Elise perspectief.
"Vergeet het maar" sis ik, "wat zei je?" Lacht Lars, hij haalt een scherp mesje uit zijn zak en houd het tegen mijn keel aan. "Als jij niet doet wat wij zeggen doen we Ian Kuper iets aan" grijnst Brian gemeen, "prima, wat willen jullie van me" grijnzend kijken Brian en Lars elkaar aan. Lars haalt langzaam het mesje van mijn keel en stopt het terug in zijn zak, "als eerst moet je iets afleveren, dat leggen we vanmiddag in de bosjes. Als je fouten maakt gebeurt er iets met Kuyper." Met die woorden lopen Brian en Lars het conciërge hok uit, verbijsterd blijf ik staan, wat is er zojuist gebeurd? Langzaam loop ik naar de les, waar ik weer eens te laat aan kom, maar het boeit me niet meer. "Fijn dat jij ook op tijd komt" mompelt de docent als ik het lokaal binnen stap, "wees blij dat ik er ben en ga verder met je kut les" sis ik geïrriteerd. Alle kinderen uit de klas schieten in de lach, "omdat je zo grappig bent mag je even deze opdrachten voor de klas gaan maken over de stelling van phytagoras" mompelt de docent, ik gooi mijn tas neer naast Yara en loop naar voren. Ik zet wat sommen neer op het bord en maak het met gemak, "had u niet verwacht he?" Spottend kijkt hij me aan. "Iets blijer kijken mag hoor" mompel ik en loop terug naar Yara. "Wat is er met jou gebeurd vandaag?" Vraagt ze lachend, ik haal mijn schouders op en staat voor me uit. Het is pas ochtend, en de dag is nu al verneukt. Ik had moeten luisteren toen iedereen me waarschuwde voor Lars en Brian, ik had moeten luisteren naar Yara en Lara.
Na school stap ik op mijn fiets en rij weg, Ian heeft tot het zevende nog maatschappijkunde dus kan ik mooi dat opdracht ding doen voor Lars en Brian. Thuis aangekomen kijk ik naar binnen, niemand thuis. Dan trilt mijn telefoon, anoniem, 'je brengt het pakket hier heen *adres*' zuchtend typ ik het adres in in Google maps, een half uur fietsen. Ik haal onopgemerkt het pakketje uit de bosjes, dat zal wel iets te maken hebben met drugs gok ik. Zuchtend stap ik op mijn fiets en rij naar het adres, op de locatie aangekomen staan er drie mannen in het zwart voor een poort. Alle drie bewapend, "Elise?" Vraagt een van de drie. Voorzichtig knik ik, "loop maar mee" ik volg de kleinste man in het zwart. We lopen een oude kerk binnen, "hier mag je het in stoppen" de man wijst naar een kist. Voorzichtig stop ik het pakket in de kist, het is zo fout waar ik mee bezig ben. Ik doe het voor Ian.
De kleine man leid me weer naar buiten, "niemand weet dat je hier geweest bent, of anders gaat Ian er aan" zegt hij dreigend. Snel knik ik en stap op de fiets en rij naar huis. Lars en Brian kennende laten ze het hier niet bij, het zal nog wel veel erger worden. Thuis aangekomen gooi en de deur open en ren maar boven, ik laat mezelf vallen op mijn bed. Dan beginnen de tranen te rollen, waarom ik? Waarom altijd ik? "Elise?" Klinkt het vanuit de overloop, "laat me met rust" sis ik. Toch duwt Ian de deur open, "oprotten."