Hoofdstuk 11

346 17 3
                                    

LAILA'S POV

Als ik wakker word kan ik me even niet herinneren wat er gebeurt is, alles wat ik zie zijn sterren, dit keer gelukkig die in de lucht. Dan komt er een gezicht boven me hangen, het enige gezicht dat ik nooit meer wilde zien. Great. 

"Wat denk je dat je aan het doen bent!" fluistert Thomas. Hij klinkt ondanks dat echt heel boos. Zijn adem stinkt naar rotte vis en wisky. Ik voel mezelf angstig worden zodra ik in zijn ogen kijk, hij heeft dezelfde blik als... vorige keer. Ik probeer snel weg te rollen, maar hij was erop voorbereid en plaatst zijn hand op mijn heup om me terug te draaien. Onmiddelijk voel ik een rilling van walging door mijn lijf gaan als reactie op zijn aanraking. "Laat me met rust." fluister ik terug met een boze blik. Ik 
Als reactie daarop brengt hij zijn gezicht dichter bij het mijne en kijkt hij me aan alsof hij elk mooment mijn keel kan openrukken met alleen zijn ogen. "Luister nu even heel goed, Laila, ik ga je nu iets duidelijk maken. Als ik je niet kan hebben, kan niemand dat. Ik wil dat je bij je zogenaamde redders weggaat. Ik zal je terug laten gaan om je spullen op te laten halen, als je iets hebt tenminste. Ik ontmoet je morgenvanavond om middernacht op de precieze plek waar je wakker bent geworden hier. Als je dat niet doet, kom ik het huis binnen en zullen jij en je redders spijt hebben van jou keuze."
Vol ongeloof, maar vooral vol angst en twijfel, kijk ik hem aan en zeg: "Dat meen je toch niet? Je was altijd zo aardig en eerlijk, tot een paar dagen geleden.... Wat is er aan de hand?"
Ik hoop dat ik hem hiermee overhaal om dit niet te doen, want ik wil Peter en Kelvin niet zo achterlaten, niet na alles wat ze voor me hebben gedaan. En ik zou echt niet weten wat ik zou doen als hij ze iets aandeed.
De uitdrukking op zijn gezicht verzacht en ik zie iets als schuldgevoel in zijn ogen, dan hoor ik voetstappen. Het is Peter. Het masker gaat weer op bij Thomas en hij verandert in de perfecte acteur. Misschien waren alle goede momenten die we samen hebben doorgebracht wel geacteerd en is die psychopaat de echte Thomas. Dat maakt me alleen nog banger, maar gelukkig is Peter nu hier. Al vraag ik me wel af wat Thomas gezegt had als we ons gesprek hadden konden afmaken.

Wanneer Peter vlakbij ons staat en Thomas opstaat komt de realisering bij me aan als een trein met 300 km/u: Ik moet Peter en Kelvin verlaten. En als ik eenmaal met Thomas meega zie ik ze vast nooit meer, ik vraag me af of ik ooit nog wel iemand zie, wat als Thomas me opsluit. "Als ik je niet kan hebben, kan niemand dat."  Zijn woorden van eerder herhalen zich in mijn hoofd als een mantra. Dit is niet de Thomas die ik ooit kende, dus ik weet niet meer wat ik kan verwachten. Ik word banger en banger. Pas als ik denk dat ik het niet meer kan verdragen en het gevoel heb dat het eten van de afgelopen drie weken naar boven komt loopt Thomas weg en knielt Peter bij me neer. Ik weet dat het zwak is van me, maar ik sla mijn armen om hem heen en huil, harder als ooit. Eerst is hij verrast, maar dat slaat hij zijn armen om me heen en trekt me tegen hem aan. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder en het valt me gelijk op dat hij heerlijk ruikt. Ik wil hem niet verlaten, ik wil niet eens uit deze positie komen. Met zijn sterke armen om me heen vergeet ik langzaam het grote probleem wat ik heb, voor nu dan. Maar het is onmogelijk te denken aan iets negatiefs terwijl hij langzaam over mijn rug wrijft om me te troosten. Langzaam stoppen mijn tranen en ik voel mezelf moe worden. Dan wordt alles voor de tweede keer deze avond zwart.

PETERS POV

Ik heb geen idee wat er met Laila aan de hand is of wat die vreemdeling heeft gedaan, maar het zorgt ervoor dat ik woede voel in heel mijn lijf. Als ik die vreemdeling tegenkom dan moet hij oppassen, want wie Laila zo laat voelen, heeft een probleem met mij. Ik kan alleen niet focussen op die woede nu, ik moet haar troosten. Ik wrijf met mijn hand over haar rug in een onhandige poging haar te kalmeren. Ik haat het om haar zo te zien. Ik had kunnen weten dat er iets ergs zou gebeuren toen we zomaar de nacht in rende. Het was gewoon dom van me. Na een tijdje stopt ze met huilen en nog een tijdje later hoor ik een zacht gesnurk. Ik glimlach bij het geluid. Ik til haar op en draag haar naar huis.

Thuis aangekomen leg ik haar op mijn bed, ze sliep er tenslotte straks ook al, dus ze zal het vast niet erg vinden om hier weer te liggen. Ik slaap wel op de bank. Ik loop weg en ik roep "Kelvin?" door de woonkamer. Geen antwoord. 
Ik doe de deur van zijn slaapkamer open en ik zie dat het licht al uitstaat en er een figuur op het bed ligt. "Weltrusten" fluister ik. Dan pak ik een deken uit de kast en ga op de bank liggen. Ik vraag me af of ik ga kunnen slapen vanacht, maar voor Laila doe ik dit met liefde. Ik denk aan haar, terwijl ze lacht, echt lacht, zodat haar ogen bijna licht geven en de kuiltjes op haar wangen zichtbaar zijn..... 

Waking up in AmsterdamWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu