Hoofdstuk 4

48 4 1
                                    

Hoofdstuk 4.

Een zacht geklop op mijn deur rukte me terug uit mijn bijna slaaptoestand. Langzaam werd ik terug gezogen in mijn lichaam en ik knipperde vermoeid met mijn ogen. Mijn moeder stond in de deuropening en mijn vader achter haar duwde de deur verder open.
Ze oogde bezorgd, maar er was ook iets aan haar wat lastig te plaatsen viel. Was ze nou nerveus? Voorzichtig duwde ik me op mijn ellebogen omhoog.
'Hé, wat is er? Is het tijd om te eten?' Na een nacht door te hebben gebracht in het ziekenhuis waren we allen uitgeput en ik was dan ook direct naar mijn bed gestrompeld.
Mijn ouders liepen voorzichtig naar mijn bed toe, mijn moeder bukte bij mijn nachtkastje om een net vers gemaakte kop thee neer te zetten en ik bedacht me dat ik daar mijn schetsboek had neergelegd. Ik had niet kunnen slapen voordat ik het beeld in mijn hoofd op papier had gezet. Het was een aparte tekening geworden, van een soort boog met een heel apart soort pijl erop. De pijl zag er een beetje krom en breed uit. Het was té breed voor een pijl, maar wat het wel was...
De boog had ik mooi gedetailleerd getekend en was versierd met houtsnijwerk. Sierlijke krullen, kleine figuurtjes en bloemen sierde het hout mooi.
De pijl en de boog paste mooi bij elkaar, allebei sierlijk en gedetailleerd.
Toen de slaap naar me had gelokt had ik mijn schetsboek naast me neer gelegd die ik nu zorgvuldig optilde waarna mijn moeder de kop thee neerzetten.
Mijn vader plofte neer op het voeteneinde en tilde mijn al slapende kat Pikkels op en legde hem op zijn schoot. Hij keek even verontwaardigd op met zijn groenblauwe ogen, maar sloot ze toen weer en krulde zich tevreden op zijn schoot op.
Mijn moeder nam plaats naast mijn vader en ik schoof omhoog tegen de hoofdsteun van mijn bed.
Fronsend keek ik ze aan. Ze keken alsof ik ernstig ziek was, maar dat was ik helemaal niet. Dokter Moore had bevestigd dat ik volledig gezond was, ik moest alleen voor de zekerheid nog wat rust nemen en dan zou het goed komen.
'Oké, jullie maken me een beetje bang. Als ik niet beter zou weten zou het net zijn alsof jullie me iets heel belangrijks te vertellen hebben...'
Mijn moeder trok wit weg en mijn vader schraapte zijn keel.
'We-' hij wierp nog een snelle blik op mijn moeder, 'we merken dat je de laatste tijd een beetje afwezig bent. Dat je iets dwars zit...' Nu was het mijn beurt om wit weg te trekken. Zouden ze doorhebben dat ik last had van hallucinaties? Zouden ze weten wat er met me gebeurde?
'Zeg het haar maar Maggie,' mijn vader spoorde mijn moeder aan, ze wierp nog een blik op mijn vader en frummelde met iets in haar handen.
'Oké dan Ian, hierna kunnen we niet meer terug.' Hij knikte haar toe.
'Dat weet ik. Maar ze verdient het te weten.' Hadden ze wel door dat ik in de kamer zat?
'Mam? Pap? Ik kan jullie gewoon horen hoor. Wat is er aan de hand?' Mijn moeder zuchtte diep en gaf toe.
'Je hebt gelijk, sorry lieverd.' Ze ademde een keer diep in en vervolgde haar verhaal. 'Toen wij jou adopteerde kregen we je in een gehaakte deken waarin je gewikkeld was. Binnen in de deken zat een briefje, maar het zat er zodanig in dat het niet direct zichtbaar was, ik vond het dan ook met toeval,' begon ze, 'op dat briefje stond alleen een adres en een letter, we namen aan dat het van je biologische moeder was. Er zat nog een ander briefje bij waarop stond: "Geef het adres aan haar als ze er klaar voor is, jullie zullen weten wanneer het tijd is." We vonden nooit het juiste moment, maar nu hebben we het idee dat je steeds meer begint te verlangen naar het antwoord op wie je biologische ouders zijn. Je bent de laatste tijd zo afwezig, het zit je dwars he?' Ze liet haar stem wegsterven en slikte moeizaam.
Ik staarde hun met open mond aan. Eerlijk gezegd had de vraag naar mijn biologische ouders inderdaad wel regelmatig door mijn hoofd gespookt, maar niet de laatste tijd. Toch leek het me geen slecht idee om dit als excuus voor mijn vreemde gedrag van de laatste tijd te gebruiken. Als dit adres me naar mijn biologische ouders zou leiden, konden zij me misschien antwoorden geven. Misschien had er iemand in de familie wel een overerfbare ziekte. Misschien wist ik dan wat er met me aan de hand was. Wanneer ik mijn biologische ouders had gesproken, zou ik het mijn ouders vertellen. Ik wilde eerst meer zekerheid hebben van wat er met me aan de hand was.
Dus knikte ik langzaam. 'Jullie kennen me te goed. De laatste tijd speelt het beeld van mijn biologische ouders inderdaad vaker door mijn hoofd. Niet dat jullie niet belangrijk voor mij zijn.' Ik glimlachte warm naar ze. 'Jullie zijn en blijven altijd míjn ouders.' En dat was echt zo. Ik was nieuwsgierig naar wie mijn biologische ouders waren, puur om te ontdekken hoe ze waren en waarom ze me hadden afgestaan, maar ze zouden nooit mijn ouders kunnen vervangen. Dat wilde ik niet.
Mijn vader glimlachte warm naar me, 'maar je wilt wel graag weten waarom je ter adoptie bent gesteld?' Ik knikte.
'Ja, dat heb je goed pap.' Schokschouderend staarde ik ze aan. 'Ik heb een aantal vragen die ik graag beantwoord krijg. Maar dat is het dan ook.' Ik was oprecht gelukkig met de ouders die ik gekregen had. Ze beschouwde me als hun eigen echte dochter en zo voelde ik me ook. Maar nu mijn ouders hierover begonnen waren en ze een adres van haar hadden – als ze daar nog steeds woonde – nam ik daar graag gebruik van. Boos kon ik niet op ze zijn voor het jarenlange verzwijgen van het adres, want de aanwijzing die mijn biologische moeder had gegeven over het tijdstip dat ze het aan me moesten geven was ook erg vaag geweest.
Mam frummelde de hele tijd aan een papiertje en ik nam aan dat het, het briefje was met het adres.
'Hier is het briefje,' Ian pakte het vergeelde dunne papiertje voorzichtig uit Maggie's handen. Hij schoof het briefje naar me toe. Ongelovig staarde ik naar het briefje. Dit zou misschien naar mijn biologische ouders leiden, naar antwoordden. Ik was misschien niet gek... er was iets raars aan de hand, maar waarom zou ik dit adres krijgen als ik geadopteerd was? Waarom wilde mijn biologische moeder dat ik haar zou vinden als ze me ook gewoon had kunnen houden?
Ik wist niet wat ik moest zeggen, ik staarde voor me uit, pakte voorzichtig het briefje en vouwde het geel verkleurde papier open. Er stond een adres op, het adres was ondertekend met een 'M', geen naam. Misschien van "mama"? Het zou wel erg cliché zijn... Ik herkende het adres, het adres was midden in het bos, vlak bij de plek waar ik weer in zo een rare situatie was beland. Het was in de buurt van mijn huis, ik kon er makkelijk na school even langsgaan.
'Bedankt,' was het enige wat ik kon uitbrengen. Ik was mijn ouders hier heel dankbaar voor, ze gunde het mij om mijn biologische ouders te leren kennen. Er waren genoeg adoptieouders die dat niet goedkeurde.
'Ga er maar een keer langs,' zei mijn moeder bemoedigend glimlachend.
'Zal ik doen.' Mijn vader legde een brede hand op mijn moeders schouders en kneep er zachtjes in. Pikkels sprong net op en rekte zich uit op mijn vaders schoot. Langzaam bewoog hij zich richting mij en sprong bij mij op schoot.
'Zo deze hier heeft duidelijk je aandacht nodig,' mijn vader lachte breed en aaide over Pikkels kopje die spinnend zijn ogen op mijn schoot sloot. Grijnzend schudde ik mijn hoofd en kriebelde Pikkels achter zijn oortjes. Het was een lieverd maar soms kon ik hem wel zijn nek omdraaien.
'We zullen je nog even laten rusten, maar beloof ons wel één ding,' mijn ouders stonden op en mijn moeder keek me doordringend aan.
'Ga er pas heen als je je wat beter voelt, ik wil niet dat je weer in het ziekenhuis beland. Daar hebben we je te lief voor schat.' Warm lachend knikte ik naar haar.
'Dat beloof ik mam.'

Dimensionauts Deel 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu