18. Broodjes en diners

354 22 28
                                    

Maeve Forrest

"Hey," een hand wrijft mijn haar voorzichtig uit mijn gezicht. Ik knipper met mijn ogen om gewend te raken aan het licht dat mijn ogen in schijnt. Harry's felgroene ogen kijken me aan en een glimlach siert zijn lippen. "Caleb, ze is wakker aan het worden."

"Bubba," Caleb komt aangesneld en Harry zorgt dat hij rustig aan doet door zijn hand op te steken. Daar ben ik best wel dankbaar voor, want ik heb een beetje hoofdpijn. Ik kan me niet herinneren wat er is gebeurd.

"Wat is er gebeurd?" mijn stem kraakt als ik praat.

"Je bent flauwgevallen," zegt Harry zacht. Flauwgevallen? Mijn ouders gaan gek worden als ze dit horen. Hopelijk heeft Caleb onze ouders nog niet gebeld, maar hem kennende kan ik daar maar beter wel vanuit gaan. "Hoe voel je je?"

"Ik ben moe," zeg ik zacht. De afgelopen week was ik de hele tijd moe. Ik deed niet eens iets en ik was alsnog moe. Harry glimlacht nogmaals naar me. Waarom doet hij zo lief? Hij maakt het behoorlijk lastig voor me. Het liefst zou ik gelijk gaan slapen, maar Caleb heeft daar een andere mening over.

"Je moet eerst eten," zegt Caleb. Dat had ik kunnen verwachten. Als Caleb me niet zou dwingen, was Harry het wel. En anders mijn ouders. "Je weet dat ik het haat om je te moeten dwingen, maar het is gevaarlijk aan het worden." Gevaarlijk. Was het gevaarlijk? Misschien viel ik wel flauw door de vermoeidheid.

"Ik heb echt geen honger, Caleb. Als je me laat eten, moet ik overgeven," zeg ik. Het is oprecht zo. Het voelt alsof ik helemaal vol zit, terwijl de burrito's van gisterenavond het laatste zijn wat ik heb gegeten. Het is zo raar, maar ik heb echt geen honger.

"Het spijt me, bubba," zegt Caleb. De geroosterde boterhammen van eerder zijn weg. Daarvoor in de plaats komen twee broodjes met kaas. Caleb zet het bord op mijn schoot neer. "Hier."

"Ik wil niet," mijn lip begint te trillen en ik kijk naar Harry voor support. Normaal gesproken zou hij zonder twijfel aan mijn kant staan, maar nu zie ik de bezorgdheid in zijn ogen. Hij hoeft geen woord uit te spreken, ik begrijp het gelijk. Ik zal moeten eten van Harry.

"Je kunt het wel," zegt hij dan. "Voor mij?"

"Harry, please," smeek ik hem.

"Het moet, Maeve. Het spijt me," zegt Harry. Ik kijk met tegenzin naar de broodjes en pak er eentje op. Caleb kijkt me afwachtend aan en ik neem een hap. Moeizaam slik ik het eten door. Harry staart me bestuderend aan.

"Mag ik een glas water?" vraag ik zacht, na een aantal happen gehad te hebben. Het brood lijkt bij iedere hap droger te worden en ik wil echt niet meer, maar het moet. Voor Harry.

"Natuurlijk," Caleb staat op en komt niet veel later terug met een glas water. Snel neem ik een paar slokken en ik haal opgelucht adem. Dat is al een stuk beter. Dan kijk ik weer naar de broodjes en een zucht verlaat mijn mond.

"Je doet het heel goed, ma chérie. Nog even doorzetten, oké?" zegt Harry aanmoedigend. Hij ondersteunt mijn hoofd met een hand.

"Moet alles op?" vraag ik.

"Ja," zegt Caleb. Met een moedeloze zucht kijk ik naar het bord, waar nog anderhalf broodje op ligt. Ik neem een hap. Voor mam. Nog een. Voor pap. Nog een. Voor Caleb. Nog een. Voor Harry.

"Rustig, eet maar rustig," zegt Harry, die opmerkt dat ik opeens een stuk sneller het eten naar binnen prop. Hij legt mijn hand op mijn schouder en ik voel mijn wangen rood worden. Waarschijnlijk zie ik eruit als een of andere idioot, maar dit werkt.

"Ik wil dat het voorbij is," zeg ik snel, waarna ik doorga met iedere hap nemen voor iemand waar ik van houd. Voor ik het weet zijn de broodjes op en kijken allebei de jongens me blij en opgelucht aan. Dat is in ieder geval voorbij.

11:11 [h.s]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu