Hoofdstuk 9

49 12 10
                                    

Pov Mees

Gister had besloten om als eerst naar Zianne te gaan en daarna naar Vlo. Rond 1 uur ben ik op de fiets gestapt en ben ik naar haar gaan fietsen. Bij haar aangekomen heb ik mijn fiets in de tuin gezet. Daarna ben ik naar binnen gegaan. Samen zijn we naar boven gelopen. In haar kamer ben ik haar bed gaan zitten. Zianne kwam naast me zitten.

"Ga je me eerst het hele verhaal vertellen. Dan kunnen we daarna naar een oplossing zoeken." stel ik voor. Ze knikt. "Ongeveer halverwege de zomervakantie begon het ruzie maken. Eerst was het niet zo erg, maar na een paar weken werd het erger. Het schreeuwen werd steeds erger. Ik wist gewoon niet meer wat ik moest doen. Had ik er iets aan moeten doen? Moest ik er iets van zeggen? Zou dit mijn schuld zijn?" Ik doe mijn hand op haar mond zodat ze nike meer kan zeggen. "Zianne, luister goed naar mij. Je kan er niks aan doen dat dit gebeurt is. Het is ook helemaal niet jou schuld." zeg ik. Over Zianne's wangen rollen wat tranen. Voorzichtig haal ik ze weg. "Alles komt goed Zi." Ze schud haar hoofd. "Nee niet. Mijn moeder wilt weg en ik moet mee! Dat wil ik niet." Ik knik langzaam. "Dat begrijp ik goed. Heb je al een keer met haar gepraat?" vraag ik. "Nee... Ik durf het niet zo goed. Ze lijkt elke keer zo boos." "Ik snap het wel, maar als je niet met haar praat weet ze niet hoe jij je voelt over het verhuizen." Zianne knikt en komt tegen me aan liggen. En zo liggen we even.

Na een tijdje gaat ze weer rechtop zitten. "Is er iets?" vraag ik. Ze schudt haar hoofd. "Nee, ik wou vragen of je wat te drinken wilt." Nu schud ik mijn hoofd. "Ik heb geen dorst." Ze knikt en zegt voor de rest niks meer. Ze kijkt me aan. En ik kijk terug. Ik kijk haar diep in de ogen aan. Even vergeet ik alles omheen en ik denk dat Zi dat ook doet. Langzaam komt ze dichterbij. Onze hoofden zijn nog maar een paar centimeters van elkaar vandaan. Dan doe ik mijn lippen zachtjes op de hare. Zianne lijkt te schrikken, maar al snel kust ze me terug.

Pas na een paar minuten heb ik door wat ik aan het doen ben. Mijn ogen, die ik gesloten had, schieten open. Snel haal ik mijn lippen van de hare af. Ik sta snel op. Zianne kijk me geschrokken aan. Wat heb ik gedaan? Ik ben niet eens verliefd op haar. Of wel? Nee, echt niet. Ik ben niet verliefd. Ik wil haar niet de verkeerde ideeën geven. Als ze me dan leuk vind. "Ehh... Sorry, dit was een fout." zeg ik. Ze knikt, maar ze zegt niks. "Ik moet maar eens gaan. En eh nog een keer sorry." zeg ik. Ze knikt weer en zegt niks. Ik kijk haar aan. Ze kijkt om een manier naar me die ik niet kan plaatsen. Ik draai mijn hoofd weg en loop dan de kamer uit.

Compleet verward fiets ik hard weg van Zianne weg. Die kus doet veel met me. Meer dan ik had verwacht. Ik snap niet eens waarom ik deed. Ik vind haar niet leuk. Ik vind haar wel leuk maar niet op die manier. Een harde toeter van een auto haalt me uit mijn gedachten. Ik moet beter in verkeer opletten. Ik was te diep in gedachten verzonken. Ik kijk om me heen. Hier moet ik naar links. Dan helemaal rechtdoor en dan ben ik er.

De deur wordt open gedaan door zijn moeder. "Hoi, is Vlorile er?" vraag ik aan haar. "Ja, hij boven in zijn kamer." zegt ze. Ze stapt opzij. "Kom binnen." Binnen trek ik mijn jas uit en loop snel naar boven. Als ik voor zijn deur sta, klop ik. Ik wacht niet op antwoord en loop naar binnen. Vlo kijkt naar een papiertje in hun handen. "Hey." zeg ik. Vlo kijkt verschrikt op en vouwt gelijk het blaadje dubbel. "Oh, hey." zegt hij. "Wat doe je?" Ik wijs naar het blaadje in zijn handen. "Niks bijzonders." Snel stopt hij dat papiertje in zijn zak. Ik haal mijn schouders op en ga naast hem zitten.

"Zo, wat wou je me gister vertellen? Trouwens sorry dat ik zo snel weg ging. Ik moest nog naar Zianne en ik moest thuis zijn voor vijf uur." Ik kijk hem aan En wacht tot dat hij wat zegt. Alleen zegt hij niks. Ik knik een keer naar hem als teken dat hij mag praten. Hij kijkt me schuldig aan. Dan begin hij met praten. "Ik wou je vertellen wat er eer gisteren gebeurden. Dit is echt niet Floors schuld. Ik heb haar een soort van gedwongen. Ik was de laatste tijd echt mezelf niet. Normaal gesproken ben ik een vrolijke lieve jongen, maar dat was niet echt. Jij was echt een geweldig vriend en ja ik niet." vertelt hij. Ik wil iets zeggen. "Vl- Mees laat me alsjeblieft uitpraten." zegt hij. Goed dan hou ik me mond wel.

"Het spijt echt. Het is gewoon Iris die dood is en dat de politie niks weet over de dader! Iris was mijn beste vriendin. Ze was echt geweldig. Zelfs nu is ze dat nog terwijl ze dood is. Maar ik denk dat ik meer voor haar voelde..." Hij kijkt schuldig voor zich uit. Ik weet even niet meer wat ik moet zeggen. In de kamer heerst er een doodse stilte

"Ik verdien het niet om hier te zijn." zegt Vlo dan. Ik spring zowat overeind. Ik kijk Vlo aan. "Vlorile, dat wil ik echt nooit meer horen." zeg ik streng. "Sorry, echt ik doe de laatste tijd echt alles fout." zegt hij starend naar de muur voor hem. "Vlo, ik wil je echt graag helpen. Ik wil ervoor je zijn. Als er iets is, moet je gewoon naar me toe komen. Begrepen?" Hij knikt. Je ziet dat hij pijn en verdriet heeft. Ook zie je dat hij zich schuldig voelt. Vele zullen het zien, maar weinig zullen de reden weten.

"Er is iets wat moet je zien." zegt Vlorile. Hij pakt het papiertje die hij eerder in zijn zak stopte. "Wat je hier op staat is geheim. Ik vertrouw erop dat je het niet door vertelt." Hij heeft het papiertje aan mij. Ik vouw het open. Het is een brief. Van Iris.

ZAMEESA KUS!!!!

Voorgoed Verdwenen - Vlees fanfictieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu