The hated slytherin ((Dutch))✔️

2. De Sorteerceremonie

-June White POV
De trein was met veel geluid tot stilstand gekomen, we waren aangekomen op Zweinstein. Ik pakte enthousiast mijn koffer en liep de coupé uit naar buiten. Buiten stonden verschillende groepjes met leerlingen uit verschillende afdelingen. Uit enthousiasme kijk ik niet waar ik loop en bots ik tegen iemand aan. "Sorry! Ik had je niet gezien" verontschuldigde ik me snel,
"Het geeft niet" "ik ben Remus "zegt een jongen met een lieve glimlach.
"Ik ben June".
Hij bestudeert mijn gewaad en kijkt me met een verwarde blik aan.
'Ik ben nieuw' zeg ik met een glimlach na het zien van blik. 'Eerstejaars?' ik schud mijn hooft en leg hem het hele verhaal uit.
'Ik breng je wel naar de Grote Zaal zodat je ingedeeld kan worden' 'ik hoop dat je bij Griffoendor komt' zegt Remus nu ook enthousiast. Mijn gevoel zegt dat ik niet bij Griffoendor ingedeeld ga worden..
Ik loop met Remus de School binnen. Ik heb nog maar een klein deel van Zweinstein gezien en ik heb het nu al naar mijn zin. 'Professor Anderling zal je wel verder helpen' zegt Remus wijzend naar een vrouw met grijs haar een klein brilletje op. De professor staat wat uit te leggen aan de eerste jaars. Ik ga er bij staan en even later leek professor Anderling mij op te merken.
'Oh.. mevrouw White u bent ook eindelijk aangekomen' zegt ze op een strenge toon.
Ik knik en ze gaat weer verder met haar uitleg: ' 'jullie worden één voor één ingedeeld in de afdelingen: Griffoendor, Zwadderich, Ravenklauw en Huffelpuf' 'Allen volg mij naar de Grote Zaal" Anderling liep voorop en alle eerste jaars liepen gehoorzaamd achter haar aan en ik liep met ze mee. Toen we de Grote Zaal in lopen voelde ik mensen naar mij staren maar ik negeerde het.
'Green, Erica' riep Professor Anderling en een klein meisje van 11 nam plaats op de stoel. Professor Anderling zette een hoed op haar hoofd en eventjes daarna riep hij:
'RAVENKLAUW' en er kwam gejuich van tafel van Ravenklauw. Toen alle eerstejaars geweest waren was ik eindelijk aan de beurt.
"White, June" riep Professor Anderling en ik nam plaats op de stoel, de hele Zaal was zat me aan te staren. Ze zette de hoed op mijn hoofd en opeens begon die te praten, niet hardop natuurlijk maar in mijn hoofd: "Ambitieus, goed stel hersenen, moedig, lastig.... maar ik denk toch dat dit de beste afdeling voor je zal zijn" en hij riep:
"ZWADDERICH" ik liep teleurgesteld naar de tafel van Zwadderich terwijl de hele Zaal me nog steeds aan zat te staren.
Na het Avondmaal besloot ik naar de leerlingen kamer te gaan, ik was moe dus ik wou wat eerder naar bed dan normaal. Ik liep gapend de meisjesslaapkamer binnen waarin ik dit schooljaar zou gaan slapen, er stonden 4 bedden ik legde mijn koffer naast mijn bed. Ik kleedde me om in een trui en joggers en plofte vermoeiend op mijn bed. Niet veel later kwamen 3 andere meisjes de slaapkamer binnen. Ik negeerde ze en ik viel even later in slaap.

''IK MOEST HET DOEN!" schreeuwt een bekende stem. 'JE HEBT HAAR HELE TOEKOMST VERPEST!' Schreeuwt een onbekende vrouwen stem 'WAT HAD IK ANDERS MOETEN DOEN? HAAR LATEN DOOD GAAN' 'ik kan dit niet, ik vertrek' 'Olivia, lieverd...alsjeblieft verlaat me niet'

Ik schrik wakker, ineens heb ik verschrikkelijke hoofdpijn. Ik sta kreunend op en ik trek een oversized trui aan. Ze zouden vast wel wat hebben bij de ziekenzaal toch? Ik loop richting de ziekenzaal maar ik stop met lopen wanneer ik een paar stemmen hoor. Ik kijk de hoek om en zie 4 jongens van mijn leeftijd staan...
Ik probeer in stilte weg te lopen maar ik maar ik maak per ongeluk een geluid en de jongens stoppen met praten. SHIT wat moet ik doen??
'Hoorden jullie dat?' hoor ik 1 van de jongens zeggen. Ik zette het op het rennen maar ik kom uit op een doodlopend eind. Ik blijf versteend staan en ik hoor voetstappen achter me. 'Zozo de afluisteraar' hoor ik iemand zeggen. Ik draai me om 'ik was niet aan het afluisteren, ik was op weg naar de ziekenzaal'. Pas als ik ze zorgvuldig bekijk zie ik dat 1 van 4 jongens Remus is. 'En hoezo moeten we jou geloven?' vraagt een jongen met zwart haar en een bril op een arrogante toon. 'Chill dit is June, ze is aardig' zegt Remus met een glimlach. Ik knik en glimlach dankbaar terug. 'Dit zijn James, Sirius en Peter' en hij wijst naar zijn vrienden. Ik glimlach naar ze en de jongen met iets langer zwart haar die dus blijkbaar Sirius heet kijkt me met een verleidelijke blik aan. 'Ik ga nu naar de ziekenzaal' zeg ik en ik geef ze een knipoog. 'Wacht, weet je überhaupt waar de ziekenzaal is?' vraagt Remus. Ik schud mijn hooft 'zouden jullie me kunnen brengen?' vraag ik liefjes. Ze knikken en begeleiden me naar de ziekenzaal.