Deel 27: vierde middelbaar

40 2 1
                                    

Ik had Mustafa één dag gezien. Ik en Nora zaten op de bankjes dicht bij school toen er een fiets voorbijkwam. Niemand minder dan Mustafa. In het begin had ik verkeerd gekeken en dacht ik dat het Toufik was. Nog nooit was ik zo blij, maar toen ik besefte dat het Mustafa was, was ik teleurgesteld. 

"Hoezo kijk je zo? Het is Mustafa!"zegt Nora. "Ik weet het, ik zie hem zelf ook", zeg ik. "Heb je niet gezien hoe hij weg keek van ons? Nora knikt. "Ewa, dingen veranderen", zegt ze. "Precies, ik denk niet dat hij me wilt en het maakt me niet meer boos. Wat me boos maakt is het feit dat Toufik weg is", zeg ik. Nora begint te lachen. "Als je zoiets zegt over mijn broer moet ik lachen." Ik kijk Nora serieus aan. "Heb je hem nog gesproken?" Nora knikt. "Ik heb hem gisteravond gesproken via FaceTime. Heb jij hem nog niet gesproken?" "Nee, hij neemt niet op", zeg ik. Nora kijkt me pijnlijk aan. "Hij kan soms zo een kleuter zijn. Als die boos is op u moet die dat gewoon zeggen. Wat een kinderachtige acties." "Heeft hij iets gezegd over mij?" vraag ik. Weer schudt Nora haar hoofd. Rotte Toufik. "Heb je Soufyan gesproken sinds hij weg is gegaan?" Nora lacht. "Ik denk dat hij volgend jaar terug komt", zegt ze. Ik kijk haar met grote ogen aan. Als Soufyan terug komt dan is de kans groot dat Toufik terug komt. "Echt? Vanwaar heb je dat?" "Gewoon hij zei dat hij zijn familie hier mist en dat zijn doel was 2 jaar studeren daar en de rest hier afmaken." "Oké, dat is echt goed nieuws! Dus jullie hebben redelijk goed contact gehouden. Ondertussen heb je die belachelijke Toufik die me negeert." 

Na de juni-examens verwacht ik Toufik te zien tijdens de zomervakantie, maar niks is minder waar. "Ga je op vakantie dit jaar?" vraagt Nora als we afspreken in de stad. "Nee, nu het iets  beter gaat met Younes willen mijn ouders zeker hier blijven", zeg ik. "Jullie?" "Ook niet, we gaan wel Toufik bezoeken." Ik lach spottend. "Gezellig." 

Heel de zomervakantie verveel ik me. Er is geen Nora, geen Toufik en zeker geen Mustafa. Ik pak mijn gsm en probeer Toufik te bellen voor de duizendste keer. Hoe kan het dat hij enkel mij negeert? Als hij niet opneemt, besluit ik een douche te nemen. Heel mijn leven heb ik me een beetje eenzaam gevoeld. Het huis was vaak leeg. Ofwel was ik hier enkel met Younes ofwel was ik alleen. De enige momenten waarop ik de eenzaamheid vergat was toen ik me bezighield met aan Mustafa te denken. Zou dat de reden zijn waarom ik hem zo graag had? Wat ook de reden was, Mustafa bleef een goed persoon. 

Na het douche neem ik mijn telefoon en zie tot mijn verbazing dat Toufik me terug gebeld heeft. Snel bel ik hem terug voordat het te laat is. "Hallo?" hoor ik zijn stem zeggen. 

I like youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu