IX

143 9 0
                                    

Tevreden legde ze de pen neer. Haar grijze ogen gleden over de sierlijke letters heen. Zuchtend vouwde ze het blad vierdubbel. Ze had alles verteld. Geen leugens, alleen maar waarheden. Niets was geheim meer. Nu moest ze alleen nog de moed vinden om dit aan iemand af te geven. Ze wist nog niet goed hoe ze het moest doen maar dat zou ze dan wel zien. Ze was blij dat ze de moed had gehad om dit op te schrijven. Voor vele mensen leek het iets dat weinig moeite kostte. Dat het poepsimpel was. Nee, dat was het voor haar totaal niet. Het was het moeilijkste wat ze ooit gedaan had in haar hele leven. Misschien klonk dit overdreven maar het was waar. Het uiten van gevoelens vond ze erg moeilijk.

Tevreden legde ze de brief neer en keek ze door het raam naar buiten. Het onweer was al geminderd. Het getik van de regen voelde rustgevend aan. Ze blikte even op haar digitale wekker die op het houten nachtkastje naast haar bed stond. In rode cijfers gaf hij aan dat het kwart over één was. Ze onderdrukte een geeuw. Stilletjes schoof ze de ijzeren stoel achteruit. Ze knipte het licht uit en ging in het bed liggen. De lakens stonken maar ze was het al gewend. Binnenkort zou alles anders zijn, dacht ze bij zichzelf. En met die gedachte en het getik van de regen op het raam viel ze in een droomloze slaap.


Eenzaam verdrietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu