Hoofdstuk 19

59 11 17
                                    

Pov Zianne

Moet ik dit wel doen? Ik kan nu niet meer terug. Misschien komt Mees wel helemaal niet. Nee dat gaat niet gebeuren. Hij wou het zo graag goed maken. Het zou raar zijn als hij niet komt opdagen toch? Ik haal diep adem. Waarom ben ik nou weer zo zenuwachtig. Hij gaat het alleen maar uitleggen. Meer hoef ik ook niet van mij.

De lucht buiten is koud. Mijn handen lijken wel bevroren. Had nou naar handschoen aangedaan. Gelukkig kwam ik snel in het parkje. Mees zat er al. Het gevoel kwam binnen toen ik hem weer zag. Nee nu niet. Ik loop naar hem toe en ga naast hem zitten.

"Hey." zeg ik zachtjes. Ik probeer hem aan te kijken, maar hij wend zijn blik steeds af. Hij fluistert iets hoi terug.

"Ik..." begint Mees. Ik kan een traan zien. Doet dit hem ook pijn? Vast niet zo erg als toen hij dit bij mij deed. "Het spijt me Zi. Ik had iets terug moeten zeggen, maar ik wist echt niet wat toen. Ik had moeten dat ik verliefd op je bent. Ik was zo verbaasd dat jij mij leuk vind."

"Vond." onderbreek ik hem.

"Vond." zegt hij zacht. "Ik dacht dat jij mij niet leuk vond toen. Ik heb vroeger misschien wat dingen gedaan die niet kunnen. Ik zou je niet eens verdient hebben. Je bent een lief meisje. En zeker super mooi. Sorry Zi. Ik weet dat ik je pijn heb gedaan."

Ik zeg niks. Ik kijk alleen naar Mees en hij kijkt naar mij. Ik kan zien dat hij er veel last van heeft. Dat hij meent wat hij zei. Dat hij echt van mij houdt.

Pov Vlorile

Ik laat me zakken op het bankje. Het bankje waar een bijna een jaar geleden Iris op zat. Ze zat hier en keek naar de sterren. Ik kijk nu alleen naar de lucht. Ik heb al overal hier gekeken, maar ik heb niks gevonden.

"Hey Vlo!" hoor ik iemand roepen. Ik kijk om en zie een jongen staan. Nog nooit heb ik hem gezien. Wie is hij? Ik geef geen antwoord en hij komt rustig naast me zitten. "Hoe ver ben je?" vraagt hij en kijkt me glimlachend aan. Als ik geen antwoord geeft zegt hij: "Je weet wel. Met de boekjes." Wacht wat? Het duurt even voordat het tot me doordrong dat hij over de boekjes van Iris praatte. Ik spring van de bank af en kijk hem boos aan.
"Hoe weet jij daar van?" Geschrokken kijk hij me aan. Overduidelijk dat hij dit niet had verwacht. Ik trek van het bankje af. "Hoe weet jij van die boekjes af!" schreeuw ik. Hij antwoord niet. "Antwoord!"
"Je moet eerst rustig worden Vlo."

"Hoe weet je mijn naam?" vraag ik als ik wat rustiger ben.
"Omdat ik de persoon die Iris vertrouwde. Volgens mij heb je het derde boekje nog niet gelezen. Ik ben Collin. De gast die naast haar op bankje zat in boekje 1." Hij weet het allemaal. Iris vertrouwde hem meer dan mij. Ik ga weer op het bankje zitten. "Je weet waarom ze je het niet kon vertellen. Ze gaf veel om je. Ze wou echt niet dat je in gevaar liep." Ik knik. Ik weet dat. Maar toch. Ik had gewild dat ze het aan mij vertelde. Wat maakt mij het nou uit of ik dan dood ga. Zolang zij maar bleef leven. "Ga naar huis Vlorile. Ontmoet me morgen hier weer. Dan vertel ik je waar het tweede boekje ligt."
"Waarom nu niet."
"Omdat je er nu nog niet klaar voor bent."
Ik ga verder niet in discussie. Traag loop ik naar huis. Door het parkje is de snelste route. Het is dan maar 10 minuutjes lopen. Ik zie twee mensen op een bankje zitten. Beide ken ik. De ene is Zianne en de andere is Mees. Ze doen niks. Ze hebben alleen oog voor elkaar. Dan zie ik dat Mees langzaam Zianne kust. Zianne kust hem terug. Snel draai ik me om en ren het park uit. Ik kan het niet aanzien dat Mees met Zianne zoent. Ik vind hem niet leuk op die manier?

Pov Mees

Snel sta ik op van het bankje. "Eh s-sorry Zi." zeg ik. Mijn hoofd is zo rood als een tomaat. Ik kijk snel de andere kant op. Een jongen rent het park uit. De jongen herken ik. Het is Vlorile. Zianne draait mijn hoofd weer. Ik kijk haar aan. Nu is het Zianne die mij zoent. Minuten lang staan we in het parkje te zoenen. Tot dat Zianne stopt.
"Ik houd nog steeds van je."
"Ik ook van jou. Wil je mijn vriendin zijn?"
Zianne knikt. "Ja dat wil ik graag. Ik moet nu weer terug naar huis gaan."
"Is goed. Ik zou heel graag meelopen, maar ik eh moet nog heel even naar Vlorile toe. Hij helpt me nog even met mijn huiswerk." verzin in. Een deel is waar. Alleen het laatste is gelogen.

Als Zianne weg is ren ik naar de andere uitgang van het parkje. Ik zie Vlorile buiten tegen een lantaarnpaal leunen.
"Vlo!" roep ik. Hij kijk op. Hij had mij hier niet verwacht. Snel ren ik naar hem toe. "Ik zag je weg rennen. Waarom rende je weg?" Vraag ik aan hem. Hij kijkt weg en haalt zijn schouders op.
"Ik had geen zin om te kijken hoe je liep te zoenen met Zianne." Hij klinkt boos.
"Ben je... Jaloers?"
"Nee natuurlijk niet!" roept hij en begint te lopen.
"Waarom doe je dan zo?"
Hij antwoord niet. Ik versnel wat om hem in te halen. Ik ga voor hem staan en kijk hem aan. "Waarom doe je zo?"
Het blijft stil en al snel voel ik zijn lippen op de mijne.

Voorgoed Verdwenen - Vlees fanfictieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu