Eindelijk vind ik een lege coupé. Ik plof neer en laat Oliver uit zijn reismand. Nog geen tel later gaat de deur van de coupé open. Een blauwharig meisje steekt haar hoofd om de deur. "Hoi. Vind je het goed als ik hier kom zitten?" ik knik en ze gaat tegenover me zitten. Ze is ongeveer net zo oud als ik. Haar blauwe, lange krullen staan haar niet verkeerd. Ze heeft haar schoolgewaad al aan. Ze heeft grijze ogen. Het meisje steekt haar hand uit. "Safiradella Doson. Maar ik haat mijn voornaam, dus noem me alsjeblieft Safi." ik pak Safi's hand beet. "Quirijne Mc. Fadell. Hoi." Opnieuw schuift de deur open. Een mevrouw met een karretje kijkt ons vriendelijk aan. "Hallo. Willen jullie wat lekkers kopen?" "Ja, graag." ook Safi haalt haar geldbundel uit haar hutkoffer. Ik koop van alles wat. Safi koopt wat ketelkoeken en twee chocokikkers. Ik stop een smekkie in alle smaken in mijn mond gelijk weer uit. "Gatver! Wie verzint er nou een jellybean met de smaak van... Wortel!?" Safi kijkt op. "Wortel...? Kom eens." ik geef haar het doosje smekkies. Ze haalt er een uit en stopt hem in haar mond. "Wortel, zei je!?" haar gezicht vertrekt. "Gatver! Dit is geen wortel... Dit is plasticsmaak!" "Zouden ze met alle smaken echt àlle smaken bedoelen?" Safi haalt haar schouders op. "Zou kunnen." Oliver springt onverwachts op haar hoofd. Ze gilt zachtjes en haalt het katje dan van haar hoofd. "Jij boefje! Hoe heet ze?" "Hij. Oliver." "Oliver? Zo heet mijn broer. Hij zit nu in de tweede. Ook zweinstein. Hij zit in Huffelpuf." "Huffelpuf?" "weet ik ook niet precies. Ik zie mijn broer bijna niet. Hij vertelt ook nooit over Zweinstein. Kom jij ook uit een dreuzelgezin?" ik knik. "Nou ja, mijn moeder is een snul. Mijn vader is een volbloed dreuzel. Bij jou?" allebei dreuzel. Ze schrokken toen ik werd geboren, met roze stekeltjes op mijn hoofd." "Roze?" "Ja. De kleur verandert vaak. Het is nu 13 dagen blauw. Binnenkort zal het wel groen met roze strepen zijn, of zoiets." "Cool." Safi knikt. "Hé, ik zou je gewaad aantrekken als ik jou was. Binnen een uurtje zijn we er, denk ik." ik kleed me om. Net als ik klaar ben, komt er een jongen met oranje haren binnen. Hij keert zich tot Safi. "Heb jij mijn sjaal gezien, Saf?" "Oh, hoi Ol! Ik kijk wel even..." ze opent haar hutkoffer en rommelt wat. Dus dat is Oliver, Safi's broer? Hij is niet heel lang, hooguit tien centimeter langer dan ik ben. Zijn haar is een wat langer model, het komt ongeveer tot de hoogte van zijn kin. Hij is best knap. Niet model-knap, maar knap. Safi haalt me uit mijn gedachten. "Ha! Hier." ze gooit een sjaal naar Oliver. Die steekt zijn hand op en loopt de coupé uit. "Heeft hij ook kleurend haar?" "Nee. Hij verft het voor mij. Ik word vaak raar aangekeken, maar als Oliver dan er ook is, is het minder erg." "Wauw. Lief." "Ja. Heb jij broertjes of zusjes?" "Ja, een broertje. Joshua. Heel lief." opeens begint de trein langzamer te rijden. "Oh, we zijn er bijna." opeens klinkt er een mannenstem door de trein. "Hallo, leerlingen van Zweinstein! We kunnen elk moment aankomen bij het treinstation van Zweinsveld. Laat je koffers hier, die worden zo naar het kasteel gebracht. Het enige wat je mee mag nemen, is je toverstok. Dankjewel." "Kasteel? Zei hij nou kasteel?" "Ja. Zweinstein is een kasteel. Dat zei Oliver." "Cool." de trein komt sissend tot stilstand. Safi en ik lopen een perronnetje op. "En nu?" ik heb het nog niet gezegd en opeens begint een stem "Eerstejaars! Eerstejaars hier!" we kijken waar het geluid vandaan komt. We zien een zwaaiende lamp, bij die lamp staat een enorme gast. Hij is twee keer zo groot als een normaal mens. En twee keer zo groot. Naast me hoor ik Safi zuchten. "Sodeknetter, wat een reus..." we gaan bij hem staan en snel staan er allemaal kinderen van onze leeftijd bij. "Goed." zegt de reuzeman. "Ik ben Rubeus Hagrid. Terreinopzichter van Zweinstein. Willen jullie me volgen?" we lopen naar een soort miniscuul haventje. Er liggen een paar kleine roeibootjes. "Hup, instappen! Maximaal vijf personen per boot." ik stap met Safi in een bootje, samen met een blonde tweeling. "Hallo! Wij zijn Dennis en Rowen Treso! En jullie?" De jongen, die Dennis heet, kijkt ons vragend aan. "Safi Doson." ze gaat zitten. Ik ga ook zitten. "Quirijne Mc. Fadell." opeens beginnen de bootjes vanzelf te rijden! "Zo het bochtje om, dan zien jullie Zweinstein!", schreeuwt Hagrid. En inderdaad; als we het bochtje om zijn, zie ik een prachtig, reusachtig kasteel. Om me heen hoor ik kinderen naar adem snakken. "wauw..." even later staan we weer op de kant. Hagrid is naar binnen, nu staat er een vrouw voor onze neus. "Goedenavond. Ik ben Minerva Anderling, lerares gedaanteverwisseling en hoofd van Griffoendor. Zodadelijk worden jullie ingedeeld bij een afdeling. Je hebt Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich. Jouw afdeling zal als je familie zijn. Volgt u mij." we lopen met zijn allen achter Professor Anderling aan. We lopen een enorme zaal in, waar vier lange tafels staan, vol leerlingen. Aan de zijkant staat een soort enorm podium, met daarop een tafel met, zo te zien, de leraren. We lopen naar de rand van het podium. Er staat een krukje, met een bruine, versleten hoed. Professor Anderling gaat naast de kruk staan. "Dit is de sorteerhoed. Zodadelijk ga je zitten op de kruk, ik zet de hoed bij je op en dan bepaalt de hoed bij welke afdeling je komt. Goed..." ze kijkt op de perkamenten lijst in haar hand. "Treso, Rowen." Rowen loopt het podium op en gaat zitten op de kruk. Professor Anderling zet de hoed op zijn hoofd. Ik hoor de hoed mompelen, maar kan niet verstaan wat hij zegt. Opeens schreeuwt hij: "RAVENKLAUW!" Blij rent Rowen naar de tafel van Ravenklauw. Er komen nog wat kinderen, uiteindelijk wordt Dennis ook bij Ravenklauw ingedeeld. "Doson, Safiradella!" Safi loopt naar de kruk toe en gaat zitten. Anderling zet de hoed op haar hoofd. De hoed blijft maar mompelen en mompelen. Het duurt minuten. Safi huilt bijna. Professor Anderling loopt naar haar toe. Ze pakt de hoed op en zegt wat tegen Safi. Die knikt en loopt verslagen terug de groep in. "Wat was dat nou?" vraag ik, als ze naast me staat. "Hij wist het niet. Ik ga nu als laatst." ik knik. "Mc. Fadell, Quirijne!" ik ben. Ik loop het podium op. Ik ga op de kruk zitten en Anderling zet de hoed op mijn hoofd. Nu kan ik wel duidelijk horen wat de hoed allemaal zegt. " Ah, een Mc. Fadell. Interresant... Ja. Zal ik je indelen waar je hele familie heeft gezeten? Ja... Ja, laat ik dat maar doen. Dus... Dat wordt GRIFFOENDOR!!" Blij spring ik van de kruk af. Wauw! Ik zit bij de afdeling waar mijn hele familie heeft gezeten. Cool! Ik loop naar de tafel van de Griffoendors en ga zitten. Een klein meisje wat naast me zit glimlacht naar me. "Hallo!" het is een meisje wat ook in een van de bootjes zat. Een eerstejaars dus. Ze heeft een beetje roodachtige haren, maar meer richting goudachtig. Ze heeft een zwarte bril op met rechthoekige glazen. Haar haar heeft ze in een vlecht. "Ik ben Puck. Jij?" "Quirijne." ik schud haar hand. Op de achtergrond hoor ik Safi's naam geroepen worden. Ik draai me om en zie Safi zenuwachtig zitten. Nu gaat het gelukkig wat sneller; "GRIFFOENDOR!" Yes! Ze zit bij mij!" blij schuif ik wat dichter naar Puck toe, zodat Safi naast me kan zitten. Even later ploft ze blij neer. "Ik was bang dat ze zouden zeggen dat ik voor elke afdeling ongeschikt was en dat ik weg moest!" we worden onderbroken door het tikken op een glas. Een meneer met superlange haren en baard staat op. "Leerlingen! Laat het feestmaal beginnen!" opeens zijn alle lege schalen die voor ons stonden gevuld met heerlijk eten! Ik begin met kip. Ik zou nooit vegetariër kunnen worden. Na een half uurtje gaat het eten weg en staat er opeens allemaal ijs, snoep en koek. Na een kwartier gaat ook dat weg. De man met de baard, die volgens Puck Albus Perkamentus heet, staat op. "Goed. En nu allemaal naar bed!" We lopen naar de klassenmentor, die de eerstejaars roept. We lopen allemaal trappen op. Veel kinderen kijken verschrikt op als er een trap boven ons opeens begint te verschuiven! Ook zie ik de schilderijen bewegen. De geschilderde mensen leven! Uiteindelijk stoppen we bij een schilderij van een dikke dame. De klassenmentor stapt naar voren. De dame kijkt hem vragend aan. "Wachtwoord...?" "Drakenstront." De dame glimlacht, en opeens opent ze, als een soort deur. Ik zie een klein poortje, waar we doorheen klimmen. We komen in een rood en goud ingerichte kamer. Er staan stoelen, banken en tafels, en er knispert een gezellig haardvuur. We staan stil. De klassenmentor kijkt ons aan. "Goed. Dit is de leerlingenkamer. De woonkamer van je afdeling. De slaapzalen zijn boven. Jongens daar, meisjes de andere kant. Weltrusten." We lopen de slaapzaal in. Ik ben blij als ik zie dat al mijn spullen, en Yildiz en Oliver, aan het voeteneinde van mijn bed staan. Safi en Puck hebben hun bed naast het mijne. Verder is er nog één meisje; een stil meisje met lichtblonde, bijna witte haren tot haar middel. Ze stelt zich voor als Dalina Ede. We kleden ons om en gaan in ons bed liggen. Ik ben moe, maar ook supergelukkig. Snel val ik in slaap.
![](https://img.wattpad.com/cover/31992146-288-k941789.jpg)
JE LEEST
Rather be normal
FantasíaHarry Potter fanfiction! Quirijne Mc. Fadell krijgt op haar elfde verjaardag een brief van Zweinstein, hogeschool voor hekserij en hocus-pocus. Haar vader en moeder vertellen haar dat ze dat niet van een vreemde heeft. Ze gaat naar Zweinstein en ont...