16. Bliksem

305 23 28
                                    

Maeve Forrest

Bijna een week. Al bijna een week waarin ik op mijn slaapkamer zit, amper tegen iemand praat en amper heb gegeten. Mijn ouders proberen soms nog met me te praten, maar ze geven het snel op. Caleb praat wel tegen mij, maar verwacht niet dat ik antwoord. Mijn kamer voelt kil aan, alsof het niet eens meer mijn kamer is. Het voelt raar en vervreemd. Ik heb geen idee waar Harry is. Hoe het met hem gaat. Misschien wil ik het wel niet weten.

Dan hoor ik twee mensen de trap op komen en ze staan stil voor mijn deur. Hoewel ik beter weet, spits ik mijn oren om te kunnen luisteren naar wat er gezegd wordt. Al snel herken ik de stemmen van Caleb en mijn moeder.

"Caleb, ik maak me zorgen over haar," hoor ik mijn moeder op gedempte toon zeggen. Dat wist ik. Iedere keer als ze binnenkomt, kijkt ze me met die blik aan. Die blik vol bezorgdheid en onbegrip. Ze wilt me zo graag begrijpen, maar het lukt haar niet. Mijn vader heeft haar verteld dat ik Harry leuk vond. Of ze weet van de wens, weet ik nog niet. Ze heeft er in ieder geval nog niks over gezegd, maar misschien wacht ze daarmee tot ik weer in een enigszins normale staat ben.

"Ik ook, mam, maar we kunnen niets voor haar doen. Harry is de enige die haar kan helpen en hij heeft niks meer van zich laten horen," zegt Caleb terug. Het is waar. Harry heeft ook niks meer van zich laten horen. Eigenlijk had ik gehoopt dat hij wel eens zou komen. Het had maar één keer hoeven zijn. Dan had ik kunnen accepteren dat dat de laatste keer was dat ik hem zou zien. Nu heb ik nooit echt afscheid van hem kunnen nemen. Het laatste wat ik me van hem kan herinneren, is zijn verwarde blik. Het scenario is wel duizenden keren in mijn hoofd afgespeeld. Eerst moest ik iedere keer huilen, maar nu lijken mijn tranen op te zijn. Tenminste, voor dat scenario. Daarnaast heb ik ook nog gehuild over van alles.

"Je zou naar hem toe kunnen gaan," oppert mijn moeder. "Hem uitleggen wat er met Maeve is."

"Hij wéét wat er is," zegt Caleb fel. Mijn beschermende grote broer. Hij is nog nooit boos geweest op Harry. Caleb heeft Harry altijd gezien als een tweede beschermende broer voor mij. Nu Harry juist degene is die me zo heeft gebroken, is Caleb er dus echt boos over. Hij heeft tegen me gezegd dat Harry me niet zo mag behandelen. Caleb zei dat Harry echt wel wist hoe ik eraan toe was en dat hij een klootzak was, omdat Harry niet had gevraagd hoe het met me ging. "Daarnaast denk ik dat Maeve alleen maar overstuur zou worden als hij opeens hier zou zijn."

"Misschien," zegt mijn moeder. "Maar ze kan niet voor de rest van haar leven op dat kamertje blijven zitten." Shocker. Dat weet ik ook wel, maar momenteel is dit toch echt het veiligste plekje. Waar moet ik anders heen? Alle plekken waar ik me op mijn gemak voel zijn plekken waar Harry ook vaak komt. Het risico om hem daar tegen te komen, kan ik absoluut niet nemen.

"Dat weet ik. Geef haar wat tijd, het is niet makkelijk voor haar," zegt Caleb. Ze praten nog verder, maar ik luister niet meer. Het zijn woorden die ik al ken, nietszeggende woorden. Ze gaan niet helpen. Niet nu. Ik hoor één persoon de trap afgaan, waardoor ik afwachtend naar de deur staar. Twee seconden later duwt iemand de klink naar beneden en Caleb staat in de deuropening. "Hey, bubba. Ik heb wat te eten voor je. Als je het niet hoeft, mag je het laten staan, maar ik zou het zo fijn vinden als je wat eet. Het is lekker, mam heeft haar best gedaan." Hij kijkt me afwachtend aan. Iedere ochtend, middag en avond is een van mijn familieleden me eten komen brengen. Het bord is nooit leeg als ze het weer komen ophalen. Vaak heb ik het niet eens aangeraakt. Ik wil wel eten, maar ik heb echt geen honger en ik word misselijk als ik ook maar een paar happen eet. Caleb zet het bord neer op mijn bureau. Burrito's. Mijn moeder maakt allemaal lekkere gerechten, mijn lievelingsgerechten, in de hoop dat ik er dan meer trek in zal krijgen. Er zijn al drie wafels met slagroom en aardbeien in de prullenbak beland. Als Caleb doorheeft dat ik niks ga zeggen, perst hij zijn lippen even op elkaar. "Alright. Ik kom over een halfuurtje het bord weer halen." Hij maakt de deur zacht weer achter zich dicht en ik hoor hem naar beneden lopen.

11:11 [h.s]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu