🎃deel 11🎃

21 4 0
                                    

Bij het ziekenhuis

De politieauto staat geparkeerd op de parkeerplaats en een man in een werk-overall stapt uit.

Het is er donker en alleen het nachtpersoneel is druk bezig. Michael kijkt naar het gebouw.

'Het is me niet gelukt,' zucht hij. Tranen stromen over zijn wangen. 'Waarom hebben alle meiden een hekel aan mij,' tevergeefs zakt Michael tegen de auto aan.

Plots ziet hij nog een auto de parkeerplaats op rijden. Een stoere bink van vijfentwintig jaar stapt uit en pakt een doos chocolade in zijn hand. Michael ziet de knul uitstappen.

'Dat moet Danny zijn,' denkt hij. De knul loopt naar de ingang van het ziekenhuis en wenkt naar de balie. Een nachtzuster doet de deur open. Danny loopt naar binnen en de deur sluit.

Plots stopt hij met huilen. Hij klikt de achterbank open en pakt zijn bekende masker.

In een flits trekt hij hem over zijn hoofd. 'Welke vrouw of wie er in de weg loopt gaat eraan!'


Intussen

Met luide sirenes rijden de politieauto's af en aan richting het ziekenhuis. Kay rijdt als een duivel en de flitsapparaten flitsen op en neer. 'Boetes,' zucht Rebecca zacht.

'Wat is het eerste wat je doet, als je hem tegenkomt,' ze is bang en blaast in een plasticzak.

Kay kijkt met grote ogen naar zijn assistente. 'Hem voor eens en voor altijd Doden!'

Met zijn voet op het gaspedaal vliegen ze de oprit naar het ziekenhuis op...

'Nee, nee, hij is binnen,' schreeuwt Rebecca. Kay springt uit de auto en rent naar de deur.

'Michael,' schreeuwt Kay en hij stapt de deur binnen midden in een plas bloed.

Hij ziet een paar benen achter de balie liggen en trekt zijn ogen dicht. 'Meyers,' roept hij.

De politieauto's rijden één voor één het terrein op en parkeren slordig in de vakken.

De agenten grijpen naar hun kogelvrijvest en lopen naar de auto van Kay.


'Waar is hij heen?' Vraagt de commissaris. Rebecca wijst met trillende vinger naar de deur.

De commissaris knikt en wenkt zijn troepen. 'Iedereen achter mij aan,' zegt hij bedaard.

Kay ziet de agenten binnen komen en zucht. 'Hij zoekt zijn Mila' hijgt Kay kalm.

De commissaris kijkt hem hoofdschuddend aan. 'Wij lossen dit wel op,' zegt de baas.

Kay ziet de agenten rondlopen en ziet hoe Rebecca binnenkomt en schreeuwt...

'Dat is lijk één, de rest ligt verderop,' kucht Kay en hij troost Rebecca.

Mila ligt in haar kamer en wordt langzaam wakker. Ze voelt aan haar rug en kreunt. Plots weet ze weer wat er is gebeurd. Danny had het uitgemaakt, en toen kwam er een boeman.


Er klinkt geklopt en een jongen komt binnen. 'Schat,' zegt de knul vriendelijk.

Mila draait zich om. 'Ga weg, ik wil je niet meer zien,' tranen rollen over haar wangen.

Danny veegt over haar gezicht en ziet haar huilen. 'Schat, Het spijt me,' zegt hij.

'Maar even tussendoor, ik hoorde dat je aangevallen was door een Boeman, wie was dat?'

Mila knijpt haar ogen dicht en kijkt Danny aan. 'Ik heb het met hem uitgemaakt op school!'

Met een zwoele blik kijkt Danny zijn vriendin aan. 'Jij was op hem verliefd,' vraagt hij.

Er klinken voetstappen op de gang en Danny loopt naar de deur. Mila houdt hem tegen.

'Wacht, misschien is het wel de zuster,' zucht Danny en trekt zijn arm los.

De Babysitter Moorden 1-5Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu