Hoofdstuk 14

639 37 2
                                    

~ Ik klauw mijn vingernagels in de palmen van mijn hand. Ik dwing mezelf om rustig te blijven, maar dat is lastig als je praktisch gezien de dood in de ogen kijkt. 'Wat wil je vragen over Evy?' Ik kijk Wesley aan voordat ik Matthijs een vuile blik toegeworpen heb. Mijn brein vormt allemaal woorden die nooit eerder bij me opgekomen zijn. Ik haat Matthijs en Wesley trouwens ook. Niet in de eerste plaats omdat ze mij willen verwoesten, maar vooral omdat ze Evy van alles de dupe maken. En Evy is wel de laatste persoon die dat verdient. 
Mijn enige hoop is de tijd. Als we de tijd kunnen rekken moet het goed komen. ~

Vol spanning wacht ik de vraag van Wesley af. Wat wil Wesley over mij vragen?
'Waar is Evy?' De vraag kan niet simpeler. Toch voel ik het kippenvel op de huid van mijn armen ontstaan. Ik bijt op mijn lip. Alsjeblieft, Noah, bedenk een oplossing, want ik heb geen idee.

Noah lacht schaapachtig. Ik snap niet hoe hij die lach nog op zijn gezicht kan toveren. 'Tja, Wesley, als jij het wist, dan houd ik mezelf aanbevolen. Ik moet ook nog wat met haar bespreken.' Hij is een goede acteur, maar of Wesley het gelooft? 
Wesley knikt toegeeflijk. 'Oké, prima, dan doen we het op jouw manier.'
'Hoe bedoel je?' vraagt Noah achterdochtig. 
Noah negerend, snauwt Wesley Matthijs een bevel: 'Zoek haar.'
Zelfs van mijn plaats achter de bank zie ik Noah verbleken. Plotseling lijkt het tien graden kouder geworden te zijn. Ik vergeet hoe ik moet ademhalen. Met argusogen zie ik hoe Matthijs elk kastje opentrekt op zoek naar mij. Hij komt steeds dichterbij. God, alstUblieft. U alleen kan ons redden, ik ben nog niet klaar om te sterven. AlstUblieft!

Maar het lijkt er op alsof alles tevergeefs is. Matthijs loopt met zelfverzekerde passen naar de bank. Ik knijp mijn ogen dicht en ril genadeloos als ik de adem van Matthijs in mijn nek voel. 

'Got her.' Ik hoor de grijns in zijn stem doorklinken. Hij grijpt me vast bij mijn haar en trekt me omhoog. Ik kan een gil niet onderdrukken. Mijn hoofdhuid protesteert hevig. Ik kan niet anders dan met hem mee te bewegen.
Inmiddels zijn mijn ogen weer wijd opengesperd. Wesley knikt vergenoegd. 'Nou, Noah, volgens mij moesten jij en Evy toch nog wat bespreken? Dat gaf je net ten minste aan.'
Noah aarzelt. Ik zie het aan zijn gezicht. 'Ja, ik moet nog een heleboel met Evy bespreken, maar nu de prangende vraag waarom jij Evy zocht.'
Wesley lacht koud. 'Evy is in combinatie met jou goud waard. Trouwens, ik weet nog wel iets leuks.'
Hij buigt zich naar Matthijs toe en fluistert iets in zijn oor. Meteen sein ik naar Noah, maar hij knikt naar Wesley's hand en dan zie ik het. Hoe had ik dat niet eerder kunnen zien? Een matzwarte revolver lacht ons schaterend uit. Het laatste beetje bloed trekt uit mijn gezicht. 
Noah haalt zijn schouders op, aarzelt opnieuw, maar buigt zich dan toch snel naar mij toe. 'Tijd rekken,' sist hij. Zou Noah dan toch nog een plan hebben?
Wesley en Matthijs zijn zo druk in gesprek dat ze het onderonsje niet gezien hebben en daar ben ik blij om. Helaas, zijn ze na een tijdje ook uitgepraat. Het viel me op dat ze tijdens hun gesprek zo nu en dan blikken op mij wierpen. Bang wacht ik af.
Wesley opent zijn mond. 'Doe het dan, Matthijs.'
Matthijs loopt opnieuw met een zelfverzekerde tred. Hij komt op mij afgelopen en zijn blik voorspelt niet veel goeds. Aan de grond genageld, zie ik zijn hoofd dichterbij komen. Bevroren, zie ik toe hoe hij de laatste centimeters tussen ons opvult. Te laat besef ik zijn plan. Ik voel zijn warme lippen op mijn koude mond. Er komt gal naar boven. Ik kus niet terug. 
Noah gromt onderaards en Wesley grinnikt. 'Kus terug, slet, of ik schiet een kogel door je kop.'
Ik weet dat hij het meent. Onzeker beweeg ik mijn lippen tegen die van hem. 
Mijn ogen beginnen te tranen. Ik wil dit helemaal niet. Natuurlijk niet.
Na iets wat een oneindigheid lijkt, zegt Wesley de verlossende woorden: 'Zo is het wel genoeg, Matthijs, we moeten ten slotte onze missie niet uit het oog verliezen.'
Matthijs treuzelt even, maar haalt dan toch zijn lippen van die van mij. Ik kijk meteen naar de grond. Ik schaam me voor Noah. Ik voel hoe mijn maaginhoud opnieuw omhoog komt en ik probeer met al mijn kracht niet over te geven. 
'Vond je wel lekker, toch slet?' Wesley lacht.
Noah gromt opnieuw. 'Evy, haar naam is Evy.'
'Hmm,' Wesley wacht even, 'ik prefereer slet.'
Hoeveel tijd moeten we nog rekken voor het plan van Noah? Ik voel me zo vernederd, ik wil dat dit over is. Of zou Noah toch geen plan hebben.
'Evy, Noah, kijk me aan,' begint Wesley tegen ons alsof we twee stoute schoolkinderen zijn. 'Jullie weten dat ik jullie ga vermoorden. Zoals ik al zei: jullie zijn goud waard.' Ik tril. Ik tril zo erg dat het de jongens niet kan ontgaan. De tranen stromen over mijn wangen.
'Maar om het voor jullie net iets leuker te maken, mogen jullie kiezen wie eerst voor het peleton komt te staan. Natuurlijk heb ik hier wel een leuke twist aangegeven.'
Heel, heel even vinden de ogen van Noah en mij elkaar en ik zie de weerspiegeling van mijn eigen ogen. Doodsangst.
'Matthijs, tromgeroffel.' Terwijl Matthijs met zijn platte handen op de tafel roffelt, krijgen Wesleys ogen een duivelse glans. 'Dankje Matthijs. De twist is dat ik voordat ik Evy ga vermoorden haar eerst ga verkrachten en voordat ik jou vermoord, Noah, ga ik je martelen totdat je niets liever dan dood wil. Wie van jullie gaat eerst? Ik geef jullie dertig seconden om te bepalen wie als eerst sterft...'

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hallo,

Een nieuw hoofdstukje! Vinden jullie het net zo spannend als ik?
Het is best lang geleden dat ik geupdate heb, maar ik heb het momenteel druk met stage enzo.
In ieder geval, klik op het sterretje als je het een spannend of leuk deel vindt!

-Kus-


Gered (Vervolg Op Gekidnapt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu