Hoofdstuk 28

122 19 11
                                    

Are you,
Are you?
Coming to the tree?
They strung up a man,
They said he murdered three.
Strange things have happened here and strangers will be seen,
If we met at midnight
At the hanging tree.

Annes POV

"John gaat het ons wel bijzonder lastig maken op deze manier."

"Hij kan er ook niks aan doen." Zei Marit zachtjes. Ik knikte naar haar en keek vervolgens weer naar Harry.

"Als we morgen niet weg zijn kunnen we het vergeten, ik weet dat hij er niks aan kan doen maar we kunnen het niet riskeren dat hij straks met zijn donkere donny eruit komt." Bitste hij opnieuw terug.

"We kunnen hem ook niet achterlaten." Zei ik zachtjes terwijl ik van Marit naar Harry keek, en vervolgens terug naar Marit.

"We kunnen hem ook niet meenemen." Gromde hij.

"Hij is Hallen's zoon, ze zou hem toch niet echt iets doen?" Vroeg Marit zachtjes.

"Nou, ze heeft hem wel door zijn slaap geschoten omdat ze zo erg de drang had mij te vermoorden?" Zei ik er zachtjes bij.

"En hij heeft wel jou leven gered, én die van mij." Zei Harry schuldig.

"Dan is dat uitgevochten, John gaat mee." Zei Marit resoluut.

Harry's POV

Ik stond zenuwachtig te wachten samen met Anne. Zij stond tegenover mij en keek mij angstig aan, net zo angstig als ik háár aankeek. Operatie Outbreak was ingegaan, en Anne en ik waren slechts pionnen in het hele spel. We moesten de schakelaar over halen, het stroom net afsluiten zodat het Marit en John tijd zou geven om alles voor de luchtschachten klaar te maken. Zodra Hallen uit het kantoor zou gaan om de oproer in de kantine te bekijken, geregeld door een paar patiënten die alles tegen Hallen zouden willen doen.

"Ik ben bang." Fluisterde Anne zachtjes, terwijl haar tengere lichaam tegen die van mij was gedrukt. We stonden in een hoekje tegen een muur aan, zoveel mogelijk uit het zicht.

"Ik weet het," fluisterde ik terug, "ik ben ook bang." Haar hart klopte langzaam tegen mijn borst aan terwijl ze haar ogen sloot, ze maakte haar lippen wat natter.

"Wat als ze straks naar buiten komt?" Fluisterde ze terug. Het vaag knipperende licht op de hal lichte haar gezicht steeds opnieuw op, en god wat zag ze er mooi uit. Zelfs al zat ze al een jaar gevangen in een shit hol als dit, ze zag eruit alsof dit een look was, een eindelijke trendy look die iedereen zou kunnen dragen daarbuiten.

"Dan gaan wij naar binnen," fluisterde ik terug terwijl ik mijn hoofd op die van haar legde. "En binnen een uur zijn we dan buiten."

"Wat als ik hier hóór te zitten?" Fluisterde ze terug. Ik haalde mijn hoofd van die van haar af en trok mijn wenkbrauw op.

"Hoe bedoel je?" Ze twijfelde maar fluisterde toch weer terug;

"Ik ben gewoon bang, wat als ik iemand pijn doe wanneer ik buiten kom? We ontsnappen aan een gekkenhuis, Harry, we zouden hier beter moeten worden." Met elk woord brak haar stem af totdat ze het laatste woord uitspraak, en mijn naam zo vloeiend over haar lippen rolde, alsof het een voorrecht was om haar je naam te laten mogen zeggen.

"Dan zoeken we een psychiater op, die kunnen ons altijd nog beter helpen, wat worden we hier nou beter van? Ik word hier alleen maar gekker." Fluisterde ik terug. Iets was in haar weg, alsof ze iets terug wou zeggen maar ze kon geen goed genoegen reactie bedenken.

"Maar wat als-" voordat ze haar zin kon afmaken stompte Hallen woedend uit haar kantoor.

"Verdomme!" Vloekte ze. "Dit is al de tweede keer deze week!" Achter haar aan waren verschillende bewakers die achter haar aan snelden terwijl ik Anne aankeek. Ze keek mij angstig terug aan, maar het werd al snel vervangen door iets resoluuts. Ze pakte mijn hand en sleurde mij mee het kantoor in.

"Het is hier ergens." Mompelde ze vervreemd terwijl haar vinger onder het desk van Hallen gleed. Uiteindelijk hoorde ze een klik, en ze keek mij hoopvol aan. Achter mij verschoof een schilderij, waar een grote handel achter vandaan doemde.

"Daar is het." Fluisterde ze, terwijl ze naar mij toe snelde. Ze legde haar hand op de hendel terwijl ze naar mij keek, wachtend tot ik mijn hand op die van haar zou leggen. Toen ik eenmaal mijn hand ook op de hendel had gelegd voelde ik de warmte en de hartkloppingen die door haar handen raasde, en terwijl ik de warmte en de hartkloppingen in haar handen voelde, en het blauw in haar ogen zag gebeurde er iets.

"J-je-" stamelde ik. Ze keek mij vragend aan terwijl haar hand harder begon te kloppen, en voordat ik het wist zei ik het.

"Ik hou van je." Zei ik zachtjes. Haar hand verslapte en ze keek mij verrast aan.

"Ik hou van je," zei ik harder terwijl er een gigantische glimlach op mijn gezicht kwam, en voordat ik de hendel met een verschrikkelijke kracht naar beneden trok riep ik het nog een keer, en met dat werd het pikdonker in het kantoor.

"Ik hou van jou, Anne Williams!"

Marit's POV

Ik keek John in de ogen voordat het licht uitging en de hele gang zwart ging.

"Dat is ons teken." Fluisterde ik. Overal op de gang begonnen rode lampjes te branden.

"Wil elke patiënt zich melden in de aula, dit is een noodgeval." Werd er steeds herhaalt.

Ik voelde hoe een hand zich om mijn vingers wikkelde voordat er een zaklamp aanging. Het gezicht van John werd duidelijk en ik zag dat hij de zaklamp van Lisa vast had.

"Kom mee." Zei hij zachtjes terwijl hij mij de duisternis introk en honderden bewakers voor onze ogen renden.

"Zit stil," Gromde hij naar mij terwijl ik voelde hoe mijn handen beefden, "straks zien ze ons."

"Sorry." Piepte ik. Vanuit de verte zagen wij Harry en Anne al aanrennen. John maakte zijn handen tot een kommetje voordat Harry zijn voet erin zette en gemakkelijk in de luchtschachten klom.

"Anne, kom er maar op." Galmde er. Anne zette haar voet in Johns handen voordat ook zij in de schachten verdween. John grijnsde naar mij, en knikte. Vol afschuw zette ik mijn voet in zijn handen, en verdween ook ik, in de duisternis van de schachten.

Ik kon nu niet meer terug.

Almost Psycho || H.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu