4: Een envelop

49 6 0
                                    

Jade stond voor haar kledingkast. Starend naar haar kleren. Er leek opeens niets interessants meer in te zitten. Ze wilde iets aan trekken waarmee ze er normaal uitzag, maar toch een beetje sexy. Eindelijk, ze had het gevonden. Het was een rood t-shirtje met gestikte schouders en een open rug. Ze droeg het bloezend op haar high-waist spijkerbroek met scheuren. Met als schoenen haar witte sneakers. Ook al was het afspreken voor het werkstuk, Jade zag het als een goed moment om indruk te maken op Felix. Ze keek naar haar make-up koffer, "Toch nog wat mascara en een lipstick."

Felix keek droevig naar zichzelf in de spiegel. Hij dronk het elixer op en veranderde weer terug in de Felix van school. Hij lachte zonder gevoel naar zichzelf in de spiegel. Zijn monsterlijke uiterlijk was nu tenminste voor een tijdje weggewerkt. Hij trok zijn normale kleding aan en bestudeerde de gele edelsteen in zijn arm. Die edelsteen was daar als teken van gevangenschap. Zijn slavendrijver kon met een spreuk de kracht van zonnestralen laten voelen aan Felix. Elke dag voelde hij het minstens één keer om eraan herinnert te worden dat hij niet vrij was. Hij pakte een zalf en smeerde de wond in om de pijn te verminderen. Daarna pakte hij een pot met gel en deed hij zijn haar goed. Later liep Felix in zijn lange jas naar buiten. Daar stond zijn motor. Hij stapte op zijn motor en reed richting de Pheasant straat 9. Ook al had hij zichzelf gedoucht met het zonlicht tegenhoudende douchegel, hij bleef het zonlicht vervelend vinden. Daarom zette hij een zonnebril op.

Jade bekeek zichzelf nog aan alle kanten in de spiegel. Zag ze er perfect uit? Jade keurde het goed en hoorde de toeter van een auto. Snel sprintte Jade de trap af. Ze keek stiekem door het voorraam om te kijken wie het was. Het was Felix, op een motor! Ze trok haar witte zomerjas aan en liep vrolijk naar buiten. Ze had een prachtige fel roze lipstick op gedaan. Felix had zijn helm af gedaan en lachte met zijn stralende tanden naar Jade. Hij hoopte dat Jade iets wist van de Jadeïet. Hij gaf niets om dat mens, het was alleen maar nodig om informatie los te maken. Felix leefde al sinds 1602 voor Christus en zat al sinds zijn 16de jaar vast aan het slavencontract. Felix gaf zijn tweede helm aan Jade. "Hier, ik wil niet dat je iets overkomt.", lachte hij. "En als je iets overkomt heb ik weer wat te eten voor vanavond.", dacht hij er nog achteraan. Jade straalde. Ze pakte de helm en ging bij Felix achterop zitten. Dicht tegen hem aan en met haar armen om zijn middel. Jade moest denken aan van die romantische films waar ze dat ook altijd deden. Samen reden ze naar het net geopende cafeetje.

Felix reed zijn motor onder het afdak en haalde de sleutel eruit. Hij deed zijn helm af en schudde zijn haar heen en weer. Jade lachte terwijl ze haar helm ook af deed. Ze keek hem verleidelijk aan. Felix lachte, maar van binnen was het echt. Hij zal nooit iets voor Jade voelen, dacht hij. "Laten we naar binnen gaan.", zei hij toen hij van zijn motor afstapte. Hij sloeg weer een arm om Jade.

Toen ze binnen hun cola aan het drinken waren liet Jade de informatie zien die ze had gevonden. Ze was er de hele nacht mee bezig geweest, ze mocht Felix niet teleur stellen. Met foundation had ze de wallen onder haar ogen weggewerkt. Felix mocht niet klagen met zo'n mooi meisje naast hem. Het was niet het meest beroerde waar hij ooit mee had gewerkt. Jade staarde hem aan. "Is er wat?", vroeg Felix per ongeluk erg bot. Jade was er even stil van, ze keek snel de andere kant op. Felix was erg kwaad op zichzelf, hij moest het niet verpesten. Dit meisje had een grote bron van informatie van wat hij wilde hebben. "Sorry, ik heb niet zo goed geslapen vanacht.", verzon Felix als excuus. Jade kon niet lang boos blijven en zei, "Is niet erg, daar hebben we allemaal wel last van." Felix was blij hoe Jade reageerde. "Dus de Jadeïet is een edelsteen?", vroeg Felix na een kwartier. Jade lachte, "Ja, dat heb je goed begrepen." Felix lachte, "Een wit groene edelsteen met een helende werking. En wat zei je nou over Jadeïet en nefriet?" Felix was niet te houden van binnen, zou dit meisje met haar informatie de sleutel naar zijn vrijheid zijn? "Dat klopt, de Jadeïet is de zeldzame variant en de nefriet de meest voorkomende.", zei Jade trots, ze had echt veel informatie.

Het was al avond geworden en Felix stond op, "Ik denk dat het slim is dat we maar naar huis gaan." Jade knikte, "Dat denk ik ook, ik vond het echt leuk! We moeten dit vaker doen." Felix lachte zonder gevoel naar Jade. Jade had een dilemma, moest ze hem een kus geven of niet? Kwam dat raar over? Jade besloot het toch nog maar niet te doen.

"Volgende keer trakteer ik!", riep Jade lachend terwijl ze Felix uitzwaaide. Jade plofte die avond op haar bed. Ze zat echt op haar roze wolk. Wat was ze toch verliefd op Felix. Ze heeft echt geluk! Die avond lag ze de hele tijd op haar bed, lekker een film te kijken op haar tv. Heerlijke liefdes films. Bij elke film beeldde ze zich in dat Felix en zij erin speelde.

Felix zette zijn motor weg en liep naar de deur toe. Hij was best wel tevreden dat hij met Jade werkte, ook al gaf hij nog steeds niets om dat mens. Toen hij het trapje voor zijn deur opliep zag hij een gelige envelop op de deurmat liggen. Er zaten vlekken van vers bloed op, dat rook Felix. Als sluiting was er een stempel van rood klei opgedrukt. Hij pakte de envelop vast. Hij maakte de Envelop open en veranderde van woede in zijn normale gedaante, een vampier. Woedend sloeg hij de deur open en stapte hij zijn huis binnen. Toen de deur dicht was gesmeten schreeuwde Felix het uit.

Only a vampire can love you foreverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu