19: Elven

20 4 0
                                    

"J..Je..oor.e..n..", stamelde Felix. Jade legde haar handen op haar oren en schrok net zo erg. Haar oren waren bijna twee keer zo lang geworden en hadden een spitse punt. In haar rechteroor zaten drie ringetjes. Jade rende naar het water en keek in haar spiegelbeeld.
Ze was veranderd in een elf.
"Jade, samen overleven we dit.", zei Felix terwijl hij zijn hand in die van Jade vermengde.
Jade trok haar hand ruw terug, "Ik ben niet zo'n persoon als jij!"
"Hoe bedoel je?", vroeg Felix gekwetst.
"Ik zuig geen onschuldige mensen leeg! En ik hou mij zelf niet geheim!", riep Jade terwijl ze zich om draaide en in tranen weg rende. Felix staarde haar na. Toen Jade uit het zicht was, storte hij in op een bankje. Hij pakte wat steentjes van de grond en liep naar het water. Vol woede en verdriet smeet hij de steentjes in het water. Zijn afgrijselijke spiegelbeeld werd door de waterkringen vervormd.
"Haar liefde voor mij bestaat niet meer.", zuchtte Felix.

"Felix! Ik weet niet of ik dit goed of slecht moet vinden.", zei Rhune tegen de glazenbol. "Felix is ongelukkig dus het zal makkelijker voor hem zijn om Jade aan mij over te leveren, maar het zal lastig worden om bij haar te komen.", constateerde Rhune.
Hij wreef over de glazenbol en dacht aan Jade.
De rook nam een vorm aan. Rhune zag Jade overstuur tegen een muurtje aan zitten.
Snel had Rhune haar locatie gevonden.

Jade zette haar rug tegen de muur en zakte naar beneden. Het was donker en koud. De maan liet de tranen van Jade zilver glinsteren op haar wangen.
"Waarom ik, waarom moet ik ook een monster zijn.", vroeg Jade snikkend.
Er klonken voetstappen.
Een jongen stapte uit de schaduw in het licht van een maan.
"Jade!", riep hij terwijl hij Jade omhelsde. Jade's ogen sprongen open en ze verstijfde.
"Wie ben jij?", vroeg Jade geschrokken toen ze het gedaante van haar af duwde.
Ze keek het gedaante in zijn onschuldig ogen aan.
Het had dezelfde oren als Jade, haar tot aan de schouders in wilde krullen met een dipdye van bruin naar licht groen. Het had een leren pakje aan met groene details en edelstenen. Het had een kleine neus, iets grotere onschuldige ogen en twee grote oren die triest naar beneden staan.
"Wat ben jij?", vroeg Jade.
"Een elf, net als jij Jade. Ik dacht dat je me nog wel herinnerde...", zei de mannelijke elf van een jaar of 18.
"Het spijt me", zei Jade zacht.
"Elias.", zei de elf zacht.
De ogen van Jade gingen opeens wijd open, "Elias?"
"Wat is er Jade?"
"De Elias?"
"Hoe bedoel je?"
"Mijn Elias?", zuchtte Jade.
"Ik ben de Elias van 8.", zei hij zachtjes.
Jade rende naar hem toe en omhelsde hem. De tranen stroomden over haar wangen.
Elias was vroeger de beste vriend van Jade. Ze woonden vroeger in dezelfde wijk, een onveilige wijk.
Er is daar een bocht waar van je niet kan zien wat er aan komt.
Op een dag waren ze samen aan het spelen op de straat, auto, Au! Stilte...
Elias was geraakt door een auto en is overleden in het ziekenhuis.
"Maar, hoe kan het dat je hier bent.", vroeg Jade terwijl ze zich losmaakte uit de omhelzing.
"Ik ben niet hem meer. Ik ben nu een elf. En jij ook...", zei Elias.
"Maar ik wil geen elf zijn...", zei Jade zachtjes terwijl ze naar de grond staarde.
"Waarom niet? Het is geweldig!", zei Elias.
"Ik ben geen mons- ik wil een mens zijn.", zei Jade snel. Ze wilde Elias niet kwetsen.
"Waarom, ik heb krachten. Jij ook!", zei Elias terwijl hij los van de grond kwam. Jade staarde hem aan, "Maar dat kan ik echt niet Elias." Jade schudde haar hoofd.
Uit de donkere schaduw kwamen twee handen. De handen vonden zich een weg naar de keel en de mond van Jade. Rhune kwam te voorschijn uit de schaduw en klemde Jade tegen zich aan.
"Zo Elias, dacht je dat je van mij kon ontsnappen, jou kan ik ook altijd vinden door je edelsteen. Vergeet dat niet!"
Woedend trok Elias een mouw over de edelsteen heen. Ook op de arm van Elias was er een wond ontstaan.
"Elias?", riep Jade verward, "wat is er aan de hand en wie is hij."
Snel hield Rhune Jade weer stevig vast. Het leek wel alsof Elias Jade niet meer hoorde. "Wat doe je hier Rhune.", vroeg Elias kwaad.
"Ik had je vriend Felix de opdracht gegeven haar te vangen, maar het duurt me te lang.", zei Rhune terwijl hij de armen van Jade aan elkaar vast maakte met magische touwen. "Laat haar gaan! Neem mij in de plaats.", riep Elias.
"Het spijt me Elias. Waarom is dit meisje voor iedereen zo belangrijk!", riep Rhune ook een beetje verward.
Jade en Elias hadden oogcontact gemaakt, dat zei voor hen al genoeg.
Ineen ruk draaide Jade zich om en gaf ze een knietje.
Rhune kermde van de pijn en liet Jade daarom los.
Jade rende naar Elias en pakte zijn hand. "Wat nu?"
"Geloof en droom.", zei Elias kalm. Dat was echt zo'n antwoord voor Elias. Lekker niets zeggend.
Jade sloot haar ogen terwijl ze nog steeds de hand van Elias stevig vast hield. Langzaam kwamen ze los van de grond.
Rhune kwam overeind en rende naar de twee toe.
Hij sprong en greep in de lucht.
Het schilderij nog geen centimeter of Jade's been was vast gegrepen.
"Dag Rhune. Ik hoop je nooit meer te zien.", riep Elias terwijl hij verder opsteeg met Jade.
"Tot gouw Elias, het is nog lang niet voorbij.", riep Rhune terwijl hij zijn vuisten balde.
Hij stond daar te staren tot dat ze uit het zicht verdwenen waren.

Plotseling voelde Rhune een hand op zijn schouder. De hand gleed er van af en er kwam nog een gedaante te voor schijn. Het was slank en droeg een bloedrood strapless jurkje.
"Oh, oh, oh. Alweer gefaald. Geef je het al op, broertje?", het was Aylin. "Noem me nooit familie van je. Dat hebben wel duizenden jaren geleden al afgesproken.", snauwde Rhune.
"Geef maar toe dat ik ga winnen.", snauwde Aylin wederzijds.
"Nooit!", riep Rhune.
"Waar is Jade! Wat hebben jullie met haar gedaan!", riep een jongen die dreigend met een dolk op hun af kwam lopen.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 23, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Only a vampire can love you foreverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu