Doodse stilte

23 9 0
                                    

Plots word ik wakker. Eerst is alles wazig, maar al snel lukt het mij om voorwerpen te onderscheiden. Ik draai op mijn zij. Recht voor mijn neus staat een kistje. Het is het kistje dat ik al eerder heb gezien! Ik gris het kistje van de grond, ga rechtop zitten en probeer het te openen.

Plotseling komt er een man op mij af en trekt het kistje boos uit mijn handen. Als een standbeeld zit ik op het matje waar ik blijkbaar in slaap was gevallen. De man loopt een stukje verder, opent een van de lades van een kleine kast en stopt het kistje daarin. Hij draagt een masker.

Dan opeens draait hij weer om en haalt zijn masker langzaam van zijn hoofd. Omg, het is de jongen! Hij begint te praten: "Are you okay? Sorry, for what I did to you, I thought you were a strange guy or something." Verward kijk ik hem aan: "Why did you leave me, alone?" Hij kijkt me aan en zegt:"I wasn't really unconcoius. I was first, but after a little while, I woke op. Than you came into the cave, what you did was so kind. You even searched for helptools." Ik bloos. "And I wanted to do something for you, so I searched for something to make fire and searched for fish, for breakfast." Ik glimlach. Deed hij dit voor mij? Hij vertelt me dat het eten bijna klaar is en dat ik even kan rusten.

Hij loopt naar me toe. In zijn handen heeft hij een bord met het ontbijt erop. Water, een klein stukje brood en vis. Hij zet het voor me neer en gaat vervolgens naast mij zitten. "Everything ok?" "Yes", zeg ik zacht. Voor een moment wordt er geen woord overgespeeld. Je hoort alleen het gesmak van het kauwen op het ontbijt. Dan ineens draait hij zijn gezicht naar mij, schuift zijn bord aan de kant en kijkt me recht in mijn ogen aan. Ik merk dat ik er een beetje ongemakkelijk van word. Het lijkt wel uren dat we naar elkaar staren. Zijn ogen zijn zo helder en zo mooi. Wat zal hij denken? Hetzelfde? Hij verplaatst een hand, steeds dichter richting mijn hand, tot dat hij de mijne bereikt heeft. Eerst heel ongemakkelijk, maar als snel verplaatsen onze hoofden naar elkaar toe. Omg, nu gaat het komen. Als hij zijn ogen sluit en mijn lippen bijna bereikt heeft, kijk ik plotseling weg. Al snel heeft hij het door. Hij kijkt niet erg blij. Waarom deed ik dit nou? "I am sorry, I don't....." Ik onderbeek hem en zeg:"you don't have to say sorry, I do." Hij kijkt weg. Er valt een stilte. Nog nooit heb ik zo'n pijnlijke stilte meegemaakt. Doodse stilte verspreid zich door de kamer. Nog een paar keer kijkt hij naar me. Ik kijk niet terug. Of toch... jawel, ik kijk één keer, maar plotseling staat hij op, legt zijn bord op een kastje en verdwijnt in een gangetje, rechts van me. Ik heb het verpest. Altijd verpest ik het. Het is klaar. Over.

runWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu