3.11

21 3 49
                                    

Medow liep voor Cathán en Fingín recht op een kleine hut af. Rook kwam uit de schoorsteen en de geur van gebakken vlees hing in de lucht. Cathán en Fingín volgden de demon zwijgend, beiden al een mes klaar houdend. Ze keken toe hoe Medow, misschien een beetje ruw, op de deur klopte. Cathán had verwacht dat hij meteen de deur zou slopen en naar binnen rennen. Misschien had hij de demon verkeerd ingeschat. Zo erg leek hij niet.

Toen er geen reactie kwam op het geklop, duwde Medow de deur ietwat harder dan nodig was open. Het hout kraakte lichtjes onder de druk.

Het drietal stapte de kleine hut binnen en stonden al meteen oog in oog met de witharige demon. Hij was dus wel thuis, al had hij de deur niet open gedaan.

"Zijn jullie hier voor een feestje waar ik niets vanaf weet?" Een grijns verscheen op Conways gezicht. Hij veegde een lok haar uit zijn gezicht, een die verdacht korter was dan de anderen.

"We hebben niet bepaald iets te vieren," sprak Fingín lichtelijk geïrriteerd.

"Nog niet," voegde Medow eraan toe. Hij liet zijn tanden zien, waarvan de hoektanden scherper waren dan de anderen. Als Conway ervan onder de indruk was, liet hij het al niet merken.

"Wel, als er dan toch niets fijns te gebeuren staat, ben ik er maar eens mee weg." Conway rekte zich kort uit en stapte dan traag richting het schuifraam.

Voordat hij echter het raam bereikte, rende Medow zonder aarzeling op hem af en slaagde erin de andere demon te tackelen. Hij ging boven hem staan, de korte zweep stevig vasthoudend. "Jij gaat nergens heen."

Lachend keek Conway hem aan. "Als je me onder je wil hebben, hadden we gewoon nogmaals kunnen neuken. Wil je dat of zo?"

Medows voet werd op de demon zijn schouder geplaatst. "Je hebt je kans gehad. Als je echt wil, mag je best proberen te smeken, maar veel zal dat niet uithalen want jij bent de enige hier met die kink."

Conway probeerde zich omhoog te werken, maar werd door het gewicht van Medows voet weer platgedrukt. Omdat dat duidelijk niet werkte, besloot hij wat anders te proberen. "Je ziet er net zo goed uit als toen we seks hadden, weet je?"

Snuivend zette Medow wat meer kracht op zijn voet. "Ik zie er altijd goed uit, houd toch je mond."

Een korte lach weerklonk van achter hen. Fingín plaatste zijn handen op zijn heupen en schudde zijn hoofd. "Oh, jij ziet er inderdaad altijd goed uit. Ik zou het niet met je doen zonder Cathán erbij, maar damn je bent sexy."

Die woorden zorgden ervoor dat Cathán zijn vriendje verontwaardigd aankeek. Hij mompelde een 'wij moeten dringend praten' en keek dan kritisch naar Medow. Zo sexy was hij heus niet. Misschien een beetje, maar dat was geen grote prestatie.

Verontwaardigd keek Conway Medow aan. "Hij mag zulke dingen zeggen en ik niet?"

Als antwoord sloeg Medow hem eens goed met de zweep.

"Auw! Verdomme!" Conway hield beschermend zijn handen voor zijn gezicht. "Wat heb ik jullie aangedaan dat jullie dit doen?"

"Niemand raakt Cialan aan zonder mijn toestemming," siste Medow hem toe.

"Cialan?" Verward staarde Conway naar de demon. "Die engel die al geen vleugels meer had? Wat kan jou dat schelen?" Hij had de woorden nog maar net uitgesproken, toen hij plots de demon die over hem heen stond herkende vanuit een herinnering die hij had gewisseld.

"Dat zijn jouw zaken niet," sprak Medow met een hogere toon dan eerder. Een tweede zweepslag volgde om zijn woorden kracht bij te zetten.

Een gevaarlijke grijns ontstond om Conways lippen. "Weet je, ik heb er spijt van dat ik die engel van je niet heb bijgehouden. Hij smeekt prachtig. Maar daar weet jij alles van, niet? Je weet vast ook wel dat ik een herinnering heb gewisseld met hem. Hij is schattig als je hem neukt."

Woedend sloeg Medow met de zweep. Hij zette er al zijn kracht achter, en dat was een hoop. "Houd je mond voordat ik je tong eruit ruk!" schreeuwde hij luid.

Een korte kreet ontsnapte Conway door de klap van de zweep. Zijn huid was opengescheurd en bloed welde op uit de wonde. Even hijgde hij van de pijn, vervolgens lag hij even stil op de vloer. Hij leek een poging te doen zich te concentreren.

Een ogenblik lang stonden ze daar allemaal, in doodse stilte.

"Die engel ziet er pakken mooier uit in jouw herinneringen dan wanneer ik hem gezien heb, wauw. Ik snap wel waarom je voor hem gekozen hebt. Echt een hottie." Conway opende zijn ogen weer en keek Medow uitdagend aan. "Knap én hij kan smeken. Dat zie je niet gauw. Wil je hem misschien delen?"

Opnieuw weerklonk de luide klap van een zweepslag, gevolgd door een volgende kreet van Conway. Deze keer waren het de handen van de demon die knalrood zagen van de striemen. "Houd dat maar voor in je dromen en enkel daar, want ik zal je Cialan nooit laten aanraken."

"Wie zegt dat ik jou niet in mijn dromen wil?"

"Dat zullen nachtmerries zijn. Daar zorg ik wel voor." Hij verplaatste zijn voet naar de ribben van Conway en plaatste al zijn gewicht erop. Zonder aarzeling drukte hij goed door, totdat hij een luide krak hoorde.

Een gedempte schreeuw klonk door de ruimte heen.

Ietwat geschrokken stapte Medow naar achteren. Zijn shock duurde echter niet lang en werd al snel vervangen door een lach die het geluid van de nagalmende schreeuw overstemde.

Een snik volgde. Conway sloeg gehaast zijn hand voor zijn mond, de andere tegen zijn pijnlijke rib houdend. Hij zette zijn tanden in zijn vel, een poging zijn snikken tegen te houden. Toen dat echter nog meer pijn veroorzaakte, sloeg hij er niet langer in zijn tranen binnen te houden.

"Is het onze beurt?" vroeg Cathán iets te enthousiast. Wanneer Medow knikte en nog verder achteruit stapte, liepen Cathán en Fingín langzaam naar de huilende demon toe. Fingín bleef op een afstandje staan en er verscheen twijfel in zijn ogen.

"Cath, ik weet dat ik wraak wilde, maar kijk naar hem. Is het niet genoeg?" Hij gaf zijn mes terug aan Cathán.

Cathán haalde zijn schouders op. "Nog een klein ding. Het duurt niet lang. En daarbij, hij praat echt te veel. Ik help hem daar wel van af." Na een diepe ademhaling, keek hij neer op het trillende lichaam van de demon. "Zou jij zijn hoofd willen vasthouden, Fin?"

Aarzelend stapte Fin rond Conway en hurkte neer naast zijn hoofd. Langzaam greep hij zijn hoofd vast en hield het stevig tegen de grond aangedrukt. Er was niet veel weerstand, nog niet.

"Wat- wat ga je doen?" vroeg Conway, blik op Cathán gericht die naast hem neerhurkte en zijn mes kort afveegde aan zijn trui.

"Jij, demon, praat te veel over dingen waar je niet over zou moeten spreken. Ik help je gewoon een handje." Cathán wisselde een blik met Fingín. "Kan je zijn mond openhouden?"

Conway realiseerde zich plots wat de ander van plan was. "Nee, alsjeblieft, niet doen. Ik zweer dat ik niet meer achter engelen aan zal gaan, maar alsjeblieft doe dit niet." Hij probeerde diep adem te halen, wat een pijnscheut door zijn borstkas liet gaan. "Alsjeblieft, ik doe alles wat je maar wil."

"Fin, zijn mond," sprak Cathán, het gesmeek negerend.

De andere demon verplaatste zijn handen naar de kaken van Conway en drukte ze hardhandig open. "Niet zijn hele tong, Cath. Een stuk is genoeg." Hij maakte oogcontact met Cathán om zich ervan te verzekeren dat de ander het begrepen had.

Onder hem probeerde Conway los te komen, maar door de pijn in zijn rib haalde die poging niet veel uit. "Alsjeblieft, ik doe alles, alles." Meer tranen rolden van zijn wangen af, en Fingín kon niet anders dan zich slecht voelen.

Met een verveelde zucht stak Cathán zijn hand in Conways mond, om die snel terug te trekken toen hij tanden hard tegen zijn vingers voelde drukken. "Verdomme. Als je nog een keer durft te bijten, breek ik je kaak."

Fingín gaf Cathán een vernietigende blik, maar zei niets. Hij verstevigde zijn greep op Conways kaken en sloot zijn ogen. Wat Cathán ging doen, wilde hij niet zien.

"Hier gaan we dan." Cathán greep nogmaals naar de tong en kreeg het deze keer wel te pakken. Zonder ook maar een seconde te aarzelen, bracht hij zijn mes erheen en in een enkele haal sneed hij het puntje eraf. De schreeuw die volgde, zorgde ervoor dat Cathán achteruit deinsde en het puntje op de grond liet vallen. Fingín liet Conways hoofd los en bekeek ongerust de hoeveelheid bloed die tussen zijn lippen door liep.

"We zijn klaar hier."

zij die vervolgens vergeten werden [verhalenbundel]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu