De Verhalen Van Nachtschaduw

Hoofdstuk 11

De nacht voor de aanval heeft ze een boek bestudeerd over magie van geesten. In het boek heeft ze gelezen dat door geesten van dieren aan edelstenen te linken, ze niet sterven als het lichaam sterft. Zo kan de geest zich verplaatsen naar de edelsteen, en blijft de geest bestaan. In het boek wordt ook vertelt dat dit gedaan kan worden, maar alleen met grotere of pure edelstenen. De volgende dag belegert ze de stad. Net als de eerdere belegering werkt ze van buiten naar binnen, maar deze keer is er niks wat haar tegen houdt. Elke keer als er een groep mensen verschijnt die haar tegen wil houden, hakt ze genadeloos op de mensen in. Van haar bataljon raakt er niemand gewond. Al snel staan ze voor het fort. Sinds de laatste belegering heeft Rigandua het fort afgebroken, en opnieuw laten opbouwen zodat het groot genoeg is voor draken. De deuren zijn ook dikker, en het dak is van steen (hout en draken gaat niet goed samen. Uit frustratie braken draken soms ongewild vuur, en al meer dan een drakenkasteel is platgebrand vanwege een gefrustreerde draak). Het fort is ongeveer even groot als de binnenste ring van de toenmalige stad. Nachtschaduw wil net beginnen om de deuren kapot te hakken, wanneer Enzvo haar tegen houdt. 'Laat mij het proberen. Dit is iets wat ik moet doen. Misschien kan ik de deuren nog gedeeltelijk redden.'

Hij trekt zijn eigen zwaard, en slaat een keer hard op de deuren. Het zwaard blijft er in haken, maar het lijkt er in eerste instantie niet op dat er iets gebeurt. Dan beginnen de deuren te glanzen. Als Nachtschaduw goed kijkt ziet ze dat de deuren bedekt zijn met een laagje ijs. Na twee slagen breken de deuren in duizenden stukjes.

'En dan zeg je dat ik de deuren zou slopen. Ik had hooguit een gat gemaakt dat groot genoeg is voor mij.'

'Een gat dat zo een beetje de deuren zou slopen. Nu is het een stuk sneller gebeurt.'

'Grapjas.'

In de hal naar de troonzaal stopt Nachtschaduw. Voor haar staan de voormalige rechter en 4 anderen. Ze zijn diep in discussie. Dan onderbreekt Nachtschaduw hun discussie. 'Jullie hebben het mooi geprobeerd, maar ik heb gewonnen. Ik arresteer jullie hierbij voor hoogverraad en moord.'

De 5 kijken nu om. Ze zijn overduidelijk geschokt dat Nachtschaduw zover is gekomen, en Nachtschaduw kan het van hun gezichten aflezen. De rechter reageert al snel. 'Vermoord haar, sukkels! De eerste die haar vermoord krijgt een schatkist vol goud!'

'Dat goud is niet van jou, en je zal hier niet ontkomen!'

Ze haalt diep adem, en spuwt vervolgens een wolk vuur over de 5 mannen. Ondanks dat het vuur erg heet is, is de kleur donker en lijkt de hal ook donkerder. Wanneer ze haar bek sluit ziet ze dat de mannen er nog staan. De rechter zit op een knie, maar de rest is nog in de benen. Natuurlijk zijn ze beschermd tegen vuur. Dan herinnert ze zich het boek van zielen. Ze springt over de mannen heen, en knalt tegen de troondeuren aan. Zoals ze had verwacht, vallen de edelstenen die in de deuren zaten uit hun fittingen. Dan spreekt ze de spreuk die ze had geleerd in het boek. Het energieverlies is gigantisch, maar een voor een vallen de mannen neer. De 5 edelstenen die ze had uitgekozen, een grote diamant en 4 smaragden, lichten een voor een op als de zielen van de 5 mannen eraan worden gekoppeld en hun lichamen volledig gebroken worden. Als de laatste man gebroken op de vloer stort, laat ze de spreuk varen.

Even later staat ze buiten. De laatste gevechten worden gevochten, en de stad ingenomen. Nachtschaduw vertelt Rigandua over de deuren van zijn troonzaal, en wat ze gedaan heeft met de edelstenen. Zijn reactie was onverwachts, maar Nachtschaduw begrijpt het wel. 'Die deuren waren maar tijdelijk. De echte deuren werden opgeknapt. Beter dat je die vijf misdadigers onschadelijk maakt dan dat je door moest vechten en mogelijk het met je leven moet bekopen.'

'Ik neem aan dat jij de controle over de stad terug kan nemen?'

'Met jouw hulp wel. De marktpleinen zijn van ons. De drie draken die dood waren worden morgen in de catacomben begraven, en de gewonden worden al verzorgt. Ik moet alleen nog de rebellen straffen.'

'In dat geval ga ik terug naar Drigano Heva. Ik neem het deel van mijn leger mee dat overbodig is. Ik verwacht de rest terug wanneer je weer zeker weet dat iedereen in het gareel is.'

'Het leger zal snel weer terug zijn. Succes in de hoofdstad. En we staan weer gelijk.'

'Bedankt. Jij ook succes met jouw stad.'

Terug in Drigano Heva geeft ze het bevel om de edelstenen in haar harnas te zetten. Ze heeft besloten om de geesten te gebruiken om haar magie te voeden. Geesten hebben namelijk een constante energietoevoer. De dagen concentreert ze zich op de edelsteen gebonden geesten, de zogenaamde Dírania. Stuk voor stuk buigt ze de geesten om, zodat ze onzeker zijn van zichzelf. Elke geest bind ze aan zichzelf, en ze zorgt ervoor dat ze, hoewel ze nog een vrije wil hebben, ze nooit meer een vlieg kwaad kunnen doen. Daarna doorzoekt ze de herinneringen. Daardoor leert ze van een van de Dírania dat er een kluis is, waar alle geheimen van de mensen in opgeborgen in zitten. Ze roept Enzvo, Wirrando, Waringa en Drikano bij haar. 'Ik wil Enzvo, Wirrando en Waringa met me meenemen. Drikano, jij moet het rijk tijdelijk overnemen. Ik heb van een van de geesten gehoord dat er een plek bestaat waarin alle geheimen van de mensen in opgeslagen zijn. Ik ben van plan om naar die plek toe te gaan om de geheimen de onze te maken.'

'Maar koningin Nachtschaduw, als u gaat dan is er een kans dat ze u vermoorden. En wat nou als het bedrog is? Dan loopt u regelrecht in een val! Ik laat u niet zomaar vermoorden.' Zegt Drikano. 'Daar heb ik drie dingen tegen te zeggen. Punt 1: met je geest kun je niet liegen, al helemaal als ik de controle erover heb. Punt 2: ik heb twee van de oudste draken van ons ras bij me. En punt 3: ik ben niet zo hulpeloos als jij denkt. Ik heb vijf Dírania in mijn harnas zitten en zij zijn allemaal aan mij gebonden. Plus dat ik een van de beste ben met het zwaard, dus ik ben verre van hulpeloos.'

'Omdat ik weet dat als u een idee in uw kop heeft dat niets het er meer uitkrijgt, wil ik dat er 10 draken meegaan met jullie 4. Ik heb toevallig de vijf beste zwaardvechters en de vijf beste drakenboogschutter uitgezocht. Ze zijn morgen vroeg bij de zuidpoort.'