Ik stap mijn auto in. Snel daarna doet Wolfs de deur open. "Mag ik mee rijden?" Vraagt hij. Ik wil heel enthousiast zeggen natuurlijk we zijn toch partners maar ik zeg zo luchtig mogelijk "als jij mij vertelt waar ik heen moet". Hij moet lachen en zegt "freulepark 6". Ik start de auto en we rijden weg. "Er is een lijk gevonden in dat huis of heb je dat wel meegekregen" zegt hij met een breede grijns. Ik zucht diep en glimlach. Na een lange stilte zeg ik uit t niets "heb jij eigenlijk een vrouw?" Hij begint te lachen en zecht "nee veel te veel gedoe allemaal. En jij? Heb jij een man?" Ik voel dat mijn wangen rood worden. "Uhm... nu niet meer" is mijn antwoord. "Heb je een vriendje?" Vraagt hij dan. "Nee natuurlijk niet wat denk je wel niet" het komt er botter uit dan dat ik bedoel. Hij kijkt voor zich uit en zecht niks.
"Een man van 28 jaar. Simon de Wit. 2 schoten één in zijn hoofd en één door zijn borst". Wolfs herhaald t voor me. "Ik ben niet doof hoor" reageer ik. Waarom reageer ik vandaag zo boos? Waarom moet ik nu alleen maar denken aan hem? Wat zou hij van mij vinden? Ik schut mezelf wakker uit mijn gedachten. Wolfs begint te lachen "waar zit jij toch met je gedachten?" Ik voel me voor de zoveelste keer vandaag rood worden. "Ga je mee?" Vraag ik om niet op zijn vraag te hoeven antwoorden. We stappen in mijn auto en rijden naar het bureau. "Van Dongen, Wolfs de vrouw van Simon voor jullie in de verhoorkamer".