Pov Fay Caldwell
Met de zaklamp van mijn telefoon, schijn ik de ruimte in. 'Luna?' roep ik. 'Luna?' roep ik nog een keer als ik niks hoor. Ik zucht even. Waar kan ze zijn? Straks is ze in gevaar of doet ze iets doms. Ik kijk nog een keer rond en merk op dat er in het oude kantoortje een lichtje schijnt. Ik tuur door het raampje en kan mijn ogen niet geloven.
Ik schop iets omver, wat een gigantisch lawaai maakt. Ik been het pand uit richting mijn scooter. Ondertussen bel ik Harper. 'Je hoeft haar niet meer te zoeken. Ik heb haar gevonden.' Tranen beginnen te branden. Ondertussen voel ik dat het zachtjes begint te regenen. 'Ik leg het morgen wel uit. Slaap lekker.' mompel ik zachtjes door de telefoon.
Ik stap op mijn scooter. Ik zie Luna uit het gebouw komen. 'Fay wacht.' Ik negeer haar, start mijn scooter en rij met volle vaart weg. Niet wetende waar ik naar toe moet met mijn verdriet, besluit ik maar gewoon domweg ergens naar toe te rijden, ergens waar mij hart me brengt. Ik zet mijn scooter uit als ik er ben en bel dan aan.
Tranen mengen zich ondertussen met de regen. Er wordt open gedaan en ik staar hem even aan. 'Kom hier.' Hij pakt me stevig vast. Ik veeg de tranen weg en hij laat me binnen. 'Hoe kon ze.' snik ik. 'Rustig adem halen.' Hij zet me op de bank neer en loopt even weg. Niet veel later komt hij terug met droge kleren en een glaasje water. Met trillende vingers pak ik het van hem over.
'Ik weet niet wat ik hier doe.' 'Ik wel.' Hij staart even naar de grond. 'Luna heeft je duizenden keren voor mij gewaarschuwd. Zij verraadde jou dus nu ga je doen wat ze zei dat je juist niet moest doen.' Ik sta op en ga voor hem staan. 'Misschien heb je gelijk.' Ik ga op mijn tenen staan en raak met mijn neus die van hem aan. Hij leunt iets naar voren en onze lippen raken elkaar.
Zachtjes bijt ik op zijn onderlip. 'Wil je het nu wel? Of ga je me weer afwijzen Fowler?' Ik kijk hem even aan. Hij laat zich dat geen tweede keer zeggen en ik voel zijn handen onder mijn shirt over mijn rug glijden. Ik druk mijn lippen weer op die van hem. Ga ik dit echt doen? Er ontsnapt een kleine zucht uit mijn mond. 'Is er iets?' 'Nee.' Ik schud mijn hoofd. Calvin begint zachtjes en voorzichtig mijn nek te kussen. Alsof ik van porselein ben en elk moment in honderden stukjes kan breken.
Ik draai mijn hoofd naar links. Elke aanraking laat een tinteling op mijn huid achter. Ik huiver even als ik zijn koude handen op mijn blote buik voel. Hij tilt me daarna soepeltjes op en legt me op de bank neer. 'Zullen we maar naar boven gaan?' 'Ja laten we maar doen.' giechel ik.
***
Ik zucht en trek de deken over me heen. Ik kijk naar Calvin die naast me ligt. Zijn borst gaat regelmatig op en neer want aangeeft dat hij slaapt. Ik pak mijn telefoon die ondertussen nog steeds doodgegooid wordt met berichten van Carter, Luna en Harper. Ik draai me om als ik merk dat Calvin begint te bewegen. Ik voel een arm om mijn middel heen en hij trekt me dicht tegen zich aan.
'Morgen prinses.' zegt hij mompelend. Ik schud lachend mijn hoofd en ga recht op zitten. 'Wat is er?' Hij kijkt me aan. 'Niks.' zeg ik. Hij zucht. 'Waarom zucht je?' 'Niks.' zegt hij en probeert daarmee mij na te doen. 'Je bent irritant.' Hij lacht. 'Ik moet gaan.' zeg ik. Ik stap uit bed en gris mijn kleren van de vloer. 'Ach blijf nog even babe, het was net zo gezellig.' Ik schud mijn hoofd. 'Een one night stand.' zeg ik. 'Wat?' 'Dit was een one night stand. Ik kon niet helder nadenken. We vergeten dit oké?'
'Als jij dat wil mop, maar je kan niet ontkennen dat dit de beste seks ooit was.' zegt hij en grijnst. 'Een beetje gelijk heb je wel.' Ik fatsoeneer mijn haar en sta op het punt om weg te lopen. 'Een beetje? Kom op.' roept Calvin me nog na.
'Ja een beetje.'
JE LEEST
From sweet to bitter
Romance'Als je er eenmaal van geproefd hebt, wil je niet meer terug.' Wanneer de lieve Fay een voorproefje krijgt van het slechte, slaat alles om. Ze veranderd van de lieve suikertante naar het bittere kreng dat de school terroriseert. En dat allemaal omd...