>>12<<

265 20 9
                                    

Point of view Charlie

 'Maar nu mogen ze jou komen redden.' De irritante lach veranderd in een pijnlijke stilte.

Hoe kon ik ooit zo dom zijn? Ik krijg een sleutel mee, de sleutel van de kelder. Welke deur kun je er dan mee open maken? Juist ja de kelder deur. En wat kun je daar vinden dat handig is voor later? Je vrienden sukkel!

'Je krijgt een keuze van mij. Of je gaat zelf naar binnen of ik help je wel even.' De man begint mijn kant op de lopen. Ik zie dat zijn hand naar zijn zak gaat. Heel langzaam komt er iets tevoorschijn. Op het eerste gezicht lijkt het op een pistool, een zwart glimmend pistool.

'Nou?' Terwijl hij dichterbij komt zet ik stappen naar achteren. Dit gaat nooit goed komen. Als dat pistool geladen is en ik doe niet wat hij wil, zit er straks een kogel in mijn kop. En dat maak ik liever niet mee. Tenminste nog niet.

'Wat wil je nou verdomme? Praat!' Hij begint agressiever te worden. Hij verheft zijn stem en komt nog gevaarlijker over. Zelfs zo gevaarlijk dat ik niet zou weten wat mijn kansen nog zijn. Ik ga dood. Die zin blijft zich maar herhalen in mijn hoofd. 

'Ik loop zelf.' Komt er zachtjes en voorzichtig uit mijn mond. Nooit gedacht dat ik ooit zo breekbaar zou zijn. Ik weet niet wat deze avond allemaal met me doet. Maar ik heb vanavond al meer emoties gevoeld dan in mijn hele leven.

Het begon vrolijk, gezellig en met een lekker sfeertje. Daarna kwam de paniek, waar ik trouwens niet echt veel van heb meegemaakt. Daarna kwam de nieuwsgierigheid om te kijken in de kelder. Wat we niet hadden moeten doen. En daarna de angst dat July dood was. En ten slotte de paniek, stress en angst van het rond rennen door het huis op zoek naar iets wat ik toch niet zou vinden. Het eindigt met extreme angst. Een gevoel dat ik nog nooit eerder heb gehad. Een eng en raar gevoel.

Hij richt het pistool op mijn hoofd. De kogel is nu nog maar een meter of twee van mijn hoofd verwijderd. Ik twijfel ook niet langer en loop de kamer met de grote bruine deur in.

Ik hoor dat de grote bergschoenen me achtervolgen, wat ook best logisch is.

Nog maar een paar stappen binnen gezet en ik krijg overal al rillingen. Overal liggen potten met weet ik veel wat erin. Er hangen dezelfde schilderijen als in de gang. En helemaal achter in ligt een dood herten hoofd.

Waarom zou July ooit zo'n kamer in haar huis hebben? Ik ken haar dan niet heel goed. Maar met zoverre ik haar ken komt dit niet overeen. Misschien is haar vader een maffia baas dat kan altijd nog.

'Loop maar door.' Terwijl ik een serieuze stem dat hoor zeggen voel ik dat er iets hards tegen mijn rug wordt aangedrukt. Het pistool, ik weet het wel zeker.

Ik doe meteen wat hij zegt en loop door tot dat ik niet meer verder kan. In mijn linker ooghoek zie ik het hert liggen. Ik hoop dat het een neppe is en dat deze gast geen onschuldig beest heeft vermoord.

'Door lopen!' Wordt er vanachter naar me geschreeuwd. Ik schrik en durf daarom geen weerwoord te geven. Maar hij weet ook donders goed dat ik niet verder dan twee stappen kan zetten. Toch houd ik me gedeisd en zet die twee stappen naar voren.

'Je blijft met je neus tegen die muur staan. Ik moet even een paar dingen ophalen,' Ik voel hoe hij zijn hand door mijn haar haalt. 'Gedraag je.'

Terwijl ik naar deze muffe muur sta te staren hoor ik de deur dicht klappen. Zou die weg zijn? Voor de zekerheid wacht ik nog even een paar seconden. Maar na die paar seconden geen enkel geluid gehoord te hebben besluit ik me om te draaien.

Zonder enig benul van wat ik doe ren ik naar de deur toe. Die natuurlijk op slot zit. Al snel trek ik me terug en ga op zoek naar iets scherps. Die man is ook een mens en kan ook dood gaan. Zodra ik deze man dood krijg haal ik iedereen uit die kille kelder en ben ik de held van het verhaal dat er vandoor gaat met alle meisjes.

Met deze gedachte in mijn achterhoofd begin ik alle lades door te kijken. In elke la ligt wel wat. Maar allemaal onnozele shit zoals papieren, pennen, foto's en vooral veel posters. De posters leken donker en wreed dus ik ben er maar van afgebleven.

In al die stomme rot lades ligt geen reet. Deze gozer is veel te goed voorbereid. Het lijkt wel alsof hij weet wat er gaat gebeuren. Wat waarschijnlijk ook zo is, aangezien hij hier alles bepaald. Ja oké dat was officieel een domme opmerking.

Maar toen ik de volgende lade open deed begon ik gelijk te glimlachen. Bijna alles lag er wel in: messen, scharen, pincetten, een heggenschaar, een rol tape en wat touw. Meteen pak ik er een groot keukenmes uit. Dit moet vast wel werken.

Terwijl ik nog met grote ogen naar het grote mes sta te gluren begin ik voetstappen te horen. Zo snel mogelijk ren ik terug naar de plek waar ik stond, met mijn neus tegen de muur. Het mes houd ik stevig vast.

Vol spanning sta ik te wachten tot dat de deur open vliegt. De spanning groeit als maar sneller. Als dit mislukt heb ik mezelf flink in de problemen gewerkt. Maar je moet er ook wat voor over hebben om de held van het verhaal te worden.

Dan schiet de deur met een harde klap open. Mijn hart zit in mijn keel. De voetstappen komen steeds dichterbij. Wanneer ik niets meer hoor, slik ik hoorbaar.

'Kijk naar rechts.' Ik adem een keer diep in en doe daarna precies wat hij zegt.

Ik zie hoe hij een zwart doek van iets kleins afhaalt. Terwijl hij met dat doek aan het kloten is, probeer ik het mes zo vast te pakken dat ik hem zou kunnen neersteken.

Ik ben zo gespannen dat ik nogmaals hoorbaar slik. De man kijkt vol verbazing naar me op. Ik zie hoe hij mij gedeisd probeert te houden. En dat eenmaal met zijn ogen. Al snel gaat hij verder met het doek.

Ik adem een keer diep in en weer uit en draai me om.

'Blijf verdomme staan.' De man draait zich nu ook om, alleen net iets geïrriteerder dan net.

Maar dan ontmoet hij mij. Een tiener met een mes in zijn hand. Klaar om iemand te vermoorden.

© valorse

MoordspelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu