KELVINS POV
"Waarheen?" vraag ik Peter. In plaats van te antwoorden hangt hij op. Idioot, hoe moet ik hem nu vinden? Uit pure frustratie gooi ik mijn telefoon die ik vandaag gekocht heb bijna weer kapot. Ik houd mezelf net optijd tegen en doe hem in mijn zak.
Op dat moment laat hij weten dat ik een bericht heb door te trillen en een irritant geluidje te laten horen. Ik zucht zo geïrriteerd mogelijk en bekijk het bericht. Peter heeft zijn locatie doorgestuurd.Dit zorgt er gelijk voor dat ik weer volledig gefocust ben. Ik probeer snel te denken, het is vijf minuten lopen. Een taxi bellen kan sneller zijn, maar ik wil het risico niet nemen. Dus ik zet mijn navigatie aan en begin te rennen. Zo komen al die uren in de fitness toch nog van pas.
Ik houd het goed vol, ondanks de duisternis. Ik ben al bijna twee keer over fietsenrekken gestruikeld. Onderweg kom ik ook nog langs een plek waar een ongeluk is geweest, lijkt het. Er staat een ambulance en er staan twee politieauto's. Na ongeveer twee minuten ren ik een hoek om en in de verte zie ik Peter, Laila en een jongen die ik ergens van herken. Vlak bij hen liggen vier jongeren te lachen op de grond. Het ziet er belachelijk uit.
Ze zien eruit alsof ze gewoon praten, het enige rare is dat Laila hardhandig naar achteren wordt gehouden, weg van Peter. Dan pakt de jongen Laila bij haar nek en haalt iets glimmends uit zijn broekzak. Ik weet niet wat het is, maar het is foute boel.
Voor een paar seconden weet ik niet wat ik moet doen. Dan herinner ik me de politieauto's van een paar straten terug. Ik draai me om en ik sprint de hele weg ernaartoe.Als ik daar aankom ben ik helemaal buiten adem en ik leun met mijn handen op mijn knieën om bij te komen. Zo te zien staan de auto's op het punt om weg te gaan. De ambulance rijdt al weg en een van de politieauto's rijdt ook weg. Ik jog snel naar de laatste politieauto en klop hijgend op het raam. Er zitten drie agenten in en degene bij het raampje draait het naar beneden.
"Jullie, *hijg*, moeten mij, *hijg*, helpen." weet ik uit mijn mond te krijgen. De agent kijkt me aan en trekt een wenkbrauw op. "Geen tijd, *hijg*, om het uit, *hijg*, te leggen. *hijg* Volg me alsjeblieft." zeg ik. Tot mijn verbazing en opluchting knikt de agent. "Kom mannen!" zegt hij tegen de andere twee. Hij stapt uit de auto en zegt tegen mij: "We zijn eigenlijk klaar met onze shift, maar dit ziet er dringend uit." Als antwoord knik ik. "Kom!" zeg ik als de andere twee bij ons staan en ik wandel snel voor ze uit. Doordat ik de agenten niet wil laten rennen gaan we niet zo snel als ik in gedachte had. En ik heb het gevoel dat we minutenlang aan het snelwandelen zijn voor we dezelfde hoek omlopen en een verschrikkelijk tafereel aantreffen. Dan rennen de agenten voor me uit en ik begin zelf ook te rennen. Peter ligt op de grond met een mes in zijn buik, Laila ligt tegen een muur met een snee in haar wang en ze kijkt nogal deuzig. Daarbovenop rent die gast weg. Hij heeft dit gedaan. Ik hoor een schreeuw, en ik denk dat ik het geluid veroorzaak, maar ik ben niet zeker. Ik ben in ieder geval blij dat twee politieagenten achter hem aangaan, anders was hij net zo geïndigd als mijn telefoon. De overgebleven politieagente belt een ambulance terwijl ze probeert te bedenken wat er aan de hand is. De verwarring is duidelijk zichtbaar op haar gezicht. Ik kijk begrijp er zelf eigenlijk ook weinig van. Ik kijk rond en mijn blik blijft hangen bij Laila. Ze doet zichtbaar haar best om haar oogleden open te houden, want ze blijven steeds dichtvallen. Paniek is nog zichtbaar in haar ogen en ze kijkt glazig voor zich uit. Ik kniel bij haar neer en leg mijn hand op haar schouder om haar te laten weten dat ik er ben. "Je bent veilig nu." fluister ik.
Dan stopt ze met de onrustige bewegingen en valt ze in slaap. Laila ziet er zo behalve de snee niet erg gehavend uit. Dan sta ik op en kijk ik weer naar Peter. De woede keert terug en hij neemt een soort paniek en angst met zich mee. Er zit al zo veel bloed op zijn shirt dat ik me zorgen maak of hij nog wel iets in zijn lichaam heeft zitten. Dan pas besef ik de ernst van de situatie en ik sprint naar hem toe en pak zijn hoofd met twee handen vast. "Peter.... PETER" schreeuw ik terwijl ik hem door elkaar schud, maar hij geeft geen reactie. De agente is klaar met haar telefoongesprek en zegt: "Ze zijn hier binnen twee minuten." alsof het een goed ding is. Binnen twee minuten kan hij wel dood zijn! Ik kijk haar aan terwijl mijn zicht al wazig wordt door de tranen. "Gaat hij het redden denk je?" vraag ik haar bijna smekend. Ze kijkt even bedachtzaam en geeft me dan antwoord: "Ja, ik heb ergere gevallen het zien overleven." Dan tilt ze haar shirt op en even ben ik te verbaast om te reageren. Op haar buik zijn drie grote littekens zichtbaar.
"Ben jij...?" vraag ik.
"Ja," antwoordt ze "iemand mocht me niet zo." besluit ze met een glimlach. Dan draait ze zich om en knielt bij Laila om te kijken hoe het met haar gaat. Ik ga in de kleermakerszit naast Peter zitten, bang om hem pijn te doen als ik hem verleg, maar ik wil hem niet verlaten. Ik pak Laila's jas uit zijn hand en gooi hem naar de agente die hem om Laila hangt. Mijn eigen jas leg ik onder Peters hoofd. Nu is alles wat ik nog kan doen wachten.
JE LEEST
Waking up in Amsterdam
Fiksi Penggemar"Ik deed mijn ogen open, en het eerste wat ik zag was water. Troebel en bruinig. Het leek een kanaal. Ik lag op koude, harde tegels. Ik voelde me stijf, en mijn nek deed pijn. Het leek wel alsof ik hier had geslapen. Aan de overkant van het kanaal s...