"Mad Father" Hoofdstuk 7

251 28 8
                                    

Wat? Ik sta versteld van wat ik zie. Dit kan niet waar zijn!

Mijn pop! De pop die ik van Vader heb gekregen! Ze loopt! Ze beweegt! Ze maakt mijn slaapkamer deur open! Hoe kan dat? Laat dit alsjeblieft de vloek zijn!

Ik kan me nog steeds niet veroeren, maar de pop lijkt me al gezien te hebben, want ze loopt naar me toe.

Ik ren zo snel als ik kan naar de deur van de kelder, Sneeuwbal hopt achter me aan. Ik smijt de deur dicht en doe hem op slot.

Heel even hoor ik nog het nagalmen van de deur, maar dan is het helemaal stil.

Ik tast in het donker in naar mijn lamp. Plok 'Oh nee.' Kreun ik paniekerig 'Niet nu, stomme lamp! Ga nou aan!' 

Na een tijdje proberen gaat de lamp weer aan. Ik heb nog steeds het akelige gevoel dat de lamp het niet veel veiliger maakt.

Even denk ik iemand te horen. Iemand die in mijn nek hijgt! Dan draai ik me met een ruk om. Er staat helemaal niets of niemand. Er hijgde iets in mijn nek!

Ik kan toch zweren dat er iemand achter me stond. Waarschijnlijk heb ik het me maar gewoon verbeeld. Waarschijnlijk was het maar de wind, hoop ik. Snel loop ik weg.

'Help! Help ons!'  Hoor ik een paar meter van me vandaan.

Het is een berg met ledematen, die lijken een mens te moeten voorstellen. Het moeite doet om in leven te blijven.

'Aah!' Schreeuw ik en gooi de lamp naar de berg, de lamp met een harde krak op de grond, vat vlam en steekt de berg aan tijdens zijn ondergang.

'Aah! Het doet pijn! Help ons!' Schreeuwen ze. Ik kan dit niet aanzien of aanhoren. Ik doe mijn handen over mijn oren en draai me zo snel mogelijk om.

Nadat ik een lange tijd verstijfd naar de muur heb gestaan, draai ik me angstig om. Ik haal mijn handen van mijn oren, niets. Voorzichtig doe ik mijn ogen open. Alles is weg. Alsof die lijken er nooit zijn waren. Alleen mijn lamp ligt er nog. Het glas mag dan wel gebroken zijn, maar hij lijkt nog bruikbaar. Ik kan er in ieder geval weer langs lopen. Dat doe ik dan ook en al snel zie ik de deur van het lab. Ik leg mijn hand op de deurklink duw hem zachtjes naar beneden. De deur gaat met een zachte klik open en ik duw hem open.

'Maria!' Ze ligt op half de grond, met haar rug leunend tegen de muur. Je kan al van een afstand een grote wond op haar enkel zien. Ik ren naar haar toe en kniel naast haar.

'Mevrouw!' Brengt ze zachtjes en met moeite uit.

'Maria! Je bent gewond!' Zeg ik ongerust.

'Met mij komt het goed. Vergeet mij! Ga snel naar een veilige plek!  Het is.' Ze komt even niet uit haar woorden. 'Het is gevaarlijk hier!'

'Waar is vader? Ik hoorde hem schreeuwen vanuit mijn kamer.'

Haar ogen worden groot en ze probeert op te staan: 'Ik moet de dokter redden!' Als ze nog geen voet op de grond heeft gezet, zakt ze weer in elkaar.

'Je kan niet gaan met die wond.' Zeg ik zachtjes.

'Nee!'

Ik onderbrak haar gelijk: 'Maria, vertel me wat er met Vader is gebeurd!'

'Je Vader, hij is, je Moeder, ze.'

'Moeder? Wat is er aan de hand?! Maria!' Ze geeft geen antwoord meer.

'Maria?' Nog steeds niets. Ze zakt bewusteloos in elkaar.

Ik probeer haar weer wakker te krijgen, maar dan hoor ik de achterdeur van het lab open gaan. Het is Orge die tegen de deurpost leunt.

'Het ziet er naar uit dat je vader al vooruit is gegaan. Dieper het ondergrondse doolhof in.' en hij seint met zijn hoofd naar achter.

Ik kijk naar Maria en vraag dan. 'Wat heeft Maria gezien? Moeder is dood, toch?' Ik kijk weer naar Orge. 'Wat is er hier aan de hand. Zeg niet dat het de vloek weer is.'

'De enige manier om te weten of je verdenkingen waar zijn, is als je verder gaat, niet waar?' Hij verdwijnt weer. Het donker van het doolhof in.

'Wat een vreemde man.' Mompel ik tegen mezelf.

Eigenlijk wil ik hem wel achterna, maar vanuit mijn ooghoek zie ik iets glinsteren dat onder de rok van Maria uitkomt. Het is een sleutel. Ik stop hem in de zak van mijn jurk en loop naar de deur, achter Orge aan.

Ik loop door het donker, tot ik uit kom op een lange gang. Er is wel licht, maar niet veel. In het half donker zie ik een man op de grond liggen.

'Vader!' Schreeuw ik uit en ren zo snel als ik kan naar hem toe.

Ik zal je redden vader. Ik kom er aan. Ik ren zo hard al ik kon. 'Vader.' Dan val ik stil.

Mijn mond valt bijna open, ik kan me nog net beheersen. Achter hem staat opeens een vrouw met lang stijl bruin haar en een prachtige lange blauwe jurk. De vrouw heeft een grote bloedvlek op haar borst. Ik kijk haar aan.

'Moeder? Ben jij dat echt?' Fluister ik.

Ze geeft geen antwoord, maar pakt vader bij zijn armen en ze verwijnen samen door een deur het donker in.

'Nee! Wacht!' Schreeuw ik terwijl ik achter ze aan strompel, maar ze zijn al weg. Ik struikel en val op de grond.

Ik zit gevoelloos op de grond. Was dat echt Moeder? Maar als dat echt Moeder is, waarom doet ze dit dan? Het moet de vloek zijn!

Uit het niets staat Orge achter me, leunend tegen een muur. Zijn nacht zwarte haar valt voor zijn bloed rode ogen, ik voel zijn blik branden op mijn huid.

'Heb je het dan nog steeds niet door?' Vraagt hij me, zonder me ook maar een blik te gunnen.

Ik schudt mijn hoofd en een lange zucht verlaat zijn mond. Hij steekt zijn handen in de zakken van zijn zwarte pak. 'Deze tragedie is tot stand gekomen door de kracht van een vrouw, het is haar vloek. De woede die ze koestert voor jouw Vader. Die woede is in een vloek verandert die aan het zoeken is naar jouw vader's dood.' Zegt hij.

'Dus die vrouw was.'

Hij onderbreekt me, maar in ieder geval kijkt hij me eindelijk aan. Zijn enge rode ogen lijken door  mijn huid te branden. 'Heb je het eindelijk door? Ja! Dat is je moeder!' Zegt hij geïrriteerd.

Ik kan mijn oren niet geloven. 'Nee! Dat kan niet!'

'Waarom denk je dat?'

'Moeder hield van Vader! Ze snapte dat Vader van zijn werk houdt en houdt ook nog steeds van haar. Was Moeder dan niet blij? Ik kan het gewoon niet geloven dat Moeder wrok heeft tegen Vader.'

Orge blijft me maar doordringend aankijken en zegt niets. Dan schiet me iets te binnen. Misschien vond Moeder het niet leuk dat Vader en Maria samen zijn. Ik wil niet dat dit waar is. Ik zucht en loop naar de deur waardoor Moeder verdween met Vader.

'Ga je dan eindelijk op zoek naar de waarheid?' Vraagt Orge nog.

Ik voel zijn ogen weer in mijn rug branden. Rustig en met tegenzin doe ik de deur open en treedt het ondergrondse doolhof binnen.

Mad FatherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu