaad. Het heeft enkel geen nut meer, Pan is allang weg.

Mara zet een stap achteruit. "Jij bent Pan?" Vraagt ze. De jongen knikt. "Waarom ben je hier? Wat wil je van Henry!?" Roept Mara kwaad. "Geef me Henry terug!" Roept ze. Pan schudt zijn hoofd. "Dat gaat helaas niet zo makkelijk." Zegt hij. "Hoezo niet? Wat wil je van mij!?" Roept Mara. "Rustig, Darling. Ik wil je alleen maar iets geven." Zegt hij dan. "Noem me niet zo." Pan krijgt een grijns op zijn gezicht. "Sorry, Darling." Dan pakt hij een stuk papier uit zijn zak. "Hier." Zegt hij, terwijl hij het papier aan Mara geeft. "Wat moet ik hiermee?" Vraagt Mara verward. "Geef het aan Emma. Zeg haar dat ze moet toegeven wie ze ECHT is. Dan wijst dit stuk papier jullie de weg naar Henry." Legt Pan uit.

"Waarom zou ik jou geloven?" Vraagt Mara met een opgetrokken wenkbrauw. "Ik ben misschien niet het meest nette jongetje, maar ik hou mij aan mijn woorden." Zegt Pan oprecht. Mara zucht. "En als ik niet mee werk?" Vraagt Mara. Pan gaat dicht tegenover Mara staan. "Dan zul je Henry nooit meer vinden." Fluistert hij. Mara sluit haar ogen. Op het moment dat ze iets wilt zeggen, opent ze haar ogen. Maar Pan is weg. Gewoon weg. Ze hoorde hem niet eens weglopen. Niets. Hij is gewoon weg.

"Mara, waar blijf je nou?" Roept Henry als hij haar ziet staan in de verte. Mara rent naar haar stiefbroertje toe. "Ik euhh.." Begint ze, maar ze kan haar woorden niet thuis brengen. "Je hebt Pan gezien." Zegt Henry dan. "Wat.. hoe weet je..?" Maar dan wijst Henry naar Mara's hand. "Mam vertelde over dat papier wat je een jaar geleden ook al kreeg." Verteld Henry. Mara knikt. "Je hebt gelijk." Geeft ze dan toe. "Wat moeten we doen?" Vraagt Henry. "Wat bedoel je?" Vraagt Mara. "Om die kaart tevoorschijn te halen. Wat moeten we doen?" Wilt Henry weten. Mara is stil. Ze kijkt van Henry, naar de kaart, terug naar Henry.

I Am Peter, Peter Pan -- Peter Pan (Completed)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu