Hoofdstuk 1

1.3K 29 6
                                    

'Dat is haar, die wil ik' zeg ik terwijl ik haar met een valse grijns nastaar.

Ik schrik op uit mijn nachtmerrie en schiet omhoog. Ik haal een hand over mijn voorhoofd die gelijk doorweekt is van het zweet. Herinneringen van de nachtmerrie schieten door mijn hoofd en ik voel een rilling over mijn rug lopen. Mijn hoofd schiet gelijk naar het raam, die wagenwijd openstaat.

Heb ik die opengelaten?

Nee, ik weet zeker dat ik het raam dicht heb gedaan, ik kan niet slapen met het raam open. Mama zal dat vannacht wel hebben gedaan voordat zij en papa weggingen naar dat congres in Duitsland..

Ik sla de dekens langzaam van me af en stap uit bed. Zodra ik de vloer raak begint het onder me te kraken. Ik hou mijn adem in en wacht even. Zodra er na een paar ogenblikken nog niks gebeurd is, loop ik op mijn tenen door naar het raam. In het huis is het angstaanjagend stil. Ik heb bijna het gevoel alsof ik in een horrorfilm zit en er elk moment een moordenaar achter mijn kast vandaan komt springen. Maar die komt niet, hoe lang ik ook naar de kast blijf staren. Ik ben vast nog bang door die nachtmerrie, het was misschien ook niet zo slim om om 12 uur nog Hereditary te gaan kijken op Netflix..

Ik pak de ijzeren hendel van het raam vast en schrik even van de kou. Dan trek ik het raam dicht. Ik voel me gelijk al meer op mijn gemak en laat opgelucht een zucht.

Achter me hoor ik plots gekraak op mijn vloer. Met een ruk draai ik me om. Mijn blik speurt de lege kamer rond en blijft hangen bij de deur. Die staat nu op een kier. Ik hap naar adem en stap achteruit.

De vloer kraakt nogmaals en mijn hoofd schiet richting het geluid. Ik hoor dat het achter het bed vandaan komt en hou mijn adem in terwijl ik langzaam dichterbij stap. Ik loop om mijn bed heen en haal opgelucht adem als ik onze kat Sammie daar zijn poot zie likken.

Ik loop naar de deur en sluit hem voorzichtig weer. Gauw spring ik mijn bed weer in en kruip ik comfortabel tussen mijn kussens en dekens. Tevreden sluit ik mijn ogen.

Alweer hoor ik gekraak in mijn kamer, maar nu weet ik dat het Sammie is, dus ik blijf rustig liggen en probeer te slapen.

Het gekraak wordt luider en ik voel adem in mijn gezicht. Dit is absoluut niet Sammie.. Ik weet dat er iemand staat en probeer te doen alsof ik slaap, hopend dat hij weg zal gaan.

'Slim hoor Laura.. doen alsof je slaapt' hoor ik een mannenstem zeggen. Van schrik schieten mijn ogen wijd open en ik staar in 2 grote, donkerbruine ogen. Ik gil en probeer van hem weg te kruipen, maar een valse grijns verschijnt op zijn gezicht. 'Nee nee schatje, dat gaan we niet doen' zegt hij terwijl hij me aan mijn enkel trekt en me naar zich toe draait.

Hij pakt iets uit zijn zak en brengt zijn hand naar mijn gezicht. Ik probeer zijn hand weg te slaan, maar met zijn andere hand pakt hij mijn polsen vast en pint ze boven mijn hoofd. 'Help!! Help me!' schreeuw ik zo luid als ik kan, hopend dat de buren het zullen horen. Zijn hand gaat weer naar mijn gezicht en ik zie dat het een doekje is. Chloroform.

Hij drukt het doekje in mijn gezicht. Ik hou mijn adem in en doe alsof ik bewusteloos raak. Hij houdt het doekje nog even in mijn gezicht en net als ik op het punt sta om het op te geven en adem te nemen, haalt hij het doekje voor mijn gezicht weg.

Langzaam voel ik zijn gewicht van het bed afgaan. Het is even stil en dan voel ik zijn armen plots om heen, ik schrik en slaak bijna een gilletje, gelukkig kon ik me nog net inhouden. Hij pakt me op en gooit me over zijn schouder.

Hij neemt me mee mijn kamer uit en loopt de trap af naar beneden. Daar hoor ik plotseling nog een stem uit de keuken komen. 'Eindelijk, ik dacht al dat ik moest komen helpen'. Ik kijk voorzichtig tussen mijn wimpers door en zie vaag een gestalte van een jongen staan, die grijnzend mijn richting op kijkt. 'Nou het viel wel mee hoor, ze bood niet eens weerstand, volgens mij is dit een makkelijke' hoor ik de jongen die me vast heeft zeggen. Dat zullen we zo nog wel eens zien..

Ik hoor de voordeur opengaan en de jongen die beneden wachtte loopt voorop naar buiten, terwijl de andere jongen met mij nog op zijn schouder achter hem aan loopt. Dit is mijn kans..

Ik schop de jongen zo hard als ik maar kan in zijn privé plek, waardoor hij op zijn knieën zakt en mij loslaat. Ik grijp mijn kans en wurm me van zijn schouder af. Dan begin ik te rennen, zo snel ik maar kan. Ik durf niet om te kijken, maar ik weet dat de andere jongen me achtervolgt.

Aan het einde van de straat waag ik het toch om achter me te kijken en zie ik dat ik een redelijke voorstand heb. Ik zie een steegje en ren er gauw in, ik sla rechtsaf en probeer een hek te openen, maar er zit een slot op. In de verte hoor ik alweer snelle voetstappen het steegje in rennen. Shit shit shit. Ik probeer nog een hek en hij gaat met een zwiep open, ik ren gauw naar binnen en doe het hek zo stil mogelijk achter me dicht, hopend dat hij het niet gehoord heeft. Ik kijk om me heen en kruip in het hoekje van de tuin met mijn hand op mijn mond zodat hij mijn snelle ademhaling niet zal horen.

Ik hoor zijn voetstappen dichterbij komen en langs de tuin rennen. Zodra ik zijn voetstappen in de verte hoor verdwijnen haal ik opgelucht mijn hand voor mijn mond weg en haal ik diep adem. Ik kijk naar mijn hand en zie dat ik aan het trillen ben. Nu pas bedenk ik me dat ik hier in de kou zit met alleen mijn dunne pyjama aan.

Ik sta langzaam op en loop zo geruisloos mogelijk naar de achterdeur van de tuin waar ik nu in sta. Ik klop zachtjes op het raam, maar er gebeurd niks. Ik klop nog een keer en nog een keer, maar ik weet dat ze me niet zullen horen. Ik slaak een zucht en draai me met neergeslagen ogen om. Ik kijk naar de grond en ineens zie ik een paar schoenen voor me, ik kijk met een ruk omhoog en staar in 2 diepblauwe ogen. 'Gotcha' grijnst hij.

Ik maak aanstalten om langs hem te rennen, maar hij pakt mijn arm vast en sleurt me mee. Ik leg me er niet bij neer en probeer los te komen. Als dat niet lukt begin ik heel hard te schreeuwen. 'HELP!!! IEMAND, HELP MIJ!!'

De jongen lijkt hiervan te schrikken en kijkt me boos aan. Dan duwt hij me hardhandig voor zich uit naar de straat, waar de andere jongen al staat te wachten met een zwart busje.

Zo onder het licht van de lantaarnpaal kan ik zijn gezicht en zijn wilde donkerbruine haren eindelijk goed zien. Wauw

Ik kijk over mijn schouder naar de andere jongen en automatisch zwijmel ik en vergeet ik deze situatie voor een seconde. Woww, hoe zijn ze zo knap?! Hij kijkt me nog steeds boos aan met zijn blauwe ogen en zijn perfecte donkerblonde haren.. Um wow wat is er mis met mij, deze mensen proberen me nog wel te ontvoeren, dus who cares dat ze zo knap zijn.

Terwijl ik weer terug op de aarde beland, duwt de jongen me ruig in het busje. De bruinharige jongen komt achter mij aan het busje in en de blondharige jongen kruipt achter het stuur. Dan rijden we weg uit mijn oude vertrouwde wijkje, op naar het grote onbekende..

Ik wil jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu