🎃deel 4🎃

29 6 1
                                    

In het huis VanDuzer

De harde wind blies langs het huis en ze zag de telefoondraden heen en weer zwiepen.

Kimberly zat beneden en nam de telefoon op. Ze kreeg haar vriendin aan de lijn.

Met toeters en bellen vertelde Kjenta dat haar zus alleen maar horror zat te kijken.

Kimberly moest lachen en gaf aan dat zij ook een eng verhaal aan Tommy had verteld.

'ik ga straks naar Sam, of Sam komt hierheen' vertelde ze. Kjenta wilde net wat zeggen tot...

Plots viel het licht uit. Kimberly schrok en luisterde aan haar mobiel... Kjenta was weg!


Intussen

De klok tikte langzaam door en Kay lacht half te slapen. Hij schrok wakker van een knal.

Janet kwam gehaast de kantine ingelopen. 'De volgende ronde mag jij.' Zei ze snel.

Janet liep richting de camera en bekeek de celdeuren. Alle deuren waren gesloten!

Kay keek naar de plattegrond en zag dat alle nooddeuren gewoon dicht waren.

Hé, wat was die klap dan? Een celdeur of de buitendeur. Vroeg hij zichzelf weer af.

Ineens flikkerde het licht en ging het uit. Het was meteen aardsdonker in de kantine.

De noodverlichting floepte aan met een geluk en Janet keek om de hoek van de deur.

Een zwarte gedaante, vermoedelijk met een werkpak aan liep richting de kantoren.


Ze wilde roepen maar Kay hield een hand voor haar mond. 'Niet doen, dat is Meyers...'

Janet haar ogen werden groot en haar hart klopte in haar keel. 'Nee,' bibberde ze.

Kay trok langzaam zijn hand weg bij haar mond en nam haar mee de kantine in.

Hij keek Janet aan en wenkte naar de meterkast. 'Ik ga kijken of de schakelaar uitgevallen is,'

Janet schudde haar hoofd en hield hem vast. 'Nee, blijf bij mij,' piepte ze snikkend.

Kay wist dat Janet heel erg stoer was en dit baantje wel aankon, maar nu was ze ineens heel anders. Zo had hij haar nooit gezien. 'Janet, IK moet wel... we moeten weg,' fluisterde hij.

Janet wist dat het niet anders kon en liet hem los. 'Doe voorzichtig,' zei ze angstig.


In het dorp

Kimberly liep in het donker met haar mobiel als lamp naar de meterkast.

Ze was net naar de meterkast aan het lopen tot er een iemand stond te bonzen op het raam.

Meteen draaide ze zich om en zag een gedaante staan. 'Sam, jij hier!' zei ze kwaad.

Sam stond voor het raam te brullen van het lachen. Kimberly werd er nijdig van.

'Ik ga even naar de meterkast, er is geen stroom.' Riep ze door het raam.

Sam knikte en wenkte naar de overkant. 'De hele stad zit zonder stroom,' antwoorde hij.

'Kom dan maar hierheen,' zei ze. Ze begon het toch een beetje eng te vinden alleen beneden.


Bij de instelling

Janet gaf een zucht, stond op. Ze rende richting het kantoor van Dr. Hoffman.

Deed de deur open en stapte naar binnen. 'Mr. Hoffman mag ik weg,' zei ze in paniek.

Haar baas zat gedraaid richting het aquarium. Janet gaf een zucht en draaide de stoel.

Dr. Hofman kwam tevoorschijn. Uit zijn oog stak een injectienaald. Ze deinsde naar achteren.

Uit het duister verscheen een hand. De hand sloeg voor haar mond haar gillen werd gesmoord.

De gedaante pakte een injectienaald, en prikte het naast haar oor. Janet voelde zich onwel worden en werd zwart voor haar ogen. Toen viel ze als een lappenpop op de grond...

De Babysitter Moorden 1-5Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu