Hoofdstuk 9

331 18 1
                                    

LAILA'S POV

Nadat ik heb verteld wat er is gebeurd loop ik recht naar de een van de slaapkamers. Ik voelde me net even sterker dan ooit te voren, maar nu stort ik in. Ik ga op het bed liggen en huil geluidloos. Ik schaam me te erg om nog terug te gaan naar Kelvin en Peter. Ik moet bij ze weg. 

Maar ik ben zo moe dat ik in slaap val.

PETERS POV

Nadat Laila naar de kamers liep hebben Kelvin en ik nog even aan tafel gezeten. Toen zijn we opgestaan en zijn we tv gaan kijken. We hebben het nog even gehad over wat er nu gaat gebeuren. We kunnen Laila niet zomaar wegsturen. Wij vinden dat ze de politie of haar ouders moet bellen. Beide het liefst, maar als ze het zelf niet wil kunnen we haar niet dwingen. Uiteindelijk spreken we af het morgen bij het ontbijt voor te stellen, want inmiddels voel ik me zo moe dat ik mijn ogen bijna niet kan open houden. 'Ik ga naar bed.' zeg ik tegen Kelvin. 
'Oke,' antwoord hij, 'Ik blijf nog even hier'.
'Oke weltrusten!' roep ik tegen hem terwijl ik naar mijn kamer loop. 

Ik doe de deur open en ik zie Laila, ze ligt op mijn bed. Eerst vind ik het wel schattig en ik loop naar mijn kast om mijn pyama te pakken. Dan zie ik haar gezicht. Ze heeft wallen, er lopen strepen over haar gezicht van het huilen en ze heeft rode ogen. Ik ben blij dat ze niet meer zo doet als net en emotie laat zien. Toch overspoelt een gevoel van medelijden en hulpeloosheid me. En nog wat, maar ik weet niet wat het is. Ik ga op het bed zitten en veeg de tranen van haar gezicht met mijn duim. Ze ziet er ondanks alles prachtig uit. Dan gaan haar ogen langzaam open.

Haar ogen worden eerst groot van schrik, maar dan ontspant ze. Het is duidelijk dat ze ons nog steeds niet helemaal vertrouwd, dat kan niemand haar kwalijk nemen. 

'Dankjewel' fluistert ze.

LAILA'S POV

Blijkbaar ben ik in slaap gevallen, want ik word wakker als Peter de tranen van mijn gezicht veegt. Ik droomde over zaterdag. Hij maakte me net voordat Thomas me ging snijden wakker. Ik moet toegeven dat ik eerst schrok, ook door de droom, toen voelde ik me dankbaar. Dus ik bedankte hem.

'Waarvoor?' vraagt hij. 

Ik glimlach en loop naar het raam. Ik ga hem niet lastigvallen met mijn droom. 'Mag het raam open?' vraag ik. 
'Tuurlijk' zegt Peter. 
Ik open het raam en adem diep in. Het is nog best warm buiten. Ik draai me om en zie dat Peter naar me staart. 'Wat is er?' vraag ik.
'niks...' zegt Peter, die inmiddels naar de muur staart. 'Kan ik je iets vragen?'
'Ja' zeg ik.
'Heb je er erg last van, van wat er gebeurt is?'
'Zolang ik er niet aan denk niet, dus bedankt dat je me eraan herinnert.' zeg ik met een geïrriteerde ondertoon en draai me om. De waarheid is dat zolang ik mezelf met andere dingen bezig houd, ik er niet aan hoef te denken. Maar als ik ga slapen of alleen ben... Is er niets dat me kan redden van mijn eigen gedachtes behalve ikzelf. En ik geloof niet meer in mijn eigen kracht. Thomas pakte die af. 
Ik merk dat ik weer aan het huilen ben. 
Peter heeft het duidelijk ook gehoord, want hij komt naar het raam toe. Hij knuffelt me van achteren en legt zijn hoofd op mijn schouders. 'Gaat het?' vraagt hij. 
Ik maak zijn handen los en draai me om. 'Ik denk het, ga je mee?' vraag ik en loop gelijk weg. Ik heb geen medelijden nodig, nu niet en nooit niet. Ik heb nu afleiding nodig.
'Wat?! Het is 1 uur 's nachts!' roept Peter. 
Ik draai me om en lach naar hem. 'En dus?' zeg ik uitdagend. Dan ren ik naar de voordeur. En Peter komt gelukkig achter me aan. Samen sprinten we de nacht in.

Waking up in AmsterdamWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu