FreeFighters

{Battle of Death}

Aurely
Ik bibber even bij het idee dat er al al die jaren onder mij draken gekweekt werden. Even later horen wij een brul. Er zweven drie draken aan de lucht, een zwarte, donkerblauwe en oranje. Hun berijders zijn Mordhu en twee van zijn vriendelijke vertrouwelingen.
"Mordhu!" Roep ik wijzend naar de lucht war drie grote draken overvliegen. "Ik ben zo terug!" Roep ik en ik spring op een paard. Ik galoppeer weg. Gildorm!!!! Roep ik in mijn hoofd. Ja? Vraagt hij nieuwschierig. Ik kom naar je toe, er is een aanval. We gaan ze eens laten zien wat drakenrijden is. Schreeuw ik luid in mijn hoofd. Jaah, maar ik kan nog niet zo goed vliegen en je hebt geen zadel. Oh ja... Je kan het wel, ik geloof in je en wie zegt dat we een zadel nodig hebben? Zeg ik weer. Voor mij verschijnt zijn grot. Gildorm, je kan dit! Moedig ik hem aan als ik op zijn rug zit. Hij snuift even en spreidt zijn vleugels. Je groeit. Merk ik op. Hij grinnikt. Je kunt dit, komaan. Hij slaat een paar keer met zijn machtige vleugels en even later gaan we de lucht in. Ja goed zo! Nu naar links. Hij gehoorzaamt en wentelt naar links daarna naar rechts. Dan begint hij ineens dubbel zo snel te gaan. De wind suist in mijn haren. Ik kan het! Zegt hij vrolijk. Inderdaad! Hij maakt een salto. Weet je, ik heb een idee. Ga op mijn staart zitten, dan zien ze jou niet en kan jij op de draak van die Mordhu springen. Ik knuffel Gildorm, uitstekend idee!! Hij snuift. Pas op! Zeg ik nog tegen hem. Pas zelf op! Geeft hij als antwoord. De draken komen in zicht en ik klauter naar de staart. Ik ben er klaar voor. Nu en voor altijd samen! Hij brult luid. Beneden kijkt iedereen op. We nemen grote hoogtes en duiken dan naar beneden. De wind brult door mijn haren. Ik ga springen! Meld ik aan hem en ik spring op de staart van Mordhu's draak. Ik neem een zwaard. "Hallo Mordhu!"
"Prinses Egorya! We moeten hier weg voor ze u pijn doen."
"Ha, laat me niet lachen, moordenaar. Ik heet Aurely!"
"Je weet het.."
"Neeuh.."
"Je kan geen evenwicht hebben, je bent nooit uit het kasteel geweest."
"Oh ja?"
"Ik waarschuw je, je zal niet overleven."
"Kom maar op, voor het volk!"
Hij trekt zijn zwaard en gaat staan. Hij knakt zijn nek en gaat dan in de aanval. Behendig ontwijk ik zijn slagen maar hij drijft mij achteruit. Al snel sta ik op het puntje van de staart. "Vaarwel Aurely!"
Ik grijns: "Zo snel ben je niet van mij af."
Ik begin op en neer te buigen, hij kijkt mij raar aan. Steeds feller gaat de staart op en neer. Hij neemt zijn zwaard vast en steekt. Juist op dat moment spring ik. Alles gaat in slowmotion voorbij. Ik vlieg door de lucht en maak een salto. Onder mij steekt Mordhu een gat in de lucht. Behendig kom ik op de draak en op het zadel neer. Ik ga zitten en leun heel fel naar links. De draak vliegt nu ondersteboven. Mordhu hangt als een aap aan de staart. Gildorm, VUREN! Gildorm vliegt af een blauw vuur vliegt op Mordhu af. Mordhu kan juist optijd ontwijken. De draak draait zich terug recht en Mordhu gaat staan. Hij komt op mij af.
"Hier ga je spijt van krijgen." Zegt hij drijgend. Dan steekt hij weer met zijn zwaard. Ik hou de slag tegen met mijn zwaard.
"Ik dacht het niet." Ik gooi zijn zwaard terug naar achteren en hervindt mijn evenwicht terug. Hij komt weer op mij af. Onze zwaarden ketsen tegen elkaar, er komen vonken vanaf.
"Geef het op Aurely, je kan her niet."
"Nooit!"
Ik ga in de aanval. Mordhu heeft veel meer training gehad maar toch heb ik hem makkelijk neer. Zijn zwaard valt uit zijn hand. Ik zie het vallen. Ugil raapt het op een schreeuwt. Een hel oragne draak komt op hem af. Hij springt op hem en vliegt op ons af.
"Mordhu, broertje, gaat het."
"Denk je dat het gaat? Deze meid is sterk hoor Devul!"
Ik wist het! Ik had al die tijd gelijk en wilde iemand mij geloven? Nee, ja zien ze me nu staan. Devul helpt Mordhu op en geeft zijn zwaard aan hem.
"Twee tegen een meisie."
Ik neem een tweede zwaard en spuw in zijn gezicht. Woedend komt hij op mij af. Ik sta in vecht houding. Dit moet lukken. Behendig vang ik zijn slag op en blokker hem. Ik stamp hem in zijn edele delen. Ik heb geluk dat ik Mordhu achter mij zag gaan staan en blokkeer ook zijn slag. Nu sta ik in het midden tussen de twee broers. Dan knikken ze naar elkaar en vallen tegelijk aan. Ik vecht met hun bijde en overleef nog. In de verte zie ik Rozelyn afkomen. Ik grijns. Ik werk Mordhu en Devul naast elkaar. Ik wandel langzaam naar achter, naar de staart. Geacteerd bang kijk ik. Ze grijnzen en stappen op mij af. Onder ons zie ik Gildorm vliegen.
"Dat trukje van springen helpt nu niet meer." Ik zie Selyne knipogen.
"Weet ik." Ik ga op de toppen van mijn tenen staan en val stijf naar achteren. Ik maak een achterwaartse salto en beland mooi op Gildorm. Ik neem mijn pijl en boog. Gildorm, we gaan ze eens wat laten zien. Vlieg boven hun en maak dan een salto, haal hun draken neer. Leg ik mijn strategie uit. En jij dan? Vraagt hij. Maak je geen zorgen over mij. Ik ga naar hun schieten en op de draak. En als jij die salto maakt en op de oragne draak afduikt spring ik van je af en steek mijn zwaard door de zwarte draak zijn kop. Zeg ik weer. Doe wel voorzichtig. Ik glimlach. Doe zelf voorzichtig. Dan grijnst hij ook. Samen, als één team. Dromers voor de eeuwig heid. Roept hij. Oke, lets do this. Terwijl Rozelyn volop op hun aan het vuren is vliegt Gildorm met krachtige slagen naar boven. Mordhu merkt ons op en houdt ons met een schuin oog in de gaten. Ik begin pijlen af te schieten. Ik raak de oragne draak in zijn vleugel en de Mordhu in zijn been. Rozelyn vliegt naar achter. Oke Gildorm, nu of nooit. Gildorm vliegt omhoog en maakt een salto mijn boog gaat weg en ik neem mijn zwaard. "Voor het volk!" Roep ik en Gildorm brult. Dan spring ik naar de zwarte draak zijn kop en Gildorm duikt op de oragne. Ik val met mijn zwaard loodrecht naar beneden. Onder mij zie ik Gildorm de oragne draak zijn kop afbijten. Bleg, dat kan toch niet lekker zijn. Ik kol nu dicht bij de zwarte. Ik steek mijn zwaard naar voren. Het zwaard glijd soepel door de draak zijn huid en de draak is dood. Nu storten we neer. De grond komt op ons afgeraast.
"Aurely! Nu ben je te ver gegaan." Brult Mordhu achter mij. Ik draai mij om, net als hij mij wilt steken spring ik over hem heen en grijp mijn zwaard. Al vechtend staan we op de levenloze draak en storten we neer. Dan verlies ik mijn zwaard. Angstig kijk ik naar Mordhu die grijnzend dichter bij komt. Dan valt de draak op de grond en vallen wij neer door de schok. Ik vind mijn zwaard en Mordhu stormt op mij af. De man die op de donkerblauwe draak zat is hevig in gevecht geraakt met Diphe. Mordhu is witheet van woede en zijn slagen zijn veel moeilijker te ontwijken. Op een bepaald moment verlies ik dan ook mijn zwaard. Maar, net als Mordhu de afmakings slag wouw doen. Glijdt er een zwaard door zijn buik. Mordhu kijkt verschrikt naar het zwaard en zijn ogen doven. Mordhu is niet meer. Blij vlieg ik Selyne om de hals. Selyne had namelijk het mes in Morshu's buik gestoken. Een luide kreun komt achter ons vandaan. Devul komt recht. "Ugil?"
"Nee Selyne, Devul, de broer van Mordhu."
"Jij doodt mijn broer, ik dood jouw." En Devul stormt op Selyne af. Die behendig zijn slag ontwijkt. Ik wil haar helpen maar wordt vastgegrepen door de kameraad van Mordhu. Ik stamp in zijn kruis en trek mijn zwaard. Woedend stormt hij op mij af. Lenig maak ik een radslagsalto naar links en ontwijk zo zijn slag. Hij haalt uit maar ik blokkeer hem. Ik geef hem een box in zijn gezicht en hij wankelt even naar achter. Boven ons breekt een storm los. Hagel valt genadeloos naar beneden. Ik kijk omhoog en zie Gildorm met de donkerblauwe draak vechten. Gildorm, duik naar beneden, maak een halvesalto boog, een schroef en vlieg dan omhoog. Dan kan je de doodsbijt geven en in zijn buik bijten. Roep ik door de link. Goed idee. Gromt hij terug en doet dan wat ik vraag. Ik kijk rond mij. Selyne is met Devul aan het vechten en de rest met het leger van koning Gregorius. De regen daalt genadeloos neer op de grond en de lucht wordt verlicht door de bliksem. Rozelyn helpt Gildorm. Dan zie ik mijn tegenstander. Zonder genade stormt hij op mij af. Behendig ontwijk ik zijn slag en val dan eens zelf aan. De meeste ontwijkt hij maar soms raak ik hem toch ferm goed. In zijn schouder zit een hele inham en er spat bloed uit. Hij hijgt en is uitgeput. Ik verlos hem uit zijn lijden door zijn hoofd af te snijden. Dat gebeurde zeer koelbloedig maar ergens diep in mij wist ik dat mensen doden ontzettend verkeerd is. Je kan het beter uitpraten dan elkaar koelbloedig te lijf gaan en elkaar doden. Maar ja, dat is moeilijk in tijde van oorlog. In de verte zie ik mijn moeder het moeilijk hebben. Ik neem mijn pijl en boog en richt. De pijl vliegt los en doorboord het hoofd van haar tegenstander. Delyne, mijn moeder kijkt rond. Ik zwaai, vrolijk zwaait ze terug. Dan zie ik Devul de genadeslag gaat geven aan Selyne. Selyne zit angstig op de grond. Ik begin te rennen, zo snel als ik maar kan. Ik spring over alle lijken en ontwijk alle pijlen en messen iemand gaat voor mij staan. Met één pijl schiet ik zijn zwaard uit zijn hand en met een andere pijl schiet ik zo precies dat de pijl de man zijn hoofd in tweeën splijt. Snel ren ik weer verder naar Selyne en Devul. Voor mij staat weer een man. Nu schiet ik meteen zijn domme ezels hoofd eraf. Het lichaam zakt in elkaar. Ik zie dat Diphe nu met Devul vecht en Selyne beschermt. Ik zucht opgelucht. Dan voel ik twee armen rond mij.
"Gregorius heeft je nodig kind, hij hield je niet alleen bij hem omdat jij het kind van de rebellen waart. Nee, je bent veel specialer dan dat."
Die man is gek geworden. Denk maar niet dat ik zomaar mee ga hoor. Wild begin ik rond mij heen te meppen en kom los.
"Wat wil je doen? Je hebt geen zwaard." Hij neemt zijn zwaard. En komt drijgend op mij af. Ik wandel naar achter. Dan krijg ik een idee. Ik buk mij en teckel hem. Hij valt keihard op de grond en ik spring op hem. Eerst werk ik zijn zwaard weg. Ik geef hem een trap in zijn gezicht. Hij grijpt mijn voet vast en gooit mij tegen een boom. Ik word woest, niemand gooit mij zomaar tegen een boom. Ik sla recht en sla met mijn vlakke handen op zijn kaak. Ik hoor iets kraken, fijn zijn kaken zijn gebroken. Ik stamp op zijn borst en voel een paar ribben breken onder mijn voet. Dan sla ik hem tegen zijn slaap, hard genoeg om hem vies veel pijn te bezorgen. Zacht genoeg zodat hij niet dood gaat. Dan kijk ik naar Selyne. Diphe wordt door Devul op de grond gewerkt. Oke, Aurely. Nu of nooit. Ik storm op Devul af en raap nog rap een boog met een pijl op. Ik spring voor Selyne en schiet de pijl af. Recht door zijn oog. Jammer genoeg komt zijn zwaard zeer fel in mijn heup terecht. Ik val op de grond. Mijn heup bloed hevig.
"Terug trekken!" Hoor ik soldaten roepen en overal klinkt gejuich. Ik zie iedereen bezorgd op mik afkomen.
"Nee, niet gaan, waarom deed je dat?"
"Ik kon jouw niet zien sterven." Antwoord ik en dan wordt alles zwart. Maar ik ben zeker dat ik terug wakker wordt, zo zeker als ik weet dat de zon opkomt en weer ondergaat en dan de maan verschijnt, zo zeker als mijn naam Aurely is.

Heey peepz, meer als 2120 woorden. Omdat de examens gedaan zijn. Toedels, zie jullie snel weer!! Xxx