{Escape from Kastel!,}

55 8 2
                                    

Aurely

"Exuse me? Sorry, mevrouw... mag ik er even door?"

"Geen probleem mijn kind, ga maar." Ik knik haar dankbaar toe en loop er langs door. Vandaag is het een dag in de maand dat mijn vader, de koning, naar een andere stad moet. Dus, ik ben vrij vandaag. Ik wandel met mijn mandje over de markt en glimlach naar iedereen. Ineens loopt iemand tegen mij aan en val ik op de grond. "Oh, sorry mevrouw." Hij geeft mij een hand en trekt mij recht. "Ik had u niet gezien." "Geeft niks!" Zeg ik vriendelijk. "Ik ben Diphe." Zegt hij vriendelijk. Oh shit, ik mag mijn naam niet zeggen. "Hallo Diphe, excuseert u mij, ik moet er eigenlijk vandoor." "Oke, tot snel." Ik zwaai nog eens vriendelijk en haast mij weg van hem. Ik ren naar huis, de trappen op en mijn slaapkamer in. Ik neem een jeans en een los zittend groen blouse uit de kast en mijn bordeaux alstars. Ik doe ze aan en ren naar de stallen, onderweg doe ik mijn haar in een hoge paardenstaart. "Heey..." zeg ik tegen mijn paard en ik zadel haar op. "De bergen in..." fluister ik en ze galoppeert uit de stallen. Op ons vast plekje neem ik mijn boog en pijl en spring weer op haar rug. Ik zou vandaag een nieuw stukje berg ontdekken. We wandelen rustig door het bergwoud en ik lig op Appeloose. Plots staat Appeloose stil. Ik neem een pijl en leg hem op mijn boog. "Wie is daar?" Ik hoor achter mij geritsel en ik draai mij bruusk om. Net als ik wil schieten herken ik hem.

"Diphe? Wat doe jij hier?"

"Kan ik net zo goed aan jouw vragen. Zo, weg is het girly meisje en hallo stoere meid."

Ik kijk gemeen wat grandioos mislukt, want hij barst in lachen uit. Zijn zwart paart hinnikt vrolijk.

"Rij je met ons mee?" Vraagt hij. Ik knik, het kan toch geen kwaad gok ik. Samen draven we naar een uitgestrekte vlakte met een grot.

"Die heb ik nog nooit gezien..." zeg ik zeer stil. Ik stap van mijn paard af en span mijn boog. De grond is nogal stoffig en de paarden lopen weg want ze vinden het maar niks hier. Hopen stof vliegen de grot in. Ik geloof dat wat erin zit moet niezen want we horen een onregelmatige ademhaling. Net wanneer hij niest komen er vlammen uit de grot, wacht vlammen?

"Euh, Diphe.. bestaan draken?"

"Niet zover ik weet. Kom, blijf achter mij." Aarrgg, ik heb een hekel aan mannen die denken dat meisjes niks kunnen. Er komt een zwerm vliegen uit de grot. Hij probeert ze met zijn zwaard weg te halen. Dan gooit hij zijn zwaard in de lucht. Ik spring, vang hem en land voor hem. Behendig hak ik alle vliegen weg. "Misschien moet u wel achter mij staan jochie." "Hey, ik ben wel al 15 en een half hé!" "Ja en ik 15, bezwaar?" Hij houdt mokkend zijn mond. Ik geef zijn zwaard terug en sluip naar binnen. Diphe steekt een fakkel aan en we zien een groot beest voor ons liggen. Het beest haalt zijn kop omhoog en kijkt ons bedenkelijk aan. Daarna brult hij. Omg, hij heeft zo mooie ogen, ze zijn lichtgevend oragne. Hij brult, ik bedek mijn oren. Scheezes, dat is hard. "Dit is, zo cool!" Ik ren naar de draak toe en bekijk hem vanaf een kortere afstand.

"Pas op, dat is gevaarlijk!" Hoor ik Diphe roepen. Ik trek mij er niks van aan. "Hallo, hoe heet jij?" Vraag ik, ik had geen antwoord verwacht maar ik schrok mij kapot. Ik ben Gildorm. Klinkt er door mijn hoofd. "Wow, jij kan praten, mega!" Grinnik ik. "Je bent prachtig..." zeg ik terwijl ik zijn Groene schubben aai. Weet ik. Klinkt het weer in mijn hoofd. "Kan je met iedereen praten?" Neen, als ik mijn ruiter gevonden heb alleen met hem of haar. "Ahh.." hij ruikt. Pas op, daar is iemand. "Rustig, dat is Diphe maar. Diphe kom eens hier!" Roep ik luid. Hij komt achter een steen tevoorschijnt. "Oke, dit dier is cool." Ik ben niet zomaar een dier, maar de laatste draak. Ik ben Gildorm, laatste der dromers. Klinkt het weer door mijn hoofd. "Ben je de laatste draak?" Vraag ik. "Wacht, hij praat met jouw? Waarom niet met mij." Ik kijk Gildorm vragend aan. Net als hij antwoord wilt geven hoor ik een stem. "Oh, Gildorm, ik ben terug!" Ik en Diphe kijken elkaar vreemd aan en verstoppen ons achter een steen. Een meisje gaat voor hem staan. "Mag ik op je rijden?" Vraagt ze met een bekende stem. Nee klinkt het door mijn hoofd. "Waarom praat je niet?" Ik heb mijn ruiter gevonden... klinkt het zacht. Hij spuwt vlammen op een blad en er verschijnen woorden op. Er staat: Ik heb mijn Ruiter gevonden, nu kan ik alleen met haar praten. "Oh, proficiat, wie is het?" Weer spuwt hij vuur. Geen idee, ken haar naam nog niet. Maar jij bent het niet Selyne. Het meisje kijkt teleurgesteld. Wacht even Selyne? Ik wil naar haar toe rennen maar Diphe is mij voor. "Selyne, hoelang wist jij dit al?"

"Zo een acht jaar.." mompelt ze. "Wacht, ik wil je aan iemand voorstellen. Ze is daar." Ik twijfel, zou ik naar haar toe lopen of ontvluchten. Plan B is beter. Ik sluip naar de volgende steen en ben uiteindelijk de grot uit. Ik zie Appeloose staan. Ik spring op haar rug en galoppeer weg. "Wat is je naam?" Hoor ik hem nog roepen maar ik ben weg. Weg van de grot en weg van hun. Ik zie je later. Klinkt het in mijn hoofd. Ik jouw ook! Antwoord ik. Blij dat ik nog met hem kan praten. Als ik thuis kom zie ik de koets staan, oh jee, vader is thuis. Snel doe ik mijn jurk aan en wandel naar de troonzaal. "Ah, Egorya... omdat het huwelijk 3 weken geleden mislukt is gaan we het over 3 weken opnieuw doen." "Wat!?! Maar dat wil ik niet!" "Je moet." Huilend loop ik terug naar mijn kamer en ik begraaf mijn gezicht in mijn kussen. Omdat het al tien uur s'avonds is sluip ik naar de keukens, ik heb nog een lege maag. In de keuken kom ik de kokkin tegen. "Arm kind, is je vader je weer aan het uit huwelijken?" Ik knik. "Hier is een croissant. En ik heb een idee. Kom morgen om 8 uur s'ochtends naar hier. Doe gemakkelijke kleren aan en schoenen. Bij mijn man kan je je verstoppen." Ik knik dankbaar. "Zal ik doen. Euh, hoe heet uw man." "Tyl." Ik kijk verbaasd. "Geen zorgen, hij is zeer aardig." "Dankje!" Fluister ik in haar oor terwijl.ik haar een knuffel geef. "Ggd, Aurely..." even kijk ik haar verbaasd aan. "Wat is er Egorya?" "Niks." Zeg ik en ik loop terug naar mijn kamer. Morgen ben ik hier eindelijk weg!"

~~~ next day ~~~

Ik wordt opgewonden wakker. Ik spring in de douche en kom er even later proper uit. Mijn haren doe ik weer in een hoge staart en ik doe een lange witte jeans aan. Een groene blouse erover en een wit jacket. Mijn bordeaux alstars pronken weer aan mijn voeten en make-up laat ik achter wegen. Ik neem mijn pijl en boog en sluip naar de keukens. Ik ben daar om precies 8 uur. De kokkin staat er al samen met een vrij stevige kerel. "Daar ben je dan? Klaar? Tyl beleid je, ga nu... het kasteel wordt wakker." Ik geef haar nog rap een knuffel en ga met Tyl mee. Ik zie mijn paard al gezadeld staan. Ik loop naar haar toe en tover een appel uit mijn mouw. Ze neemt hem gretig aan. Tyl wenkt mij en ik spring op Appeloose haar rug. Samen galopperen we weg. Na een half-uurtje ongeveer komen we aan in een groot kamp. Overal zijn mensen aan het vechten. Ik wordt een tent binnen getrokken en even later klinkt het door de speakers aandacht, iedereen kom naar tent 834. Wij lopen ook naar die tent en we lopen naar binnen. Als ik achter een gordijn sta. Komen net 4 mensen binnen. Als eerste een man en een vrouw die tranen in een ogen krijgen. Als tweede een meisje en een jongen. Het meisje is Selyne, ze zwaait. Ik kan alleen verbaasd kijken. De jongen zie ik nu pas. "Diphe? Wat doe jij hier?"
***************************
Heey die hoi. Deze heb ik volledig geschreven !!!!!!!!
Enjoy !!!!!!
Duw vooral dat sterrenknopje in.
Luf u all

FreeFightersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu