"Mad Father" Hoofdstuk 5

301 30 5
                                    

Het maakt me eigenlijk ook niet uit waar hij uithangt. Interesseert mij wat! Ik ben al blij genoeg dat hij niet meer hier is!

Dan valt mijn blik op Sneeuwbal, hij ligt in zijn mandje te slapen.

'Sneeuwbal!' Zeg ik zachtjes en hij word langzaam wakker.

'Kom!' Ik pak hem op en aai hem. 'Sneeuwbal houd ook van Vader, ja hè Sneeuwbal?'

---------------------------------------------------------

Ooit ben ik Sneeuwbal een keer kwijtgeraakt. Hij had een wond aan zijn poot en ik maakte me erg ongerust. Ik had overal in het huis gezocht en schreeuwde om te zorgen dat hij me hoorde.

'Sneeuwbal? Waar ben je nou? Heb je je pijn gedaan? Ik kan je toch niet verzorgen als je steeds wegrent? Sneeuwbal?' Schreeuw ik.

Een angstig gevoel bekruipt me en net als ik wanhopig stop met zoeken, valt mijn blik op Sneeuwbal die rustig de achtertuin in komt gehopt.

'Sneeuwbal! Daar ben je! Laat me alsjeblieft niet meer zo schrikken!' Zeg ik opgelucht.

Ik pak hem op en onderzoek meteen zijn poot. Vreemd genoeg is er helemaal niets aan de hand met zijn poot. Helemaal prima, alsof hij nooit gewond was.

Terwijl ik Sneeuwbal helemaal aan het vertroetelen ben, komt vader naar buiten gelopen. 'Aya, houd je Sneeuwbal goed in de gaten de volgende keer? Hij heeft een rommeltje van de keuken gemaakt!'

'Het spijt me Vader.' Ik kijk naar mijn voeten. 'Hij heeft vast het eten geroken en trek gekregen.' Mompel ik. 'Heeft u Sneeuwbal gevonden?'

'Ja en ik heb meteen ook zijn poot behandeld. Sneeuwbal hoort bij de familie en heeft recht op liefde en zorg.'

---------------------------------------------------------

'Kom we gaan vader redden, Sneeuwbal' Fluister ik in zijn vacht en zet hem neer. Sinds die dag heb ik hem geleerd me te volgen. Zo kan ik hem niet nog een keer verliezen. Ik loop mijn kamer uit en Sneeuwbal volgt.

Ik loop stilletjes terug naar de deur van mijn moeders kamer. Ik moet kijken wat die vrouw daar doet! Of in ieder geval, deed. Waarschijnlijk was het nog zo'n lijk.

Ik pak Sneeuwbal en druk hem stevig tegen me aan. Dan zucht ik diep en geef de deur een harde duw. De deur vliegt open en ik kijk angstig door de kamer. Geen vrouw meer, alleen nog een oude roestige sleutel.

'Wat moeten we hiernou mee?' Zeg ik hardop, maar ik schrik van mijn eigen stem. Hij klinkt luid in de stilte. Ik loop langzaam de kamer in, misschien heeft de vrouw zich ergens verstopt. Niets, ik hurk met Sneeuwbal nog steeds tegen me aan geklampt. Snel pak ik de sleutel en ren uit de kamer. Als we weer buiten staan doe ik de sleutel in de zak van mijn jurk. Ik heb het gevoel dat hij misschien nog van pas kan komen.

Ik zet Sneeuwbal weer op de grond. Wat moet ik nu doen. Ik kijk toch nog even naar binnen in de kamer van Moeder. Dan zie ik opeens de kluis. Het is de kluis van moeder. Ik loop naar binnen, naar de kluis. Ik ga op mijn knieën zitten en onderzoek de kluis aandachtig. Dan zie ik dat deze kluis geen sleutelgat heeft. Het is zo'n code met vier cijfers.

Ik ken de code niet. Moeder heeft het me nooit verteld. Dan maar niet! Jammer dan! Helaas pindakaas! Toch maakt het me nieuwsgierig. Ik pak de sleutel uit mijn zak en vrijf er met mijn duim overheen. Opeens voel ik een ruw oppervalk op een kant van de sleutel. Ik breng de sleutel bij mijn ogen zodat ik kan zien wat er staat. Er staat de tekst 'Archief' in gegraveerd. Verbijsterd kijk ik naar de sleutel. Natuurlijk, ik was het archief helemaal vergeten! Misschien is daar iets te vinden!

Ik loop de kamer uit, naar het archief. Het archief is vlak bij de grote hal, dus erg ver is het niet. Als ik bij de grote hal kom zie ik pas te laat dat ik een probleem heb. Er zijn nog meer van die lijken hier. Ik moet naar de overkant en het is nu al te laat om terug te gaan. Ik ren naar de overkant en probeer ze te ontwijken. Af en toe moest ik ze zelfs een trap geven, maar dat is allemaal tevergeefs. Ze komen steeds dichterbij en omsingelen me van elke kant. Ik kan echt nergens meer heen.

Een lijk pakte mijn pols, nu kom ik hier nooit meer weg!

Dit was het dan! Ik ga nu echt dood! Ik heb gefaald! Ik kon Vader niet eens redden.

Opeens zie ik Sneeuwbal op het lijk springen. Ik probeerde hem tegen te houden, er zijn al genoeg slachtoffers gevallen, Sneeuwbal mag niet dood. Ik kan hem net niet te pakken krijg en Sneeuwbal's tanden zinken in de huid van het lijk.

Aah!' Het lijk laat mijn pols los, valt neer en kermt van de pijn. Sneeuwbal hopt van hem af en kijkt mij aan. Sneeuwbal heeft hem gebeten! Hij heeft me gered! ' Ik heb geen tijd om geschokt te zijn of Sneeuwbal te bedanken, ik moet weg hier. De enige kant die ik op kan gaan is de trap naar het archief. Ik grijp Sneeuwbal en ren snel tussen de lijken door.

Uiteindelijk bereik ik de trap. Ik ren met twee treden tegelijk omhoog. Als ik de tweede verdieping heb bereikt leun ik tegen een muur om uit te hijgen. Ik kijk naar de beneden en zie dat de lijken niet omhoog komen. Ze kunnen waarschijnlijk geen trap lopen. Toch ben ik een beetje bang dat ze naar boven komen dus ik loop snel verder, weg van de trap. Ik loop verder met Sneeuwbal dicht tegen me aan gedrukt.

Ik kom bij de deur van het archief. Ik pak de sleutel uit mijn zak en kijk er even naar. Dan steek ik voorzichtig de sleutel in het sleutelgat. Hij past en ik draai de sleutel om. Zachtjes duw ik tegen de deur, hij gaat stilletjes open. Langzaam loop ik naar binnen.

Eenmaal binnen zie ik overal boekenkasten. Er is geen teken van leven of 'dood' te bekennen. Alleen Sneeuwbal en ik. Als Vader er niet meer is, dan. Ik krijg een brok in mijn keel. Ik wil er niet langer aan denken.

'Kom Sneeuwbal. We moeten Vader redden.' Zeg ik, meer tegen mezelf dan tegen Sneeuwbal. Ik zet hem op de grond en begin met het kijken door alle boekenkasten, er moet iets te vinden zijn hier. Bijna alle boeken die hier staan heb ik gelezen, ik ben er dol op!

Ik doorzoek bijna alle boeken, maar één specifiek boek trekt toch echt mijn aandacht. Het is een donkerrood boek met prachtige gouden letters. Ik blader er doorheen en overal waar ik kijk zie ik dode mensen met overal littekens en blauwe plekken.

Ik blader nog een keer door het boek heen, maar deze keer sneller. Er valt een papiertje uit en het dwarrelt langzaam bij mijn voeten op de grond. Ik hurk en pak het. '3759' Staat er op.

Dit moet de code van Moeders kluis zijn! Ik sta meteen op. Ik moet terug naar de kluis zien te komen.

Ik draai me om, maar er staat een meisje naar me te kijken. Waarschijnlijk is ze ongeveer zo oud als ik. Ze heeft blond haar en haar huid heeft een rare blauwe kleur. Ze lijkt op de vrouw uit Moeders kamer. Ik probeer alleen naar haar gezicht te kijken want ze is helemaal naakt.

'Mama! Mama!' Ik kan haar amper verstaan. Ze komt hinkend naar me toe gelopen en steekt haar arm naar me uit. Langzaam doe ik een kleine stap naar achteren.

'Mama! Het doet pijn! Help me!'

Ze staat nu pal voor me. 'Help! Help!'

Ik doe nog een stap naar achter, maar ik sta nu tegen een boekenkast.

Ze pakt mijn hand. Opeens wordt alles zwart voor mijn ogen.

Mad FatherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu