Het lijk

22 8 0
                                    

James komt de kamer ingerend. Eerst kijkt hij geschrokken naar het lijk, dan kijkt hij mij aan. Net leek hij nog zo zeker, maar die blik is volgekomen verdwenen. Ik zie dat hij bang is. Plots beweegt het lijk. "Is she still alive?", vraagt James geschrokken. "I don't..., I don't know." "RUN!", schreeuwt James naar mij, terwijl hij naar mijn arm grijpt.

Het lijk, wat dus geen lijk blijkt te zijn, springt uit haar stoel en strompelt achter ons aan. James en ik rennen zo snel mogelijk weg. Dan opeens grijpt er iets naar mijn enkel. Het is een tweede persoon! "AHHHHH!!!" James kijkt om. Ik schreeuw naar hem dat hij moet helpen. "AUU!!" Er word grof in mijn enkels gekrast met lange nagels. Als ik achterom kijk, staan er vier grote diepe krassen in mijn enkel. Nu begin ik nog harder te gillen en te schreeuwen. Maar wat doet James? Hij staart. Hij doet niets. Hij staat helemaal verstijft. Ik schreeuw nog harder. Hij moet bewegen! Ik overleef het anders niet. Dan zie ik hem bewegen. Maar waar gaat hij naartoe? Hij beweegt zich richting de deur. "NOOO, HELP ME PLEASEEE!!" Maar het is te laat. Hij sprint het huis uit en laat mij achter. Ik moet mezelf redden. Ik kijk om me heen en 2 meter verderop ligt een stok. Ik probeer erbij te komen, maar het meisje, of eerder gezegd de zombie, houdt me tegen. Dan plots laat ze even los. Op dat moment grijp ik naar de stok en begin te slaan. Eerst keihard, maar als ik zie dat ze niet meer probeert, stop ik.
Uit een andere kamer verschijnt er weer een. Als een malle ren ik naar de deur, maar ik word plots tegengehouden door nog een zombie. Hij blokkeert de deur. Ik moet een andere uitweg vinden. De trap! Als ik wil gaan rennen, voel ik de pijn in mijn enkel ineens heel erg. Ik half strompel, half ren richting de trap. Nog voor ik op de helft van de trap ben, ben ik genoodzaakt een andere zombie van de trap te schoppen. Hij valt naar beneden en valt bovenop een paar anderen. Zo snel mogelijk probeer ik naar boven te gaan. Als ik boven ben, zucht ik van opluchting. Maar het is nog niet over. Voor ik het weet staat er weer een voor me. Ik ruk een vaas van een van de kastjes en smijt die tegen hem aan. Ik ren naar een deur, open hem en draai mijn gezicht als ik binnen ben richting de deur waar ik zojuist doorheen ben gegaan. Na wat gehijg kijk ik waar ik ben beland. Het is pikdonker. Als ik een stap zet, gaan ineens alle lichten aan. Ik hoor geluiden. Gebonk. Getik. En geluid van voeten die zich voortbewegen over de houterige vloer. Wat moet ik doen!? Dan ineens springt er iets van het dak naar beneden. "AAHHHHHHH!!!!" Ik kijk recht in de ogen van een zombie!

runWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu