♧ - H 13 - ♧

258 17 7
                                    

Hoihoi, ik ben op rondreis voor twee weken en heb niet altijd verbinding met het internet, of stroom. Of tijd om te schrijven.,,... maar ik ben er weer! Ik kon het jullie niet echt laten weten, want alleen mijn volgers krijgen een melding van mijn berichten en de meeste van jullie volgen mij waarschijnlijk niet :p anyways,, hier een nieuw deel!


Het schemerlicht speelt met de glinsteringen op het dunne laagje sneeuw dat de pas geschoven straten bedekt. Een koel briesje laat de bladerloze witte takken ritselen, en het bezorgd een bevredigend geluid.

Het is nu na zessen en het dorp komt tot rust. De meeste dorpelingen zijn ondertussen klaar met eten en zitten achter de televisie, ik kan de kleurrijke lichten door de ramen heen zien flikkeren. Door vele ramen kan ik zelfs de open haard aan zien staan. Wij hebben deze alleen maar met kerstavond aan, en dat vind ik best jammer. De warmte die een open haard kachel uitstraalt is niet te vergelijken met die van de kleine lawaaierige radiator in onze woonkamer.

Met enige moeite probeer ik de vier honden die ik aan de lijn houd vooruit te werken. Een teckel, twee chihuahua's en een golden retriever, ik had ze bij een aantal adressen die ik via de instelling van de kerk doorgekregen had opgehaald.

Eigenlijk ben ik niet zo gek op honden. Als ik ze uitlaat moet ik die dieren altijd aan de lijn houden, waardoor ik ze van hun vrijheid ontneem. Niet dat ze die zonder mij wel zouden hebben, elk ander zou de dieren aan de lijn houden.
Maar het voelt gewoon niet goed.
Ja, in het parkje mogen ze even los rennen, maar dat is maar voor even.

Terwijl ik zonder ingrijpen toekijk hoe de kwijlende chihuahua's elkaar voor de zoveelste keer 'in de haren vliegen' - voor zover dat spreekwoord geld voor honden - dwalen mijn gedachten af naar de situatie van eerder.

Tobias' vader is een crimineel. En Tobias lijkt me niet het type dat vrijwillig bij een crimineel in huis woont, ook al is het zijn bloedeigen vader. Maar hoelang ken ik Tobias nou eigenlijk? Iets langer dan een maand, misschien? Ik zou liegen als ik zei dat ik hem door en door ken. Dus wat als hij echt iets te maken heeft met de vuile zaakjes van zijn vader?

Ik kom weer tot stilstand om de honden van hun boodschapjes te laten ontdoen. Ik mag geen conclusies trekken, dat is niet eerlijk. Maar geen conclusies betekent dus ook niet de conclusie dat hij onschuldig is. Gefrustreerd trap ik in een hoopje opzijgeschoven sneeuw. De oude teckel doet verschrikt een sprongetje opzij. "Sorry", mompel ik binnensmonds.

Als ik thuiskom merk ik dat moeder haar avondse schoonmaakroutine - wat het uitruimen van de vaat en het dweilen van de keukenvloer inhoudt - niet gedaan heeft. En zoals verwacht vind ik haar terug in de wipstoel, met een huilende Daantje in haar armen geklemd. Ze wiegt de baby niet, kijkt haar niet aan. Haar ogen ontmoette de mijne vol hoop, en met een glimlachje neem ik Daantje met slechts een arm weer van haar over. Daantje's kleine armpjes schieten omhoog, en met mijn vrije wijsvinger kietel ik ze. Stilletjes grijpt ze de vinger beet en sabbelt ze erop. Haar grote oogjes vol focus op mijn vinger, alsof ze met een levensbelangrijke zaak bezig is.

Ik hoor de voetstappen van Sanne, Floor en Brit van een afstandje mijn kant op komen. "Noach", mompelt Floor met een zielig stemmetje en ze knuffelt me als begroeting. Sanne en Brit leunen hun hoofd stil tegen me aan, hun mond wagenwijd open van het gapen. "We hebben honger", zeurt Sanne. Ik geef alle drie mijn zusjes een aai. "Wacht even, ik breng Daantje naar boven en dan maak ik wat voor jullie!"

Trots kijk ik naar mijn gebakken omelet.

De drie meiden springen enthousiast om me heen alsof ze zojuist helemaal niet zo zielig waren. "Sanne, als jij drie bordjes pakt kom ik het ei brengen!" Huppelend maakt Sanne haar weg naar de keukenkastjes, en ik verwijder de koekenpan van het vuur.
"Salto! Salto!", joelen Brit en Floor, hun stralende ogen gefixeerd op de koekenpan. Telkens als ik een ei voor ze bak, flip ik het om in de lucht wat een waar spektakel blijkt te zijn. En we noemen dat spektakel altijd de 'salto'.
Ik verstevig mijn grip om het handvat en lanceer de omelet de lucht in, om deze vervolgens netjes weer te laten landen. Terwijl ze alle drie applaudisseren, deel ik het ei op in drie stukken en schep ik deze op de borden. Vanuit mijn ooghoeken zie ik de keukendeur open en dicht gaan, en dan voel ik een klein kneepje in mijn schouder. Het ging zo snel dat ik seconden later even niet meer zeker wist of de aanraking wel écht gebeurde.
"De mensen van de inspectie zijn weer geweest, we hebben een groene stempel", bromt vader. Hij klinkt vermoeid maar opgelucht.
Het woordje 'we' had hij zo klein uitgesproken, maar het draagt zo'n grote verantwoordelijkheid. 'We' betekent dat ik deel uitmaak van zijn kwekerij.

LieveheersbeestjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu