Engeland, 1825.
Na haar moeder en broer, vlucht ook Florence weg uit Frankrijk, voor haar drinkende vader. Ze ziet geen andere mogelijkheid dan onderdak te zoeken bij haar broer in Engeland. Daar komt ze terecht in het bruisende Londen. Waar een twe...
Thomas Smith keek me met een opgetrokken wenkbrauw aan. Die reactie had hij duidelijk niet verwacht. "En wat moet ik ervoor doen om die geheimen te weten te komen?" De verbaasde blik maakte plaats voor nieuwsgierigheid. Ik zag de twinkelingen in zijn ogen. "Het zijn niet voor niets geheimen." Ik zette een stap naar achter en merkte dan op dat zowel Mathéo als Clara niet meer in de buurt waren.
"Als je het niet erg vindt, dan zag ik nu weer naar mijn familie." Ik wurmde me door de groepen mensen, naar de zijkant van de zaal. Daar had ik nog net Mathéo zien staan.
Ik werd meteen tegengehouden. Hij greep mijn pols vast en deed me zo stoppen. "Ik zou juist liever meer te weten komen over je. Je ziet er een hele mooie en intelligente vrouw uit." Zijn hand had mijn pols nog steeds niet los. Hij drukte er stevig op, wat waarschijnlijk wel een paar blauwe plekken zou achterlaten. Ik durfde er niet meteen iets van te zeggen, om geen argwaan te trekken bij de andere gasten.
"Dankje." antwoordde ik beleefd. "Alleen heb ik nu echt geen tijd. Ik moet ..." Hij liet me mijn zin niet afmaken. In de plaats trok hij me dichter naar zich toe. Een aantal hoofden draaiden onze kant uit, duidelijk geïnteresseerd in wat er zich hier afspeelde. "Eén dans kan toch geen kwaad?" suggereerde hij. Opnieuw stond er een grijns om zijn mond. Een soort triomf dat zijn spelletje aan het lukken was. Alleen zou ik me niet zomaar gewonnen geven.
Ik zette mijn vrije hand op zijn borst en duwde ertegen, om zo meer ruimte tussen ons in te krijgen. Ik kon net een stap naar achter zetten. "Ik heb nog een heleboel mensen die ik nog niet ontmoet heb. Mathéo wacht op me." Ik probeerde me los te trekken, maar tevergeefs. Zijn greep op mijn pols was veel te stevig. Hij zou me ook zomaar niet los maken.
"Mathéo kan nog wel even wachten." zei hij, zonder de grijns van zijn mond te halen. Zijn andere arm legde hij rond mijn middel. "Volgens mij niet." Ik probeerde me opnieuw los te trekken. Zijn reactie was een lach. Hij was duidelijk tevreden met dit spelletje. Een paar mannen rondom mij hielden alles goed in de gaten. Ze hielden vooral Thomas in de gaten. Alsof ze klaar stonden om in te grijpen, maar dat om de één of andere reden niet durfden.
"Thomas. Laat me los." snauwde ik. Na een paar seconden deed hij dat ook. Althans, hij loste zijn greep op mijn pols. Die om mijn middel bleef wel nog liggen. "Waar maak je je nu eigenlijk druk om? Er zijn zoveel vrouwen die met me willen dansen en net jij hebt het geluk om ook echt gevraagd te worden." Zijn adem kietelde mijn oor. En niet op een leuke manier.
"Misschien moet je dan met één van die andere vrouwen dansen?" kaatste ik terug. Opnieuw trok hij een wenkbrauw op. "Florence, hoe vaak moet ik het herhalen? Ik wil met jou dansen. Daarom doe ik ook zoveel moeite." Ik begon het nu echt wel op mijn heupen te krijgen van hem. Vooral omdat hij maar niet leek door te hebben dat ik dit echt niet wou.
"Heb je er al over nagedacht dat ik het misschien helemaal niet leuk vind dat je zoveel moeite doet?" Ook deze reactie verbaasde hem. "Sinds wanneer vind een vrouw dat niet leuk?" De greep die hij om mijn middel had verslapte wat, waardoor ik mijn kans zag om te vluchten. Ik wurmde me opnieuw tussen de mensen door, richting buiten. Hopelijk kon ik me daar ergens verstoppen.
Ik duwde de buitendeuren open en voelde de koude avondlucht direct op mijn huid. Voor het eerst sinds Thomas me daarnet kwam lastigvallen, kon ik terug echt ademhalen. Wat frisse lucht deed me duidelijk goed. Ik zette een aantal stappen, terwijl ik een paar andere voetstappen achter me hoorde. Merde, hij volgde me duidelijk nog steeds.
Ik versnelde mijn pas en ging een hoekje om. Zo hoopte ik tot bij de voordeur te geraken, om terug naar binnen te gaan. Gelukkig kende ik hier ondertussen al wat de weg. Tijdens de eerste dag zou dit zeker een ramp geweest zijn.
Net toen ik de laatste hoek om draaide, met de voordeur bijna in zicht, botste ik tegen iemand aan. "Excusez-moi." verontschuldigde ik me meteen. Zodra ik wat beter keek, zag ik dat niemand minder dan de graaf voor me stond.
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.