♧ - H 1 - ♧

555 30 9
                                    

- 7 jaar eerder -

Jasmijn. Een geur die door overmatig gebruik té sterk en overheersend wordt. Ik heb dit al vaker subtiel tegen Annah proberen te zeggen, maar omdat ik bang ben om haar te kwetsen komt het nooit goed over. Waarschijnlijk denkt ze dat ik haar parfumkeuze complimenteer, want de geurwalm lijkt vandaag nog sterker dan gisteren te zijn. Annah trekt haar kreukeloze blouse nog strakker en haalt vervolgens een klein babyroze spiegeltje uit het voorzakje van haar smetteloos witte schooltas vandaan. Ze klapt deze open en brengt zorgvuldig lippenbalsem aan op haar volle, rozerode lippen. "Dus, waarschijnlijk krijg ik gewoon een puppy voor mijn verjaardag!" Opgewonden praat Annah over haar favoriete gespreksonderwerp; puppies. Haar ouders hadden het woord 'puppy' één keer laten vallen, en sindsdien is Annah er heilig van overtuigd dat het deze verjaardag echt zal gebeuren.
"Leuk!" Probeer ik enthousiast te reageren, om mijn donkere vermoedens te camoufleren. Natuurlijk krijgt ze ook dit jaar een grote teleurstelling te verduren, maar ik ben vastberaden om haar goede humeur niet te verpesten. Annah is héél breekbaar, het liefst stel ik dit breekpunt zo lang mogenlijk uit. Ik vind het vreselijk om haar verdrietig te zien.

Iedere ochtend lopen we samen naar school. Het is zo'n tien minuutjes lopen, met de fiets zou je er in vijf minuten kunnen zijn. Ik mag echter geen fiets van mijn ouders. Het zou me stimuleren om dit dorp te verlaten, me teveel onnodige vrijheid geven. Ik bezit hier immers toch alles wat ik nodig heb op loopafstand?

Annah woont zo'n twee minuutjes lopen van mijn huis vandaan, en ondanks dat zij wel een prachtige fiets bezit spendeert ze de ochtend liever met mij als gezelschap. Ik ben haar hier dankbaar voor, want na het kille ontbijt met mijn koelbloedige ouders ben ik altijd toe aan een luchtig gesprekje. Al gaat het over puppies, het maakt me niet uit. Ik hou van luisteren, en Annah's stem kalmeert me.

♧♧♧

Zoals altijd komen we weer vroeg aan in het klaslokaal. Annah en ik ploffen op onze vaste plek, links vooraan naast het raam. Mijn tafel staat aan de linkerkant, dus perfect naast de raamzijde. Een stroom zonnestralen verlicht het lokaal met een gouden gloed en weet me even te verblinden. Nadat mijn ogen aan het felle licht gewend zijn, geniet ik van de warmte die me teder streelt in de vroege ochtend. Buiten zijn de bomen verkleurt naar prachtige herfsttinten; geel, oranje en rood. Doordat het raam op een kiertje staat word ik verwend met een zacht briesje koele herfstwind. De geur van dorre bladeren doet Annah haar sterke parfum lichtjes vervagen.

De zomer trekt langzaam uit ons dorp, om de herfst zich met een prachtig zonnige dag te laten introduceren.

Met een vlugge blik op de klok boven het krijtbord zie ik dat de les over één minuut zal beginnen. Meneer Mijers pakt al langzaam zijn tas uit, en door zijn gebogen houding schuift zijn zware bril iewat omlaag. De zilveren touwtjes voorkomen dat het ding van zijn neus afwipt. Ondertussen is bijna iedere plek in het lokaal al bezet met zuchtende en kreunende leerlingen. Hun vermoeidheid staat de aanwezigheid van de prachtige herfst niet toe om de leerlingen hetzelfde genot te laten ervaren wat ik nu voel. Ik was vannochtend voor het eerst sinds tijden geen prooi van deze vermoeidheid, gelukkig. Vannacht heb ik heerlijk kunnen slapen.

Net als iedereen aanwezig lijkt te zijn, zwiept de deur met een enthousiaste zwaai open. Een lange jongen met donker golvend haar en een caramelkleurige huid steekt zijn hoofd door de deurpost. Mijers bekijkt hem met gefronste wenkbrauwen.
"Tobias van Eggelen?"
De jongen knikt vriendelijk. "Dat ben ik."
Mijers drukt zijn bril terug op zijn plek en blikt met een strak gezicht naar een vrije stoel achter de mijne. Een plekje naast Evelien, die voor zover ik weet altijd liever alleen zit.

"Ook goedemorgen", mompelt de jongen genaamd Tobias iewat teleurgesteld binnensmonds. Zijn ogen glijden over de vermoeide hoofden, en blijven iets langer dan gemiddeld bij mij hangen. Vragend beantwoord ik zijn blik. De jongen wendt zijn donkerbruine ogen af zonder verdere mimiek en neemt plaats op de stoel achter mij.

Al meteen had ik door dat deze jongen anders was.

?☆?

LieveheersbeestjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu