Hoofdstuk 10

4 1 0
                                    


In de gouden hal hoort ze dat er weer mensen zijn die zich tegen de draken verzetten. Deze keer is het in Manzona Heaven. Ze verzamelt als een gek haar leger. Onderweg naar de poort wordt er weer een aanslag op haar leven gepleegd. Deze keer draagt ze haar harnas. Binnen de minuut komen er twee draken die een mens tussen zich in dragen, naar haar toe. 'Ik wacht niet tot ik terug kom van de veldslag om je te straffen. Ik doe het hier wel en laat zien wat er gebeurt met diegene die een draak proberen te vermoorden!' zegt Nachtschaduw. Ze raakt de moordenares met de punt van haar snuit aan terwijl ze magie oproept. Ze vormt onhoorbaar een toverspreuk. Vanuit de grond komen er kleine gouden draken die zich om de moordenares wikkelen. Een om elke arm, een om elk been. Wanneer de draken om haar heen zitten, komt er een grotere draak die zijn poten om de romp van de moordenares slaat. Langzaam groeit hij aan het lichaam van de moordenares. Zijn nek wordt haar nek, zijn staart wordt haar staart en zijn vleugels worden haar vleugels. Wanneer de kleine draken zich afwikkelen (behalve de draak om de linker voorpoot) en de grond weer ingaan, blijft er een draak achter. Deze draak is in plaats van normale kleuren glitterend goud. Wanneer de draak zijn/haar poten beweegt, beweegt de draak die om zijn linker voorpoot zit mee. Na hem/haar even te laten wennen aan zijn/haar nieuwe lichaam, stuurt Nachtschaduw hem naar haar paleis waar hij voor haar gaat werken. Zodra de draak weg is, trekt ze met haar leger verder.

De vlucht naar de hoofdstad van het vroegere mensenrijk neemt 3 dagen in beslag. Het verbaast Nachtschaduw dat ze zo snel aankomen, sinds normaal gesproken een draak er 5 dagen over doen. Eenmaal bij de hoofdstad aangekomen, is het probleem meteen overduidelijk. De mensen hebben de stad overgenomen, en op een van de pleinen liggen de lijken van een drietal draken. Buiten de stad komt Rigandua naar Nachtschaduw toe. In plaats van de halsband die aan iedereen laat zien dat Nachtschaduw koningin is draagt hij een met diamant bezette helm en borstplaat. Zijn pantser is iets minder flitsender dan dat van Nachtschaduw, en ondertussen is Nachtschaduw al een paar koppen groter. Hij draagt een speer bij zich met stukken vlees aan de punt, en zijn schede is leeg. Ze ziet ook dat er een wachter mist van zijn gebruikelijke garde. 'Een week geleden kwam er een onruststoker aan in de stad. Hij vertelde dat wij draken slechter zijn dan wij ons voordoen en begon ons te beschuldigen van misdaden. Toen ik hem liet arresteren werden de mensen steeds ongelukkiger, en de rellen begonnen 4 dagen geleden. Zelfs een paar mensen in het kasteel begonnen onrust te stoken. Gisteren heb ik de stad geëvacueerd, in de hoop levens te sparen. De lijken op het plein zijn van mijn vierde wachter en zijn gezin. Ze gaven hun levens zodat de rest kon ontsnappen.'

'Zijn er nog manschappen in de stad die je kan vertrouwen? Maakt niet uit of ze mens of draak zijn.'

'Nee. Ik heb iedereen die loyaal was aan mij en de draken weggehaald. Overduidelijk hebben de rebellen de stad over genomen. Zonder uw leger kan ik de stad niet terug nemen.'

'Hoeveel levens moet deze stad nog kosten? Eerst die jonge drakensoldaat, dan al die mensen die door bleven vechten zelfs wanneer het hopeloos was en nu dat gezin. Ik kan dit niet geloven. Ik ga ze de kans geven zich over te geven. Ik kan mijn geweten niet laten rusten als ik levens verwoest waar geen levens verwoest hoeven te worden.' Daarmee stijgt ze op, met haar gebruikelijke bewakers achter haar aan. Rigandua volgt even later.

Eenmaal bij de poort roept Nachtschaduw naar de mensen in de stad: 'Laat de leider van de rebellen naar voren komen. Laten we onderhandelen zodat er geen bloed wordt verspilt.'

Het duurt even, maar dan komt er een man in een purper gewaad naar voren stappen. Hij is redelijk jong, en hij lijkt onzeker. Volgens Rigandua was de man een rechter in de stad voor hij ontslagen werd voor vriendjespolitiek. 'Spreek jij voor de rebellen, of alleen voor jezelf?'

'Ik spreek voor de rebellen. Het leger dat voor deze poort staat heeft geen recht om de stad binnen te komen. De draken hadden nooit over deze stad mogen regeren. Ik heb contracten gevonden in het fort waarin staat welk gebied van de draken en welk gebied van de mensen is, en het is getekend in bloed. Dus ga weg en kom hier nooit meer terug.'

Nachtschaduw schrok van de eisen die haar werden gesteld. Ze weet dat zo een contract bestond, omdat ze zelf het kopie van de draken in heeft gekeken. Ze weet ook dat het contract ongeldig werd toen de mensen Drigano Heva aanvielen. 'Ik weet van het bestaan van dit contract. Maar iets wat jij vergeet te vertellen, is dat de mensen de draken aanvielen, en niet alleen een grensstad die zowel van de mensen als de draken was verwoestte, maar ook de hoofdstad aanvielen. Hiermee is het contract nietig verklaard. Of zijn jullie vergeten wat er 3000 jaar geleden is gebeurt. Ik wil best het geheugen even opfrissen.'

Rigandua kijkt verbaast naar Nachtschaduw. De laatste keer dat hij haar gezien had wist ze nog niet veel over rechten en wetten. Nu bleek ze een gevecht over wetten aan te gaan. De man reageert weer. 'Volgens het contract kan zo een schuld worden ingelost met bloed. Maar in plaats van dat jullie het bloed van de koning als betaling voor onze agressie namen, namen jullie onze vrijheid en ons land af. Wij hebben besloten dat wij het land terug nemen. Met of zonder jullie.'

'In dat geval zal er bloed vloeien. En dankzij jullie opstand zal er niet alleen bloed vloeien voor de agressie van de verre voorouders van jullie, maar ook voor de draken die nu zijn gestorven. En ik zal niet rusten tot deze schuld is betaald. Dankzij jullie manier van werken is het niet mijn schuld. Als je naar mij was toe gekomen en met mij had gesproken in Drigano Heva had ik waarschijnlijk jullie eisen ingewilligd, vanwege het feit dat wij te ver waren gegaan in die tijd. Maar nu zal er met bloed worden betaald. en elke druppel is jullie schuld. bedenk dat maar wanneer jullie doodbloeden.'

Met die laatste woorden draait Nachtschaduw zich om en loopt ze weg. Ze zijn nog net zo koppig als vroeger, denkt ze. Net zo koppig als zij eerst was. Eenmaal bij het kamp aangekomen, trekt ze zich terug in haar tent. Ze geeft de opdracht dat niemand haar mag storen.

De Verhalen Van NachtschaduwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu