♧♧♧
Het vervelende geluid van de piepende wieltjes galmt schrel door de bijna-lege supermarkt.
"U wilde nog een pak yoghurt?"
-"Ja, maar wel halfvolle yoghurt!"
Peinzend kijk ik naar de halfvolle yoghurtpakken die op de bovenste schap staan uitgestalt. Met moeite sta ik op de puntjes van mijn tenen en weet ik nog maar net een pak tevoorschijn te halen zonder omver te tuimelen.Het is donderdagmiddag en ik help mijn buurvrouw mevrouw Bloem met boodschappen doen. Mijn ouders hadden me afgelopen zomer ingeschreven voor vrijwillig dienst verlenen bij de liefdadigheidsinstelling van onze kerk. Iets wat we niet besproken hadden, ze deden het gewoon. Het helpen van de zwakkeren van het dorp neemt veel tijd in beslag, maar ik voel me verplicht om het te doen.
Mensen dienen en steunen is de wil van God en ik houd me hier plechtig aan. Het is dankbaar werk en ik doe het graag.
Mevrouw Bloem leunt heigend tegen het winkelkarretje. Meerdere keren hadden we gezegd dat ze een rollator aan moet schaffen, maar ze weigerde het altijd meteen. De vrouw is bang dat haar gezondheid erdoor achteruit zal gaan - wat niet het geval zou zijn - maar ze is te koppig om naar de plaatselijke huisarts te luisteren.
Het is opvallend rustig in de supermarkt ondanks dat het donderdagmiddag is, en daar ben ik maar al te blij mee. Me met een oud vrouwtje door de drukte heenworstelen is niet mijn favoriete activiteit.
Nadat ik samen met mevrouw Bloem alle boodschappen heb afgerekend en bij haar huis ben aangekomen, help ik haar om alles in de koelkast en in de keukenkastjes te plaatsen. Bloem zit in haar diepe stoel, toe te kijken naar hoe ik bezig ben terwijl ze me af en toe instructies geeft.
-"Nee, de hagelslag hoort in het linkerlaadje"
-"Natuurlijk mevrouw, sorry"
Ze duwt haar goud gemontuurde brilletje met trillende vingers omhoog, met weinig succes omdat het ding te groot is voor haar gezicht. Nog iets waar ze te koppig voor is om iets aan te doen.
Ik heb alles uitgepakt en vouw de tas op om deze vervolgens op te bergen.
"Dankjewel, jongeman." Met diezelfde trillende vingers haalt Bloem haar portemonee tevoorschijn om me fooi te geven, wat ik meteen weiger. "Het is goed zo, ik doe het graag!" Met een vriendelijke glimlach verlaat ik de woonkamer. "Tot de volgende keer!"
-"Tot ziens, knul!"
Met moeite sluit ik de zware deur achter me en verlaat ik de oprit. Felle zonnestralen komen me tegemoet. Ondanks de zachte warmte dat over mijn wangen streelt, weten de stralen de ijskou van de winter niet te overmeesteren. Ik trek mijn sjaal iets strakker aan en schuif mijn muts zo zodat het mijn rode oren bedekt. Ik werp een blik op mijn horloge, 16 uur 42. Over een kwartier zal het eten op tafel staan.Als ik over de drempel van mijn huis stap, komt de geur van ewrtensoep me tegemoet als een kwade geest. Het spul deed me in mijn vroegere jaren altijd kokhalzen en sinsdien heb ik er geen lepel meer van in mijn mond gestopt. De geur doet me dan ook weer denken aan het verschrikkelijke gevoel van overgeven.
"Goedemiddag, ik ben thuis", groet ik mijn moeder die in de keuken aan de weer is. Ze draait zich om, schenkt me een scheef glimlachje en gaat vervolgens weer door met het snijden van een prei. Het aanrecht staat gevuld met groenten uit de kas in onze achtertuin en de tafel is gedekt met het verouderde servies met Delftse patroontjes. Ik loop langs de keuken de woonkamer in, waar mijn vader druk bezig is met het bestuderen van een aantal papieren. "Goedemiddag", groet ik hem met een kleine stem. Hij steekt een vinger in de lucht als teken dat hij me gehoort heeft. Ik loop naar het kastje waarop een beeldje van Jezus staat en sla een vlug kruis om ook Hem te begroeten. Lawaai van dreunende voetstapjes klinkt op de gang, en mijn drie zusjes vliegen me in de armen. "Noach!" Joelen ze. Lachend kniel ik in een hurkhouding en geef ik Sanne, Floor en Brit een aai over hun donkerblonde stijle haren. Floor en Brit zijn een tweeling van vijf, Sanne is negen jaar. De drie kinderen lijken wederom sprekend op elkaar. Ze hebben weinig van mij weg met hun grijsgroene ogen en stevige bouw.
Boven ligt Daantje van drie maanden haar middagslaapje te houden. Ik ben de oudste van de vijf, en de enige jongen. Dat levert zeker wat druk op omdat er van mij verwacht wordt dat ik het goede voorbeeld voor mijn zusjes zal zijn. Een verwachting waar ik mijn best voor doe om aan te voldoen.
JE LEEST
Lieveheersbeestje
Roman d'amourB × B We friemelden met onze blote tenen in het gras Starend met geknepen ogen tegen de brandende zon, naar de zwarte electriciteitdraden die een fel contrast vormden met de helderblauwe lucht. "Zouden wij ooit in de hemel daar boven komen?" Vroeg j...