Treachery

89 12 0
                                    

AURELY (greteltje)

"Hier ben ik pap!"

"Liefje, waarom duurde het zolang."

"Ik moest nog afscheid nemen van Meneer Prits."

"Dat is maar een domme knuffel Egorya."

"Nietes!"

"Generaal Mordhu!"

Een statige man rond de dertig komt de kamer ingelopen. Hij heeft grijze haren en lacht gemeen naar mij. "Wat is er uwe majesteit?"

"Zorg dat de soldaten klaarstaan en dat de begrafenis voor Selyne morgen klaar is." Daarna hoor ik hem nog fluister: "Het hoeft niet al te mooi te zijn." Ik schrik, het was zijn zus! Wat heeft die man. Morhdu buigt en loopt weg, maar eerst grijnst hij weer gemeen naar mij. "Pap, waarom lacht hij zo gemeen?" "Zomaar, Egorya."

Ik loop stampvoetend weg. "Egorya, zorg ervoor dat je binnen een kwartier terug hier bent. Dan vertrekken we."

SELYNE

Ik word waker met hoofdpijn. Wat is er gebeurt? O ja nu herinner ik het me weer. Diphe... Wat heeft hij gedaan. Ik kijk om me heen. Uh... ik lig in een 'bed' een mat op de grond met een deken op me. Niet zo luxueus als ik gewend ben en dat weet ook de figuur in de schaduw: "Ik weet dat het niet de luxe is die je gewend bent, maar je hebt er zelf voor gekozen." De man klinkt boos.

"Wat heb ik je misdaan?" vraag ik.

"Je bent mijn dochter vergeten." Het is Maarten die tot me spreekt. Hij was speciaal van de Zuid-rebellen naar hier gekomen in de hoop zijn dochter nog eens te zien.

"Ik wou Aurely meenemen maar Gregory laat ze te streng bewaken. Sorry."

Hij zucht: "Ik herken je vader in je. Ik was ooit een van zijn raadsleden. Hij was fantastisch. Maar ik moet je waarschuwen: niet iedereen zal je hier aanvaarden."

"Dat had ik ook niet verwacht..." Maarten maakt aanstalten om naar buiten te gaan maar ik roep hem: "Wacht heb je mijn moeder gekend. Ik weet dat ze bij mijn geboorte is gestorven."

"Ze was fantastisch. O ja Deline zal je haten en je het leven zuur maken, omdat je Aurely niet meehebt. Ik zal Diphe zeggen dat je wakker bent."

"Ik ben al gewoon dat mensen me haten en me het leven zuur maken." Hij kijkt me nog een keer aan zegt "succes" en gaat weg.

Diphe komt binnen. Met hem heb ik nog een eitje te pellen. Wat zeg ik één eitje een hele doos.

"Diphe..."

"Eh... hallo," zegt hij twijfelend.

"Waarom deed je dat?" Vraag ik.

"Van Deline mag je de weg naar hier niet kennen." Ik haat Deline al voordat ik haar heb gezien.

"Ze vraagt ofdat je nieuws over Aurely hebt. En ik moet je trainen."

"Als ze iets over Aurely wil weten moet ze zelf maar komen."

"Ik ben er net."

Een slanke vrouw met een blauw kleedje komt binnnen. Haar blonde haren zitten met een spelt opgestoken. Ze lijkt op Aurely.

"Ze gaat vandaag op rondreis met Gregory."

"Maar het is vandaag haar verjaardag! Weet die ezel dat dan niet. Natuurlijk weet hij het. Hij heeft deze dag niet boor niets de vervloekte dag genoemd." Ik veronderstel dat de ezel mijn 'geliefde' broer is.

Later gaan ik en Diphe trainen. Al snel ontdek ik dat boogschieten niet mijn ding is en dat niemand me zo leuk vind om me iets te geven om de rotte eieren uit mijn hazr te halen. Het zwaard is meer mijn ding. Twee zwaarden om precies te zijn. En messen en dolken zijn niet moeilijk te hanteren.

AURELY (greteltje)

"Egorya! We vertrekken!" Ik spurt naar beneden en doe mijn Roze jas aan. Daarna ga ik voorin in de koets zitten. "Ik ben hier pap!" Grinnik ik. Mijn vader komt mopperend buiten en neemt achter mij plaats. De eerste stad waar we naar toe gaan is Rozenveld. Ik kijk mijn ogen uit mijn hoofd als ik alle rozen zie, donker blauwe, rode, witte en roze. Ik vind het prachtig. Als ik een mens tegenkom zwaai ik vrolijk naar hem of haar. "Egorya, kom zitten, je bent een prinses." "Maar papa!" "Niks te maaren." "Dat zeg je nu altijd!" Roep ik luid en ik ga weer uit het raam staren, hopend dat een eenhoorn mij meenee. Als we in de stad zijn stappen we uit en lopen wij naar het podium. Waar mijn vader een super saaie speach houdt. Ik zit verveelt voor mij uit te staren. Een meisje trekt mijn aandag, ze heeft paarse haren en een roze jurk aan. Ik merk dat ik haar aan staar en kijk verder. Dan moet ik iets zeggen. "Hallo, iedereen. Ik hoop dat ik jullie later als ik groot ben veel kan helpen en ervoor kan zorgen dat iedereen in dit koninkrijk gelukkig is." Iedereen begint te joelen en te juichen. Ik lach blij en oprecht mee. Dan moeten we naar we volgende stad. Papa begint ineens iets te vertellen. "De stad waar we nu naartoe gaan is de stad waar we het Rebellenhoofdkwartier gevonden hadden." "Hoe heet de stad?" "Merelovia!" "En dat betekent?" "Vrijheid." Ik knik dat ik het begrepen heb. Even later komen we aan in de stad. Vele mensen zijn aanwezig en ik lach en zwaai naar iedereen. Als we uitstappen zie ik dat iedereen vol schrik kijkt. Ik snap het niet, waarom dat nu weer? Daarna lach ik en zwaai ik naar iedereen en langzamerhand kijkt iedereen weer vrolijk. Als we op het podium staan begint papa weer met zijn super saaie speech en net als daarstraks kijk ik weer nieuwsgierig rond. In de verte zie ik een groepje mensen staan met een kap op. Ik kijk vragend hun kant op, dan valt één van de kappen af, ik kijk naar het gezicht. En schrik, ze lijkt precies op tante Selyne. Dan hoor ik mijn naam roepen, het is weer mijn beurt om te speechen. Nadat ik mijn zegje gezegt had begint iedereen weer te juichen. Pff, wat is dit vermoeiend. Ik hoor ineens een vrouwenstem Aurely roepen. Mordhu komt op mij afgelopen en neemt mij mee de koets in, papa stapt ook in. Als we weg rijden zie ik nog net, een paar rebellen vechten tegen de soldaten.

SELYNE

Deline komt naar me toe. "Straks komen Gregory en Aurely toe in Merelovia. Ik dacht dat je Aurely wel eens zou willeen laten weten dat je nog leeft. Maak wel dat je broer je niet ziet. Maarten zei me dat ik je moest meenemen." Dat laatste verklaart veel.

"Hier!" Zegt ze bits en ze geeft me een lange bruine cape , een lederen vestje en een groene broek.

Ik doe het snel aan pak de twee zwaarden die ik van Diphe heb gekregen en schoenen... die skip ik gewoon.

Diphe denkt er anders over en geeft me een paar schoenen.

Diphe, Deline en nog twee mannen gaan mee.

We komen aan als mijn broer aan zijn veel te lange speech bezig is.

Door een windstoot valt mijn kap af. Aurely kijkt geschroken. Deline doet mijn kap terug over mijn haar en sist: "Dom wicht, hier spreek ik je nog over."

Aurely doet haar speech en dan wordt Deline nog slimmer dan ze is en roept "Aurely! Aurely!"

Mordhu sleept Aurely in de koets en ook Gregory blijkt plotseling haast te hebben.

Kiron en Tyl die onze reisgenoten zijn trekken hun zwaard, ik volg hun voorbeeld. Deline en Diphe pakken hun pijl en boog en geven ons rugdekking terwijl we vluchten.

Eenmaal terug in Diphes huisje -ja ik logeer bij een jongen- neem ik een besluit: "Ik ga morgen naar mijn begrafenis om Aurely te vertellen dat ik nog leef.
************************************
We write a new piece
Please vote xxxxx
Luf u all xxxx

FreeFightersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu