VII

141 10 0
                                    

Uit de bovenste lade nam ze een blad lijntjespapier en haar lievelingspen. De pen gleed soepel over het papier. Alles wat haar dwars zat, schreef ze op. De tranen stroomden hevig over haar wangen. Ze huilde geluidloos. Bij de muziek zocht ze troost. Het had haar altijd al een troost gegeven. Ze kon niet leven zonder. Zonder muziek had ze het nooit volgehouden, had ze nooit de moed gevonden om alles op te schrijven.

Het was al laat. Iedereen sliep al, behalve zij. Enkel zij was wakker. Nog nooit had ze het iemand verteld. Het was haar geheim geweest. Maar nu schreef ze het op. Vertellen was te moeilijk. Ze zou in huilen uitgebarsten zijn. Ze kon de woorden niet over haar lippen krijgen. Daarom schreef ze alles op. Alles. Wat haar dwars zat, wat haar gedachten waren en wat er gebeurd was de laatste jaren. Niets bleef geheim; alles werd onthuld in de brief. Ze had lang getwijfeld maar het was het beste. Niemand zou het haar nog kwalijk kunnen nemen. Binnenkort ging ze toch weg. Maar iemand moest het weten. Daar hadden ze het recht op. Al was het maar een klasgenoot, het maakte haar niet uit.



Eenzaam verdrietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu