Hoofdstuk 11

788 41 1
                                    

~ Ik trap de gloeiende peuk uit. Het is mijn tweede en daar baal ik wel van. Ik was er pas meegestopt, ik weet ook wel dat het troep is.'

'Ik ga pitten,' deel ik mee. Steve knikt geeuwend. 'Ik ook, maat.'

Ik trap mijn schoenen uit en open voorzichtig de deur van de slaapkamer. In heet donker kan ik alleen Evy's lichaamsomtrek zien. Ik hoor haar zachte, rustige ademhaling. Ze slaapt.Ik ga aan de andere kant naast haar liggen. Voorzichtig kruip ik dichter naar haar toe en trek haar tegen mij aan. Ze beweegt even onrustig, maar legt dan haar hoofd op mijn borstkas en maakt een tevreden geluidje. Ik buig mijn hoofd een beetje en druk mijn lippen op haar haar. Waar ben ik precies mee bezig?! ~

Ik weet dat ik droom, ik lig tegen het randje aan van wakker worden, maar ik heb nog geen zin. Ik beweeg een beetje en probeer me om te draaien, maar er is iets wat weerstand biedt. Het lijkt wel alsof er iets zwaars op mijn buik ligt. En dan nog mijn hoofd: ik lig niet op een kussen.

Verdwaasd open ik nu toch maar mijn ogen. Waar ben ik? Mijn ogen flitsen door de kamer. Het duurt even voor ik mijn gedachten geordend heb. Natuurlijk, ik ben in de stacaravan en ik lig in een tweepersoonsbed met Noah. Mijn ogen schieten naar mijn buik. Shit.

Ik probeer los te komen uit Noah's greep, maar hij houdt me alleen maar strakker vast. 

'Noah,' fluister ik. 'Noah.'

Boven me hoor ik wat gemompel. Wacht even. Ik lig serieus op zijn borstkas. Genânt. En ik kan niet loskomen, terwijl ik het uit alle macht probeer. Hoe zijn we ooit in deze positie gekomen? 

Noah is nog in diepe slaap.

'Noah.' Ik probeer het gewoon nog eens. Hij gaat een beetje verliggen en draait me negentig graden van hem af, waardoor mijn hoofd op zijn schouder beland. Ik lig met mijn rug tegen de zijkant van zijn lichaam aan. Door de dunne stof van mijn pyjama voel ik de warmte van zijn huid op mijn lichaam branden. Ik glimlach even. Wacht, wat deed ik? Glimlachen? Waarom voel ik me opeens toch wel prettig? Ik vind dit toch uiterst ongemakkelijk?

Ik kijk naar zijn arm die nog steeds stevig rond mijn buik zit en haast automatisch leg ik mijn hand op zijn arm. We zijn dicht bijelkaar op dit moment. 

Ik daag mijn lichaam uit om te ontspannen en ik haal diep adem. Langzaam vallen mijn ogen dicht. 

**

Als ik opnieuw wakker word, is de plaats naast me leeg. Het voelt nog warm aan, Noah is er vast nog maar net uit. Ik denk aan een paar uur geleden en ik voel mijn wangen rood gloeien. Eerst raakte ik nogal in paniek, maar uiteindelijk voelde het toch goed. 

En opeens is daar weer die gedachte: in een onbewaakt ogenblik zou ik zomaar weereens voor Noah kunnen vallen.

'Hou op,' roep ik. Meteen sla ik een hand voor mijn mond. Er is dan niemand in deze kamer, ik moet niet in mezelf gaan praten. De muren zijn hier gehorig en dat zou me dus alleen maar belachelijk maken. 

Ik ban de nare gedachten uit mijn hoofd en staar dromerig naar het raam. Hoe zou het zijn om hem nog eens te kussen?

Ik knipper een paar keer met mijn ogen en spring dan uit het bed. Ik ben mezelf een beetje zat, want mijn gedachten gaan maar door. Het moet klaar zijn. Noah en ik zijn niets. Punt.

Ik trek de deur open en sta oog in oog met Mat. 'Mooi kapsel,' grijnst hij.

Ik geef hem een overduidelijk neppe, sarcastische glimlach en reageer er verder niet op.

'Is er nog iets van eten en waar zijn Steve en Noah?'

Matt gooit een zak met croissantjes naar me toe. 'Ze zijn vers, net bij de receptie gehaald.'

Gered (Vervolg Op Gekidnapt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu