Hoofdstuk 19

518 33 3
                                    

~ Zenuwachtig staar ik naar de man voor me die nog snel zijn toga rechttrekt. Ik adem diep in. Nu ben ik nog vrij, maar vanavond..? Maar hé, je moet dan wat juist is, ook al is dat niet altijd makkelijk. ~

Nee, het is geen witte kerst geweest. Al vier dagen lang vullen druilerige regenwolken de hemel op. Morgen is het oudjaar. Met mijn benen opgekruld op de bank kijk ik mistroostig uit het raam waarlangs regendruppels naar beneden glijden. Mam en pap zijn weg en ik ben al de hele dag alleen thuis. De regendruppels kaatsen mijn spiegelbeeld terug en ik zie het zielige hoopje mens dat ik al ben sinds het begin van december. 
Ik sla mijn ogen neer naar mijn afgekloven nagels. Ergens in mijn bureau zweeft het visitekaartje van Erika, maar nee, ik hoef geen hulp. Mam heeft ook al een paar keer gehint dat het misschien toch tijd is om eens goed te praten over mijn gevoelens en emoties. Bah, ik moet er niet aan denken en bovendien: ik kan mezelf wel helpen toch?
Maar ik voel me zo kapot moe, al slaap ik tien uur per nacht.
De brievenbus kleppert. Futloos sla ik de plaid van mijn schouders en strompel naar de voordeur. Opnieuw vang ik een glimp van mezelf op, nu in de goudgekleurde ingelijste spiegel die in de hal hangt. Ik heb genoeg dingen om te janken, maar anders was mijn uiterlijk de laatste tijd al genoeg om over te huilen. Ik buk diep genoeg om de witte envelop van de mat te plukken.
Vluchtig draai ik de envelop om, maar mijn blik blijft toch wel nieuwsgierig hangen als mijn naam in kleine wiebelletters op de voorkant staat. Dit handschrift ken ik!
Meteen trek ik de deur open. Mijn ogen speuren de omgeving af. Voornamelijk regenplassen en lege bomen. Geen mens die het nu in zijn hoofd haalt om nu naar buiten te gaan. Hoewel, in de verte jogt een hardloper gestaag de straat uit. Mijn ogen vernauwen zich tot spleetjes, maar dan is de jogger al de hoek om. Shit, hè.

De envelop is gelukkig makkelijk open te krijgen. Het witte papier dat er in zit is gevuld met in het rood geschreven woorden net als de naam op de envelop. Mijn ogen haken zich in de letters en in gedachten hoor ik Noah's stem. De stem die ik probeer te vergeten, maar ook de stem waardoor al dagen depri in huis rondhang.

Lieve Evy,

Na alles wat is gebeurd, vind ik het terecht dat ik mezelf aangeef om mijn welverdiende straf te ontvangen. Op 30 december vindt de rechtzaak plaats.
Ik reken toch wel op ten minste 8 jaar zitten en misschien nog wel langer. 
Er zijn nog een paar dingen die ik tegen je wil zeggen voor ik ons verhaal samen besluit. 
Evy, je zult het misschien niet geloven, maar ik heb van je gehouden (en dat doe ik nog steeds). Jammer, dat er geen toekomst voor ons weg is gelegd. Zie je het al voor je: een ex-gedetineerde en een succesvolle dame.
Nogmaals vraag ik je me te vergeven na alles wat ik je aangedaan heb.
En ten slotte, dit is wat ik wil. Jij hebt me niet gedwongen, niemand anders zet me hier toe aan, alleen ik. Houd me alsjeblieft niet tegen, want ik moet boeten voor wat ik gedaan heb. Dat ben ik je wel verschuldigt!

Groet, Noah

Dit meen je niet! Mijn adem stokt in mijn keel. Wat haalt hij zich wel niet op de hals? Dit is niet goed, Noah mag niet naar de gevangenis. Hij mag niet wegkwijnen in een eenzame cel waarin hij amper een woord met de bewaker wisselt. Hij mag niet uit mijn leven verdwijnen. Hij mag niet op deze manier ons verhaal besluiten, zoals hij het zelf noemt. Hij kan dit niet zomaar doen, hij mag dit niet zomaar doen! Wat denkt hij wel niet? Ik moet naar de rechtzaak. Waarom weet ik daar niets vanaf? Ik moet iets doen, mijn adem gaat gejaagd.

Plots draait een auto het erf op. Zijn pap en mam nu al thuis? Ik trek de deur open en gebaar dat ze op moeten schieten. 'Mam,' roep ik in paniek, 'Mam, we moeten nu naar de rechtzaal. Nu!' 
Alle futloosheid vloeit uit mijn lichaam en maakt plaats voor adrenaline.
'Mam, schiet dan op!'
Rustig stapt mama uit de auto. Het portier van de bestuurder zwaait ook open en een iets minder rustige vader stapt uit. 'Geen denken aan Evy, jij blijft hier en je bemoeit je niet meer met die jongen.'
Smekend kijk ik naar mama. 'Laten we eerst eens allemaal rustig binnen gaan zitten.' 
Mijn mond klapt open en dicht, maar dan weer open. 'Mam, nee, we moeten nu!'
Mijn zelfcontrole glipt uit mijn vingers, nog even en ik ga met dingen smijten.
'Evy, we gaan nu eerst naar binnen,' zegt mama begripvol, maar resoluut. 
Ik capituleer. Terwijl ik naar binnen ga, fluistert mama iets tegen mijn vader. Hij kijkt direct een stukje rustiger uit zijn ogen.

Ik plof neer op de bank en wacht ongeduldig op pap en mam. Die doen alsof ze alle tijd van de wereld hebben, maar ik heb dat niet!
'Vertel nu eerst eens je verhaal, Evy,' zegt mama als ze ook eindelijk naast papa zit.
Ik wil me op mijn verhaal storten en neem als voorbereiding een diepe hap lucht, maar plots kijk ik met gefronste wenkbrauwen naar mijn vader. Hier klopt iets helemaal niet.

'Papa, hoe weet jij dat ik naar die rechtzaak wilde van 'die jongen'.  Dat kan jij helemaal niet weten!'

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

En eindelijk, na een heeeele lange tijd een nieuw deeltje. Enjoy!


Gered (Vervolg Op Gekidnapt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu